Inge Boulonois (1945) woont en werkt in Heerhugowaard. Ze schrijft light verse en serieuze gedichten. Van origine is ze schilderes. Ze is redacteur van het lightverseplatform Het vrije vers en medewerker van Meander, waar ze aan bijdraagt met interviews en recensies.
Na ‘Lichte en bonte gedichten’ (2015) en ‘Vers gekruid’ (2020) komt dit of volgend jaar haar derde lightversebundel uit. Deze zal, evenals de vorige twee, in kleur geïllustreerd zijn en een grote diversiteit aan versvormen bevatten: van sonnet tot ollekebolleke, van trijntje fop tot cryptovers, van lobbertang tot monovocale gedichten. Over de titel van de nieuweling wordt nog nagedacht.
Een voorpublicatie uit de bundel.
–
. Naar het gelijknamige gedicht van Annie M.G. Schmidt
–
Verlaat die beautyqueen, mijn zoon,
die domweg elke vent verblindt
en enkel maar zichzelf bemint,
constant wil shinen op tv
met naveldiep decolleté.
–
Want wat jou aan haar bindt, mijn zoon,
is slechts van tijdelijke aard
omdat haar lijf gewoon verjaart.
Straks eist ze fillers, implantaten
en moet je al je veren laten!
–
Neem toch een wijzer iemand, zoon,
een die haar rimpels accepteert
en die jou om jezelf waardeert,
je graag verwent met allerlei:
ach, lieve zoon, kom weer bij mij.
Geachte Johan van der Meulen (sonnetbrief)
Het afgelopen jaar ontvingen wij van u maar liefst tweehonderdelf berichten met bijlagen vol doubledutchgedichten. We waren daarmee absoluut niet blij! De Nederlandse taal is al vergeven van anglicismen. Ons kwartaalblad wil niet meedoen aan die plaag. En John O’Mill, een Engels pseudoniem! Zo’n naam blijft kleven en past niet bij hoog literaire taal. Al schrijft u zelf: ik rijm en dat maakt krachtig, uw Dunglish-ongein klinkt enorm halfslachtig. En verder schrijft u niet geslachtsneutraal. Uw ‘dichtkunst’ vinden wij dus niet je dat. Probeer het nu eens bij een moppenblad!
Met groet,
Hendrik Hooghoud
Hoofdredacteur De ware haas