LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Wat Maakt Een Gedicht Goed? (52)

5 jul, 2022
door Ko van Geemert

 

Wat Maakt Een Gedicht Goed?

In de digitale nieuwsbrief Neerlandistiek las ik laatst (25 maart) een poëzieopvatting die me altijd een beetje irriteert. Deze keer kwam die uit het brein van de zich recensiedokter noemende Evi Aarens. Hij (of zij?) roept op tot revolutie. De grenzen van het genre worden tegenwoordig nauwelijks opgezocht, laat staan bewust overschreden, aldus Aarens. Hedendaagse dichters ‘lijken nauwelijks geïnteresseerd in het vernieuwing [sic] van de vorm, inzet of thematiek’. Ze, voorbeelden worden niet genoemd, schrijven ‘pittoreske verzen’ en dat is niet goed: ‘Veel lezers waarderen deze pittoreske verzen als échte poëzie’. Onze recensiedokter weet wel beter.
Met weemoed dacht ik aan de acht lezingen over poëzie die Simon Vestdijk eind 1942 hield toen hij als gijzelaar verbleef in St. Michielsgestel en die gebundeld werden onder de titel De glanzende kiemcel.
In de eerste, Het wezen der poëzie, buigt Vestdijk zich over de vraag: wat is poëzie: ‘Geen gemakkelijke vraag uiteraard, maar een vraag die wij toch niet mogen ontwijken.’ Bij het beantwoorden gaat hij in op de verschillen tussen proza en poëzie en komt daarbij op het begrip kiemcel: poëzie als (glanzende) kiemcel, proza als meercellig organisme.
Vestdijks laatste beschouwing heet Het schrijven van verzen. Regel voor regel schrijft hij met de toehoorders een sonnet, dat begint met de zin : ‘De herfst bouwt veel kerktorens bij’.
Vestdijk is ervan overtuigd dat binnen zekere grenzen antwoord te geven is op de vraag waarom is het ene gedicht beter/mooier dan het andere, maar hij behoort gelukkig niet tot de ‘Poëziepolitie’: ‘In laatste instantie heeft ieder, die ook maar enigszins tot meespreken bevoegd is, zijn éigen begrip van poëzie, berustend zowel op zijn poëtische voorkeur als op zijn overtuigingen in algemeen wijsgerige of levensbeschouwelijke zin.’

 

Ko van Geemert (1950) is journalist, schrijver, dichter.

foto (c) Alja Spaan, december 2020, Kranenburgh, kunst van Sjoerd Buisman

     Andere berichten

Nog maar eens: Lucebert

Nog maar eens: Lucebert

door Jan van der Vegt       Ik vrees, beste lezers, dat ik mijzelf herhaal, maar het moet wel, want het houdt niet op....

Voetballende dichter

door Ko van Geemert   In de tijd dat ik op de lagere school zat, jaren vijftig, begin zestig, was ik zo vaak als mogelijk buiten, op...