door Willem Tjebbe Oostenbrink
–
tekening © Willem Tjebbe Oostenbrink
Een tijdje terug las ik de roman De eenzaamheid van priemgetallen. De twee hoofdpersonen maken in hun jeugd een dramatische gebeurtenis mee, die de rest van hun leven zal beïnvloeden. De schrijver Paolo Giordano vergelijkt de eenzaamheid van de personen met priemgetallen die vlak bij elkaar zijn, maar niet dicht genoeg om elkaar aan te raken. De priemgetallen zijn een metafoor voor het niet in staat zijn met elkaar te communiceren. Deze column gaat over getallen en cijfers die wel met elkaar communiceren en verbindingen met elkaar aangaan.
Hoewel in het digitale tijdperk het minder wordt gedaan, delen mensen hun telefoonnummer af en toe nog mondeling. De charme van telefoonnummers oplezen is dat er veel mogelijkheden bestaan.
Iemand kan het nummer 06-81267785 doorgeven als: nul zes acht één twee zes zeven zeven acht vijf. De ander die verifieert of het klopt lees voor: nul zes, éénenachtig, zesentwintig, zevenenzeventig, vijfentachtig. Waarop de eigenaar van het nummer verstoord roept dat het te snel gaat, want hij had niet 06-81 26 77 58 gezegd. Maar als er staat: 06-812 677 58 leest iemand opeens: nul zes achthonderdtwaalf, zeshonderdzevenenzeventig achtenvijftig. Witte ruimte heeft haar waarde. Het hakken van een telefooncijfer in kleinere getallen lijkt op een zin die opgeknipt en verdeeld wordt over meerdere regels. Er ontstaat nieuwe betekenis. Misschien is het wel een vorm van encoderen. (Aangezien encoderen verschillende betekenissen heeft, zeg ik erbij, waar ik op doel: Encoderen is het proces waarbij een persoon een boodschap of informatie omzet in symbolen, tekens, taal of andere vormen die door een communicatiekanaal kunnen worden verzonden en begrepen door de ontvanger.)
Door cijfers op een bepaalde wijze te lezen kun je een rekenkundige onderlinge samenhang aanbrengen. Bijvoorbeeld nummer 32764316 uitspreken als 32 7 64 1 16 creëert drie tweetallen die iets gemeenschappelijks hebben: 32=4×8, 64=8×8, en 16=2×8. En de twee losse cijfers 7 en 1 vormen samen ook 8. Wat een mooi nummer! Doet poëzie niet hetzelfde met woorden?
Minder rekenkundig ingestelde geesten lopen hier waarschijnlijk niet warm voor. Toch zijn er veel mogelijkheden zonder aan het rekenen te slaan. Je kunt ook in pincodes en postcodes verbanden leggen met huisnummers, leeftijd of een jaartal. Of een datum zoeken die betrekking heeft op een historische gebeurtenis, geboorte of huwelijksdag. Op die manier ontstaan ezelsbruggetjes om cijfers en getallenreeksen gemakkelijk te onthouden en extra betekenis te geven.
In de kunst en de literatuur tref je veel gevallen aan waarin mensen zich laten inspireren door formules en cijferreeksen. Al die reeksen hebben het sonnet opgeleverd met ritme en metrum. Het acrostichon, het naamdicht verwerkt hele woorden in de beginletters van de regels (zoals Willem van Nassau).
Veel stijlfiguren bestaan uit reeksen zoals de opsomming. Nijhoff maakt in zijn gedichten regelmatig gebruik van opsomming. De climax en de anticlimax bestaan vaak uit drie situaties. Veel grappen maken daar gebruik van en zijn gebaseerd op drie voorvallen of handelingen.
In de muziek is er Johann Sebastian Bach. Hij componeerde muziekstukken met het BACH-motief. Het motief fungeerde als een muzikale handtekening met de noten Bes, A, C, B (in het Duits is deze notenreeks mogelijk doordat de Duitsers de Bes B noemen en de B een H). In de poëzie vind je gedichten die zijn opgebouwd aan de hand van woorden met bepaalde klinkers zoals oo of aa. Dat lijkt wel op wat Bach deed met muziek.
Waarom zo moeilijk doen, zou je je kunnen afvragen. Hier heb ik niet een sluitend antwoord op. Ik denk trouwens dat, hoewel elke mogelijke vraag wat mij betreft ook gesteld kan worden, deze in dit geval niet ter zake is. Mensen die het moeilijk vinden, zullen het laten. Mensen die het wel doen, vinden het niet moeilijk, maar juist leuk om te doen.
Het is een plezier in het oproepen van suggestie en het scheppen van samenhang door het creëren en structureren van een nieuwe wereld aan de hand van cijfers en taal. Poëzie in cijfers en getallen kan leuk zijn, omdat je daarna anders naar begrippen leert kijken. En verbanden kunt ontwikkelen tussen figuurlijke en letterlijke betekenissen, specifiek en algemeen en concreet en abstract.
Zo kunnen de volgende zinnen rijmen, zolang ze op een bepaalde manier worden gelezen.
. Lijkt het jou niet prachtig:
. 8 en 7 te laten rijmen als 87?
. Al leveren zulke zinnen soms flauwekul
. spreek 99 uit zoals je wilt, maar het komt precies met 100.
. Na een paar van zulke regels denk je bij je zelf
. rekenen is niet belangrijk wel het lezen van 11.
. Zo ligt de uitspraak van bijvoorbeeld 100
. besloten in de volgende regel, zei hij verwonderd.
De betekenis van een regel krijgt een meerwaarde door de regel die erop volgt. Dat heeft wel iets poëtisch.