Janine Jongsma (te Marvelde, 1965) wijdt zich sinds 2010 serieus aan de poëzie. Haar gedichten werden opgenomen in literaire magazines en bloemlezingen. Haar werk is regelmatig genomineerd of won een prijs. In 2019 verscheen haar debuutbundel Gewoon logisch, uitgeverij Voetnoot. Momenteel is zij eindredacteur voor de rubriek Recensies bij Meander. Ook verzorgt zij onze wedstrijd rond de Rob de Vos-prijs.
–
Daar schrijd ik in mijn prachtig bruidskleed
over het gangpad naar het Mariabeeld
Het hoofd gebogen, de kaars in mijn handen
let ik op dat mijn haren niet verbranden
–
Daar sta ik dan voor de Moeder van God
‘Wees gegroet’ spot het zevende gebod
Mijn blik blijft hangen bij haar gewaad
ik snak naar voorspraak en wijze raad
–
Ave Maria, Ave Maria, klinkt het in koor
schijnheilig gluur ik naar meneer pastoor
Ik sta hier nu heel vroom te doen
maar ben een vrouw van onfatsoen
–
Ave Maria, Ave Maria, het orgel zwelt aan
mijn teken om waardig terug te gaan
Ik buig voor Maria vol van genade
bid voor mijn zondaars daden
–
Maar dan! Ik struikel over mijn sleep
lieve God, houdt mij a.u.b. in uw greep?!
Ik wankel en val voorover in volle vaart
Jezus! Languit tegen de kaarsenstandaard
–
Moeder Maria kijkt maagdelijk tevreden
Zij vergeeft nimmer lichte zeden
En ik besef: ik heb afgedaan voor haar
als ik naar de ravage van mijn leven staar
–
Ik ga roerloos liggen in je hart
als ik ’s nachts tegen je aankruip
tot de slaap jou heeft overmand
en ik stiekem naar boven sluip
–
om jouw geheugen te ontdoen
van nieuwe vrouwen in het bestand
brutaal geschreven op de muur
van je hersenen aan de gevoelskant
–
hebben zij in goud glanzende krullen
opzichtig hun naam sierlijk gespeld
trekken uiterst verleidelijk de aandacht
kirren haast om te worden voorgesteld
–
woest kras ik al hun namen door
met mijn dikke zwarte watervaste stift
kerf in blokletters bloedrood mijn naam
met mijn blote vingers gedoopt in drift
–
Ik wilde een sonnet schrijven
Noem het voor mijn part drang
Of wellicht uit eigenbelang
Om u te vragen ervan af te blijven
–
Geen diepzinnig commentaar
Het is puberaal en onbeschaafd
Dat u beter poëtisch hoog draaft
Bij het raken van de juiste snaar
–
Maar ik weet u laat zich niet onderdrukken
Omdat de dichter immer tekortschiet
Zult u als eerste mijn kop eraf rukken
–
De overige correcties volgen subiet
Waardoor ik ga zoeken naar uw eigen stukken
Dit sonnet schrijf ik beter van niet