LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Leven in Rome

4 dec, 2022
door Jan Loogman

 

Ik was in Rome en stapte de deur uit. Ik keek om me heen en zag wat Hester Knibbe ooit opschreef: Beelden van Huisraad, Golfplaat, Afvoerbuis: een tempel van god Onooglijkheid. De stilte van ons appartement lokte ons terug, maar we gaven niet toe. We sloten de deur achter ons, deden het hek openzoemen – met zo’n knop waar Italianen van houden want hij maakt geluid – en bevonden ons op het trottoir waar mogelijkerwijs een elektrische step ons passeerde. We besloten over te steken en deden een stap, keken naar rechts waar een waaier van wegen samenkwam in de Largo (jij zei: het Largo) en zagen auto’s en scooters aan komen suizen. We keken naar links: eenzelfde gesuis, dus zat er niets anders op dan nog een stap te doen. Wie niet waagt, komt niet verder in deze stad die behalve van rommel ook bruist van lawaai.

Lasciatemi cantare / Con la chitarra in mano / Lasciatemi cantare / Sono un Italiano, zong Toto Cutugno in 1983 en sindsdien zingen Italianen deze tekst van Cristiano Minellono met hem mee.

Is het lawaai, vroegen wij ons af, later die avond. We zaten op een verjaardag, er was genoeglijk gepraat, een stil lachen, een tevreden gemompel als een rustig brandend kampvuur en dan ineens sloegen de vlammen eruit: ‘Non è vero!’ ‘Dat is niet waar’, werd er gezegd en de stemmen klaterden. Geen kalm vloeiende gesprekken meer, maar een stroomversnelling die lijven meesleurt, tegen stenen slaat, en juist als je denkt in een zijstroom te ontkomen, grijpt hij je weer bij de kladden en bam. Waar de waaier van wegen samenkomt in de Largo, dreigt de botsing. Maar wat de mensen hier kunnen, behalve het opdraaien van het volume, het claxonneren, het dreigen te botsen, is de- escaleren. Zo gaat het ook op onze verjaardag en we constateren  – Hollanders die niet ervaren zijn in het spel van geluid – dat de heisa om ons heen meer is dan zomaar lawaai.

Hallo Italië, met je spaghetti al dente / een partizaan als president / je autoradio in je rechterhand / je kanarie boven het raam, zingt Toto Cutugno verder. In deze stad komt en gaat het geluid, de sirenes van ambulances en La Polizia vermengen zich met het geclaxonneer van de automobilisten die wensen dat andere chauffeurs ruimte maken en woedend zijn omdat zij dat niet doen. Of toch wel? Het lawaai neemt af, de sirenes vervagen, het verkeer rijdt weer. Het geluid van deze stad is zoeken en vinden van verbinding. Op de verjaardag is er het harmonieuze samenzijn in de gesprekken onder elkaar en dan ineens de vitale uitbarsting die alle aanwezigen samenbrengt: wij horen bij elkaar en als dat lawaai maakt, dan is dat zo.

Lasciatemi cantare / Con la chitarra in mano / Lasciatemi cantare / Sono un italiano.

 

afbeeldingen:
1) www.dreamstime.com
2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Toto_Cutugno
3) www.corrierequotidiano.it

 

     Andere berichten

Bij de rozen

door Rogier de Jong   ‘Zij zijn voor sterven en vergaan geboren,’ zo dacht ik vluchtig toen ik bij de rozen was. Maar schrok, en...

Gedichten over lesgeven

door Ko van Geemert     Van jongs af aan heb ik geen doktertje maar onderwijzertje gespeeld. We hebben het over de jaren...

Geen gebrom van oude heren

door Jan Loogman     - Het werd, het was, het is gedaan schrijft Vasalis. Oude mensen blikken terug op hun leven en denken over...