door Pom Wolff
–
Waarom blijft van al het werk van een dichter die ene dichtregel over. Of waarom wordt dat ene gedicht van die dichter altijd maar weer geciteerd? Blijkbaar zijn de lezers – zonder dat zij elkaar kennen – vaak ook door de jaren heen – ongeacht de sociale of culturele klasse waartoe de lezer behoort – het eens dat die regel of dat gedicht een ‘goed’ gedicht is of een regel is met bijzondere poëtische waarde.
Een onweerlegbaar feit is dat een geschreven of zelfs een gesproken gedicht de boodschap is van een zender aan een ontvanger. Het lukt de zender van de boodschap ( de dichter) blijkbaar in een aantal gevallen om de ontvanger van de boodschap (de lezer of de toehoorder) met zijn boodschap te ontroeren.
Het antwoord op de Meander vraag – Wat Maakt Een Gedicht Goed? – laat zich in individuele gevallen makkelijk beantwoorden. Kijk en luister naar u zelf zou ik u aanraden. Lees een gedicht of een bundel gedichten nog een keer over en wijs de regels, de woorden , de delen van de zin aan die u emotioneren – en u weet wat een gedicht voor U goed maakt.
Kees Fens de befaamde VK poëzierecensent van vroeger legde mij ooit uit dat hij een nieuw gedicht in de leeservaring van alle gedichten die hij ooit eerder las plaatst en vervolgens waardeert. Dit zijn wijze woorden – meer kun je ook niet als criticus.
Uiteindelijk maakt de zender – de dichter dus – een gedicht GOED – door zoveel in zijn gedicht te stoppen of niet te stoppen – dat vriend en vijand, wit en gekleurd, LHBTIQA+ of minder, tijdgenoot of geen tijdgenoot, timmerman of hoogleraar dichters woorden omarmen. Zeg ik erbij: laat het maar van de liefde zijn.
Pom Wolff is dichter en de man achter Pomgedichten.
foto (c) Alja Spaan, juli 2019