LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Jaap Bakker – Een zieke is een oude trui

8 feb, 2023

Losse draden gebundeld

door Inge Boulonois




Een zieke is een oude trui. Plezierige en minder plezierige gedichten vormt de derde bundel van Jaap Bakker (Groningen, 1967). De ondertitel geeft klip en klaar aan dat de inhoud niet alleen maar luchtig is. Zijn eerste twee uitgaven Hersenbeletsel en Afslag I gaan eveneens over ziekte en eraan gekoppelde misère en strijd. Als gevolg van enkele ongelukken lijdt Jaap Bakker aan het postcommotioneel syndroom met tal van symptomen waaronder concentratieproblemen, depressie en vergeetachtigheid.
De ziekte belet hem echter niet om op hoog niveau te dichten: bij het NK Light Verse te Emmen hoorde hij twee keer tot de genomineerden en sleepte in 2020 zelfs de derde prijs weg.

Op de cover van Bakkers nieuwste bundel prijkt, als sprekend beeld van een zieke, een oude moskleurige trui met gaten en losse draden. Als motto fungeert het gedicht ‘Opdracht’. Het boek is aan iedereen opgedragen die het niet lukte een of ander doel te halen, Jaap Bakker incluis die zich met zelfspot ‘druiloor en oen’ noemt. Het malheur is doorgaans hyperbolisch, dus humoristisch beschreven.

De klachten weerhouden Jaap Bakker evenmin van complexe dichtvormen. De bundel bevat een bewonderenswaardige hoeveelheid kransen en zelfs een kransenkrans. In ‘Hersenpaniekvoelbal’, een kloppende ollekebollekekrans, noemt hij zijn klachten een ‘allesseizoenendip’. Dat zijn makkes niet aan jaargetijden gebonden is, blijkt eveneens uit de elegante, danteske terzinenreeks ‘Vier jaargetijden’. De laatste ironische regels ervan: ‘Ik ben nooit lang van levensvreugd verstoken / Ook nu heb ik weer aangenaam gemord’.

‘Eettherapie’ is een hilarische, halve sonnettenkrans over een fictief radioprogramma. Ene professor Kuipers (hier een psychiater) wordt geïnterviewd over een nieuwe, door hem zelf verzonnen eettherapie. De titel van Bakkers bundel is ontleend aan wat de hoogleraar te berde brengt: ‘Een zieke is een oude trui, die moet je gaan ontpillen’ – mooie vondst, die dubbele betekenis van het woord ‘ontpillen’.

De bundel herbergt ook een sonnettenkruis, een nieuwe, door Jaap Bakker bedachte versvorm. Dit gedicht heet toepasselijk ‘Elk huisje’. Anders dan in een sonnettenkrans zijn de regels in een sonnettenkruis niet door begin- en eindrijm geschakeld, maar kruislings verbonden. Er komen zelfs bouts-rimés in voor! De lightversedichter draagt zijn kruis als ‘sneue partyganger’. Zijn zelfbeeld klinkt zowel schrijnend als origineel: ‘Tot schimpscheut en tot scherts ben ik gedoemd / Een uitlegkruisje wordt dat wel genoemd’.

Lang niet alle gedichten in de bundel zijn trouwens aan ziekte te relateren. Van rijmkunst getuigt ‘Sint’.

Bij een roestplek op uw schoffel
Slappe specie op de troffel
Zoen die ruikt naar oude knofl-
Ook bij duister geldgemoffel
Onwelluidend tromgeroffel
Bidden wij tot Sint Christoffel

Dat het ‘ik’ een maaksel is, spreekt uit de sonnettettekrans ‘Het product ik’. In zeven ludieke snelsonnetten schetst de dichter hoe de mens zich voor gouden bergen overgeeft aan hol Engelstalig jargon als development, inspirators, agile pivot. In ‘Zelfwezen’, een sonnettenkrans in terza rima, onderzoekt de dichter zijn innerlijke zelf en worstelt met een gevoel van dualiteit.

Aan onderwerpen geen gebrek in deze bundel. Draden en gaten van de trui komen voort uit medicijngebruik, faalangst, eetproblemen, deceptie en wat dies meer zij. Het Petrarcasonnet ‘Ondertussen’ schetst zijn dagelijkse realiteit inclusief onderhuidse gevoelens.

