LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Bloemlezing – Achter mijn rug hobbelt haar stemmetje mee

3 feb, 2023

Vrijdagmiddag – bij de voordeur een knuffel op een koffertje

door Jeanine Hoedemakers




Barbé schrijft haiku’s en haibuns. Hij bracht in 2020 de bundel Stofjes verdriet uit. Deze bundel bevat haiku’s en haibuns over vergankelijkheid, dood en afscheid. Met enige regelmaat publiceert Barbé in de periodiek voor Japanse dichtvormen: Vuursteen, een gezamenlijke uitgave van de Haiku Kring Nederland en het Haiku- centrum Vlaanderen.

De bloemlezing ziet er goed verzorgd uit. Hij heeft een eenvoudige witte omslag met een suggestieve grijze cirkel. Op de binnenflap van zowel de voor – als achterkant staat een tekening. De haiku’s zijn onderverdeeld in zeven series. Elke serie opent met een haiku en ook daar staat een tekening bij. Ik heb geen naam van een tekenaar kunnen ontdekken dus ik neem aan dat de tekeningen van de samensteller zelf zijn. De titel van de bloemlezing, Achter mijn rug hobbelt haar stemmetje mee, is ontleend aan de laatste haiku van serie twee en vind je op p. 41. De derde regel van deze haiku is: ‘over de keien’. Ook zonder de keien snap je de haiku, maar met die keien erbij hóór je als het ware het stemmetje. De haiku is geschreven door Marlène Buitelaar. Het is een goed gekozen titel, hij nodigt uit en schept verwachting. Het is wel een lange titel.

Een tekst die ook verwachting schept staat op de achterkant:

‘Dit is de eerste Nederlandse bloemlezing van haiku’s over kinderen. Zij bevat meer dan 300 haiku’s van 155 binnen- en buitenlandse auteurs. Sommige gedichten zijn eeuwen geleden geschreven, andere zijn van recente makelij. Deze bundel illustreert de rijkdom en diversiteit aan invalshoeken, ideeën, sfeerscheppingen en emoties van deze poëzievorm. De winst van de verkoop van deze bundel gaat naar de Vlaamse Vereniging voor Pleegzorg en de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen.’

de eerste weeën –
het zwellen van de zee
voordat de golf breekt

Joanne van Helvoort

p. 5

Met deze haiku wordt serie één geopend. Het kind gaat geboren worden. Ofschoon de haiku wat al te geconstrueerd op me overkomt, kan de opening voor een bundel met het kind in de hoofdrol nauwelijks treffender zijn.

Gingen de haiku’s in de eerste serie over zwangerschap en pasgeboren baby’s, in serie twee is er de peuter. Mooi gezien en neergezet vind ik de haiku op p. 30:

een uk in de trein
zijn plastic vee graast
in het luchtrooster

Marie-José Van Uffelen

Op p 31 staat een erg leuke Franstalige haiku, uiteraard met Nederlandse vertaling. Hij is van Marc – Adolphe Guégan. De haiku gaat over een pop in de winkel. De dichter maakt op speelse wijze gebruik van een omkering. Het meisje wil de pop niet kopen. Nee, nee, de pop wil een meisje kopen om mee te spelen. Als lezer kan ik hier wel vrolijk van worden. Het zou me niet verbazen als er een meisje een pop rijker werd. De haiku doet me denken aan een jongetje dat lang geleden eens onze huiskamer binnenstapte. Na goed om zich heen te hebben gekeken liet hij zijn blik verlangend op de fruitschaal rusten en zei: ‘Wij hebben thuis geen bananen’. Dat kinderlijke indirecte om de ‘buit’ binnen te halen vind ik ook in de haiku terug. Deze tweede serie van de bundel is voornamelijk een feest om te lezen! Een kleine schatkist tot aan de rand gevuld met lieve, grappige beelden en tot mijn grote verbazing staat er ook een haiku van mij in. Hij wordt in de bundel toegeschreven aan Ferre Denis. Maar het is de eerste haiku uit mijn haikubundel Pauwenveren en judaspenning uit 2011 door Uitgeverij Vliedorp. Ferre Denis recenseerde deze bundel destijds. Hij en ik hebben jarenlang plezierig samengewerkt in de redactie van Vuursteen. Mijn eerste gedachte is dan ook niet dat hij hem zal hebben ingediend. Zou de fout ooit ontdekt zijn als ik niet zelf toevallig degene was die deze bloemlezing recenseerde voor Meander!?

duidelijk zichtbaar
in het handje van haar zoon
dochters tandafdruk

Jeanine Hoedemakers

p. 39

De volgende haiku is te vinden in de derde serie. In een eenvoudig beschreven handeling toont de haiku je zowel de kindertekening als een goedbedoelende vader. Goed voor een brede glimlach. Tevens is het een mooi voorbeeld om te laten zien dat het taalgebruik niet ingewikkeld hoeft te zijn. De haiku is ongekunsteld, beeldend en daardoor effectief. Het is zo, dat je in een haiku best een keer mag liegen als dit beter is voor het eindresultaat. In dit geval denk ik dat de dichter de waarheid vertelt en de tekening daadwerkelijk ondersteboven ophing.

