door Debby Hertsenberg
Wat Maakt Een Gedicht Goed?
De werkelijkheid verrijken door woorden.
De eerste keer dat ik serieus gedichten ging lezen was op de Toneelschool heel lang geleden. Ik kwam in aanraking met het werk Maria Vasalis en Rutger Kopland. Omdat ik mijn gemoedstoestand herkende in een gedicht van Rutger Kopland, schreef ik daarover een brief naar hem. Ik kreeg een heel aardig kaartje terug van hem.
Zo leerde ik het belang van dichtkunst kennen.
Gevoelens die voor mijzelf niet eens zo duidelijk waren, werden door een ander beschreven, waardoor ik mij bevestigt voelde in mijn gevoel.
De werkelijkheid om ons heen kan herkenbaar of onherkenbaar zijn, situaties veranderen en het leven komt vaak onvoorspelbaar op ons af.
Poëtische woorden kunnen je even boven het alledaagse uit tillen.
Een vuilnisbak buiten zetten is niet romantisch, maar je kan het heel romantisch beschrijven.
Daarom lees ik gedichten.
Een gedicht is bijna nooit veroordelend, bevat in principe geen mening, maar kan het handelen van de mens of de gang van de natuur op een precieze wijze weergeven, met daarbij altijd in ogenschouw nemend:
Het leven blijft onzeker, onzeker blijft het wel of niet bestaan van een God, we weten niet waar we naar toe gaan of waar we vandaan komen.
De dichtkunst geeft mij een houvast, vrijheid en inzicht bij het lezen van woorden, die onzekerheden, verlangens, situaties, schoonheid, pijn en verdriet weergeven.
Debby Hertsenberg werkt bij het Poëziecentrum.
foto (c) Alja Spaan, Rotterdam, november 2016
–