Terwijl de kranten dagelijks berichten
Van hongersnood en pest en stammenstrijd
Vervuilde zeeën, PFAS, koeienschijt
En leiders die hun egorijken stichten

Verdrinkt dit nieuws in dagelijkse plichten
Uit overlevingsdrift of lijdzaamheid
Van chemoschema’s van het zorgbeleid
In stomawissels en in pijn verdichten

Dit alles rijm ik keurig in het pak
Aan mij de taak de uitgezette webben
Van dag tot dag te oogsten met gejuich

terwijl ik dode vlieg en dauwdrop zuig
zal aanstonds mijn spinnijdigheid wel ebben
Omdat ik er opnieuw een vers van bak

De sonnettenkrans ‘Farce poëtica’ en de septettenreeks ‘Eettherapie’ zijn mijn favorieten uit de bundel. In de poëticale krans ridiculiseert Bakker zijn dichterschap. Hij schrijft ‘versjes slap als Candlelightromans’, hij heeft het over een grap als ‘kwak make-up’. ‘Het draait erom’, zo debiteert de dichter ridiculiserend, ‘Dat jij veel klanken spuit’. Door de krans heen druppelt intertekstualiteit. Het veertiende sonnet:

De geur van mijn soufflés is mijn grimeur
Waarmee ik even oplicht voor een uur
En dan weer wegzink in de sleurterreur

Een ogenblik ben ik een lopend vuur
Daarna al snel weer een vergetelmerk
Elk vers heeft in dat opzicht zijn cesuur

Is dit genoeg voor een genoeglijk zerk?
De vraag: heb ik mijn tijd wel goed besteed
Klotst antimetrisch tegen ’t voetenwerk

Een sluitend vers verkorst gerezen leed
Want zit ik niet zo lekker in mijn vel
Dan heb ik snel een luchtig deeg gekneed

Ik dobber in mijn woordenarchipel
En u maar denken: nou, die redt zich wel

Het begin van de regel ‘Is dit genoeg voor een genoeglijk zerk?’ vormt een allusie op de bekende retorische vraag ‘Is dit genoeg; een stuk of wat gedichten / voor de rechtvaardiging van een bestaan’ van J.C. Bloem, wiens leven ook niet over rozen ging.

Direct na ‘Farce poëtica’ volgt ‘Yakult’, een zevenregelig vers met slagrijm. Jammer dat dit direct na zo’n fraaie krans geplaatst is; het komt daar niet tot z’n recht en had beter tussen andere afzonderlijke verzen kunnen staan. Temeer daar ná dat korte vers meteen een originele kransenkrans (van sonnettetten oftewel snelsonnetten) begint, en wel ‘Een nieuwe morgen’, die meteen het slot van de bundel vormt.

Inmiddels verschenen in Nederland al aardig wat sonnettenkransenkransen. Bakkers snelsonnettenkransenkrans ‘Een nieuwe morgen’ is, voor zover mij bekend, een literair unicum, opgebouwd uit 43 gedichten. (Achterin de bundel staat het schema van deze versvorm evenals van het sonnettenkruis vermeld.) De eerste regel van het eerste vers ‘Een nieuwe morgen biedt een nieuwe kans’ is tevens de eerste regel van het grootmeestersonnettette. Is er hoop op een nieuwe toekomst, een happy end? Daarvoor moet je de krans lezen.

Door de veelal hyperbolische voorstelling van zijn kommer en kwel weet je dat Een zieke is een oude trui geen een op een autobiografie is. De motieven van het thema ziekte – het veranderde denken en sociale leven, medicijngebruik met de neveneffecten ervan, depressie en niet de vergeten de worsteling met het zelfbeeld – lopen als draden van de oude trui door de bundel heen, terwijl een variëteit aan complexe, gebonden verzen de revue passeert. De dichter ridiculiseert, ironiseert en sublimeert door middel van professioneel gebakken vaste versvormen, die hem ongetwijfeld meer houvast schenken dan vrije verzen zouden doen. Tegelijk toont hij lezers wat de impact van zijn trauma is op het dagelijks leven. De uit innerlijke noodzaak geschreven bundel vormt de neerslag van de unieke wijze waarop een lightversedichter met psychische en fysieke klachten omgaat. Een zieke is een oude trui laat je als lezer niet onberoerd.
____

Jaap Bakker (2023). Een zieke is een oude trui. Plezierige en minder plezierige gedichten over zieke zaken. Mijnbestseller.nl, 130 blz. €17,51. ISBN 9789403639284

     Andere berichten

Maria de Groot – Klokkenstoel

Maria de Groot – Klokkenstoel

Het voorgeschrevene en zijn afwijkingen door Ivan Sacharov - - Maria de Groot (1937) heeft als Nederlands schrijfster en theologe een...

Guido Gezelle – De kleine Gezelle

De kleine kaart door Peter Vermaat - - Gezelle. Voor een ‘Ollander van boven de rivieren blijft die naam voornamelijk kleven aan een paar...

Jabik Veenbaas – Kamermuziek

Jabik Veenbaas – Kamermuziek

De grootsheid van kleine dingen door Hettie Marzak - - Op Wikipedia wordt uitgelegd wat kamermuziek is: ‘muziek voor kleine, enkelvoudige...