zijn dochters kunstwerk
hangt hij aan de keukenmuur
ondersteboven

Bernhard de Coen

p. 45

Serie vier opent met een erg herkenbare, maar vooral ook sterk verwoorde haiku van Willy Callens. De dichter blijft keurig zelf weg uit de haiku.

kleinkinderen –
het oude speelgoed beleeft
een tweede jeugd

p. 77

In deze serie staan veel herkenbare haiku’s voor elke willekeurige opa of oma. Een oma die maar één kleuter ziet op het grootouderfeest (Frieda Gheysens, p. 81). Een kleinzoon van vier die opa aanwijzingen geeft tijdens het bouwen van een burcht (Ferre Denis, p. 83). Op p. 84 vinden we een schattige haiku over een klein meisje dat haar opa onderbreekt om zelf het liedje te zingen dat hij zingt, want hij zingt het fout. Ik zie het meisje zó voor me. De haiku is geschreven door Gerda Hooijberg. Ook een haiku die Herman van Rompuy schreef voor zijn kleinzoon vond een plek in deze serie.

De haiku’s in serie vijf gaan over eerste, prille liefdes. De kinderen worden groot, ze worden zelfstandig. Jongens veranderen in mannen, meisjes in vrouwen. Ze vliegen uit. Een lieflijk voorbeeld vind ik de haiku over een jong meisje op de drempel naar volwassenheid.

Het meisje fluistert
terwijl hij haar het hof maakt,
zacht tegen haar poes

Anoniem (vertaling Henri Kerlen)

p. 91

In de zesde serie gaan de haiku’s over verdrietige gebeurtenissen en herinneringen. Ze liggen soms erg dicht bij de dichter. Het verlies van een kind, een zus, de moeder. Een haiku die ik uit deze gevoelige serie durf te kiezen:

Op het kindergraf
tonen pop en beer nog steeds
hun mooiste glimlach.

Herwig Verleyen

p. 100

Een fraaie haiku, één waar ik niet omheen wil, vind je op p. 117 in de zevende en tevens laatste serie van de bloemlezing.

mijn kinderen
al hun leeftijden
hebben ze nog

Max Verhart

Hier vat de dichter in slechts acht woorden alles samen. Liefde, vaderschap, opgroeiende kinderen, ouder worden, weemoed en de bloedband. De haiku vat tevens goed samen waar alle haiku’s in deze serie min of meer over gaan. De haiku is er een van het soort dat aangedragen zou kunnen worden door een deelnemer aan een workshop. Een antwoord op de vraag: is dit een haiku, zou ik niet onmiddellijk paraat hebben.

Wat ik als eerste deed toen ik de bloemlezing ontving was achterin kijken om aan de hand van de gekozen dichters een indruk te krijgen van de opgenomen haiku’s. Als oud-redacteur van Vuursteen en lid van de Haiku Kring Nederland vielen de voor mij bekende namen natuurlijk onmiddellijk op. Het voelde als ontdekken dat er een feest was gegeven waarvoor ik niet was uitgenodigd. Ik vernam het omdat vrienden opgetogen vertelden hoe gezellig het was geweest. Op p. 126 en 127 schetst Barbé in het kort hoe het boek werd samengesteld. Uit de tekst blijkt dat er in 2021 in het zomernummer van Vuursteen een oproep heeft gestaan, waarin verzocht werd om haiku’s rond het thema ‘kind’ in te sturen. Dat verklaart voor een deel al die bekende namen. De bibliografie op p. 133 toont de titels van naslagwerken, bloemlezingen en een persoonlijke, in eigen beheer uitgegeven, publicatie waarvan de samensteller gebruik heeft gemaakt.

Van sommige dichters staat er maar één haiku in de bundel. Van anderen – wel vaker door de Haiku Kring Nederland naar voren geschoven dichters – werden veel haiku’s opgenomen. Om misverstanden te voorkomen; ik gun deze dichters hun plek in de bloemlezing van harte. Waar echter de ene dichter regelmatig wordt overbelicht, blijft een andere dichter onderbelicht. Het is een vorm van bepalen waarvan ik niet zo gecharmeerd ben, al zeker niet in een bloemlezing. Er zijn ook haiku’s van inmiddels overleden Nederlandse oud-redacteuren van Vuursteen opgenomen in de bundel en dat is goed. Er had daarnaast ook gekozen kunnen worden voor haiku’s van een nog levende Nederlandse oud-redacteur. Dat zou een terechte keuze zijn geweest en de jammerlijke fout op p. 39 was daarmee voorkomen.

Met inachtneming van de genoemde kanttekeningen, stelde Luc Barbé met Achter mijn rug hobbelt haar stemmetje mee, een bloemlezing samen waarvan de lezers ongetwijfeld zullen genieten. Misschien neemt een lezer zelfs spontaan de pen ter hand om ook een haiku te gaan schrijven.
____

Bloemlezing (2022). Achter mijn rug hobbelt haar stemmetje mee – De mooiste haiku’s over kinderen, samengesteld door Luc Barbé. Skribis, 306 blz. € 17.00. ISBN 9789464445411

     Andere berichten

Mischa Andriessen – Pieta

Mischa Andriessen – Pieta

Een piëta van vader en zoon door Æde de Jong - - Pieta is de zesde dichtbundel van Mischa Andriessen en het laatste deel van een drieluik...