LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Het Liegend Konijn 2022 / 2

19 dec, 2022

Literaire bloemlezing met brede waaier

door Tom Veys




Het Liegend Konijn is een tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie, dat twintig jaar bestaat. De feesteditie 2022 / 2, uitgegeven door Pelckmans Uitgevers, staat onder de redactie van Jozef Deleu. Het tijdschrift is een stevige bundel met 186 gedichten.
Op de achterflap staat een fragment uit Diergaarde voor kinderen van nu van Paul van Ostaijen. Er staat: ‘Daarom verwondert het konijn zich zeer om de verwondering. (…) Het weet zelf niet hoe verwonderd het is. Uit zijn verwondering groeide zijn nieuwsgierigheid.’ Verwondering staat ook centraal in Het Liegend Konijn, in de poëzie in het algemeen. Alle 186 gedichten van de 41 verschillende dichters bespreken, is hier onmogelijk, maar er zijn een aantal wegwijzers. Overigens ‘Het konijn’ is de titel van een interessant gedicht van Wiljan van den Akker dat in deze bundel staat: ‘Het slaapt nog steeds in zijn oude / vertrouwde hol, waar het is wie het kent.’

Frouke Arns fascineert in het begin van de bundel met ‘Onderstroom’, een gedicht over dames die samen met de rivier een verhaal vertellen, zoals de natuur, de bladeren, ‘die bij de bocht in de nachtmond verdwijnen // oplossend in de tijd, meegenomen / door de gestage onderstroom.’ Met Lut De Block ontdekken we hermetische poëzie die ingedeeld wordt in twaalf ‘krassen’, hierbij wordt gerefereerd aan een gedicht van W.B. Yeats ‘Never Give All the Heart’. Bij Johan De Boose ontdekken we een taalgevoelige dichter met een journalistieke achtergrond. We kunnen dit merken aan een minutieuze beschrijving van mensen en zaken in het gedicht ‘In Kiev’. Johan De Boose studeerde Slavische talen en Oost-Europakunde en werkte onder andere voor de Vlaamse Radio en Televisie (VRT). Deze dichter speelt vaak met enjambement en herhaling. Het is niet toevallig dat elk distichon in ‘Puin’ met ‘Ik’ begint. In het slotvers van het gedicht vinden we een passend enjambement: ‘Ik weet dat ik mijn huis zal vinden / in het oosten, waar het puin het hoogst is.’ Actueler kan het niet. De poëzie van Paul Demets kenmerkt zich dan door een kleurrijke beeldenrijkdom. Zijn taal is verfijnd. ‘In het blauw balden zich de duiven samen. / Ze wuifden als wier in water, om dan te duiken: // een hand die openviel.’

In de reeks van sterke debutanten merken we Hamide Dogan op. Zij is naast dichter ook vertaler. ‘Over de grens’ is een fascinerend gedicht van haar.

Over de grens

De muren staan kaarsrecht en dragen
een barst als een wijzende vinger
Buiten valt gestaag de regen
Ik staar uit het raam
en zie mij staan
Onze blikken kruisen elkaar
dan word ik onzichtbaar en loop door

Langzaam sijpelen druppels naar binnen
Ze likken een nerf, spoelen een ader, een vat loopt vol
Poten krijgen wortels, takken rijzen hoog en zwiepen
Een spinnenregen valt op hoofden neer
Ik open mijn mond, een vogel vliegt erin
IJskoud slik ik hem door en begin te zingen

In dit gedicht hanteert Hamide Dogan een rijke beeldtaal: een barst in een muur is als een wijzende vinger. Er wordt met taal gespeeld: er is assonantie in ‘buiten valt gestaag de regen / ik staar uit het raam / en zie mij staan’. De dichter speelt bovendien met perspectieven: ‘Onze blikken kruisen elkaar.’ In het tweede gedeelte van het gedicht wordt het buiten naar binnen gebracht. Er is een perspectiefwisseling.

Rob Van Essen, de volgende dichter in de rij, ontplooit op een opmerkelijke wijze verschillende poëtische beelden in zijn gedichten. Ontplooien is het juiste woord. In ‘Flagey’ werkt de dichter het volgende beeld meesterlijk uit: ‘ik weet opeens: alles is goed omdat / de hoofden van de anderen voor mij gesloten zijn’. Op zijn beurt tovert Peter Holvoet-Hanssen een breed scala aan woorden in zijn gedichten. De lezer hoort als het ware een libretto. Libretto. Lied- en muziekdoosgedichten is trouwens de titel van zijn recentste bundel uit 2022. De dichter experimenteert zwierig met culturele referenties in de gedichten die geselecteerd werden voor Het Liegend Konijn. ‘Sanatorium 1 / In het spoor van Van Ostaijen: Paul Ampère schrijft een brief in de lucht’ is een mooi voorbeeld van intertekstualiteit. Frans Kuipers, die in 2021 De lach van de Sfinx uitbracht, schreef vier kwartetten die literair bijzonder interessant zijn. Zowel op het vlak van de taal, als op het vlak van de inhoud schittert deze dichter met zinspelingen en verrassende bespiegelingen. Oog voor detail heeft de Vlaamse Ruth Lasters, die de succesvolle bundel Lichtmeters schreef. Een kromme lepel in een museum of postkaarten met cruiseschepen nemen de dichter op sleeptouw. Zo ontwikkelt ze een gedachtegang die literair en vaak heel persoonlijk ingekleurd is.

Dan zijn er nog dichters van buitengewoon niveau. Marieke Lucas Rijneveld publiceerde in 2022 Komijnsplitsers. De dichter illustreert talent met ‘Weltergewicht’, hier wordt over het zijn geschreven, over het zoeken naar wie je bent. De beelden voelen daarbij spontaan en authentiek aan en de taal is bijzonder vloeiend. In dat opmerkelijke vloeiende blijven psychologische weerhaken poëtisch bij de lezer hangen, ‘omdat geen verlies zo pijnlijk is / als het verliezen van wie je bent.’

Lize Spit, die succesvol prozaschrijver is, schrijft ook gedichten. De teneur van de gedichten doet sterk denken aan haar laatste roman Ik ben er niet. De vlotte taal die we eveneens in haar proza terugvinden, omschrijft het pijnlijke. Er is een ‘haperdier met wankelbast’. In ‘wegversperring’ zijn er zaken op de weg die voor poëtische gedachtegangen zorgen. Hierbij wil ik nog even de aandacht vestigen op verschillende gedichten die in deze bundel opgemerkt kunnen worden: Esohe Weyden met ‘Spijtvrij’, Philip Hoorne met ‘Zondag’ en Ester Naomi Perquin met ‘Nieuws’.

Eigenlijk zijn de dichters die de feesteditie van Het Liegend Konijn hebben gehaald, voorbij een hoge ondergrens geraakt. De redactie van Jozef Deleu heeft puik werk geleverd met deze selectie. Het Liegend Konijn omschrijft zichzelf goed op de zijflap: ‘Het Liegend Konijn brengt twee keer per jaar, in april en oktober, een gevarieerd beeld van de actuele poëzie.’ En dit doen ze met onderscheiding. ‘Ieder nummer is een kleurrijke waaier van onze hedendaagse poëzie.’

____

Redactie Jozef Deleu (2022). Het Liegend Konijn 2022 / 2. Uitgeverij Pelckmans, 271 blz. € 20,00. ISBN 9789464018738

     Andere berichten

Jonas Bruyneel – Mulhacén

Hallo? Federico? door Marc Bruynseraede - - Aan het literaire firmament is sinds kort een nieuwe ster verrezen: Jonas Bruyneel, aan de...