LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Klassieker 273: Gerrit Kouwenaar – rebuut

16 sep, 2023
door Fred Tak

Meander Klassieker 273

Fred Tak bespreekt ‘rebuut’ van Gerrit Kouwenaar (1923 – 2014), een kort gedicht met elk woord precies op zijn plaats. Een gedicht over het gevoel van meegesleurd te worden in de maalstroom van het uiterlijke leven, maar ook over hoe het anders kan en moet.

rebuut

Het is laat zoals ieder jaar, de tijd
zit krap in zijn heden, vandaag
is steeds weer geweest

steek dus het licht aan
dat de toekomst nog uitspaart, spreek
het brood aan dat nog niet doof is, maak
de taal waar achter zijn tekens, spel
het vlees, stil de tijd, leef nog even –





Gerrit Kouwenaar (1923-2014)

uit: een geur van verbrande veren (1991)
uitgever: Querido

Analyse

Het gedicht ‘rebuut’ uit de bundel een geur van verbrande veren uit 1991 gaat overduidelijk over het begrip tijd. Maar dan tijd op een dubbele manier bedoeld. Er is een verschil, zo lijkt het, tussen een kloktijd en een innerlijk beleefde tijd. In de eerste regel zie je dit dubbele al terug:

Het is laat zoals ieder jaar, de tijd

Er is het laat zijn. Dit laat zijn is de innerlijke beleving, ieder jaar is de uiterlijk vastgestelde tijd. Er is een spanningsveld tussen de twee, de beleving van tijd past niet geheel in de hoeveelheid tijd die er daadwerkelijk is. Het is niet nieuw, dit spanningsveld, het gebeurt ieder jaar opnieuw, m.a.w. het is een terugkerend ritueel. Mooi hoe de regel doorloopt naar de volgende, met na de komma de tijd

zit krap in zijn heden, vandaag

Er wordt nog een schepje bovenop gedaan. De beleefde tijd valt niet samen met het heden, nee, het zit erin opgesloten als in een doosje. Maar het doosje is te klein, het leven van alledag duurt te kort om alle tijd in te stoppen. De innerlijk beleefde tijd heeft te weinig ruimte, er is geen balans met het heden. Met weer het begin van een volgende zin na de komma, vandaag.

is steeds weer geweest

Het heden is zo snel voorbij dat het alweer verleden tijd is voor je er erg in hebt. De dagen vliegen om, zou je kunnen zeggen, zonder dat er ruimte is om er iets innerlijks aan te beleven. Je hebt het gevoel voorbij te gaan aan het leven.

Zo bouwt het gedicht de beleving van de haast, het druk-druk zijn van alledag en het gevoel te hebben aan het innerlijke leven voorbij te gaan in drie regels geleidelijk op. Eerst is er de constatering van het laat zijn, daarna het gevoel van krapte in de tijd, om in de derde regel de ervaring te hebben dat de tijd gewoonweg te snel gaat om innerlijk beleefd te worden. Alsof je achter de feiten (de tijd) aan holt. En dat iedere dag weer, het gevoel van meegesleurd te worden in de maalstroom van het uiterlijke leven.

Er volgt een spatie, alsof er even adem gehaald moet worden. Opvallend, geen punt na deze strofe, geen komma. De stroom (het voortgaan van de tijd) houdt niet op, gaat als vanzelf over in de tweede strofe.

steek dus het licht aan
dat de toekomst nog uitspaart, spreek


Na de constatering dat het tempo te hoog ligt om bij te kunnen benen, volgt hier een oproep, een advies, om bij te komen, om de opgelopen achterstand in te halen. Er dient een licht aangestoken te worden, staat er, een licht dat de toekomst nog uitspaart. Kennelijk creëert dit ontstoken licht ruimte in het innerlijk van de mens, zodat er meer ruimte is om de tijd wezenlijk te beleven.

het brood aan dat nog niet doof is, maak

Er volgt een tweede advies, door het brood aan te spreken dat nog niet doof is, dat dus luisteren wil. Dit brood is mijn lichaam, denk je meteen. De Bijbelse symboliek is herkenbaar, het is het wordende dat aangesproken dient te worden, niet een stilstaande toestand van zijn. Het wordende in de eigen binnenwereld, het groeiende aldaar dat nog niet doof is, d.w.z. dat gehoord en herkend kan worden.

maak de taal waar achter zijn tekens, spel

Een derde advies, nu richting de taal. De taal achter de tekens is de taal tussen de regels, de diepere motieven die aan woorden ten grondslag liggen. De tekens zijn slechts wat uiterlijk zichtbaar is. Daaronder schuilt het gezochte innerlijke leven. Dit dient waargemaakt te worden, tot waarheid letterlijk, zichtbaar ook.

het vlees, stil de tijd, leef nog even –

Na de drie adviezen, te lezen als geboden haast, volgt er een laatste – eveneens driedelige – opsomming van wat je te doen staat.

spel het vlees,
Sta stil bij het fysieke, beleef dit stap voor stap. Doorleef je lichaam, de wereld waarin wij bewegen.

stil de tijd,
Leg de tijd stil, ga niet mee in de ratrace van het dagelijks leven. Maar ook, wanneer je het woord stil niet als gebiedende wijs leest, maar als bijvoeglijk naamwoord, de tijd is stil wanneer je haar zo kan ervaren in je innerlijk. Een ervaring van zen, zo je wil, van een eindeloos beleven van jezelf en de wereld. De zee van tijd die in je innerlijk besloten ligt. De rust die daarvan uitgaat. ‘Stil de tijd’ werd de titel van een boek van filosofe Joke Hermsen dat bovenstaande ervaringen verder uitspit.

leef nog even –
Daar is het dus om te doen, om (zinvol) voort te leven. Je niet laten leiden door de kwantiteit van tijd, de kloktijd (Chronos volgens de Grieken), maar onder te duiken in de kwaliteit van tijd, de innerlijke tijd (Kairos volgens de Grieken). Die doet jou pas waardevol leven, die houdt jouw zingeving in stand. Voor nog even, tot zolang het duurt natuurlijk. Daar is niet echt een einde in aan te geven, vandaar dat het gedicht eindigt met een streepje, niet met een (eind)punt.

‘Rebuut’ is een kort gedicht van slechts twee strofen, bestaande uit respectievelijk drie en vijf regels. Met steeds een vlotte overgang van de ene naar de andere regel. De eerste strofe geeft het spanningsveld aan tussen beleefde tijd en kloktijd, de tweede strofe geeft adviezen hoe we ruimte in onze beleving van tijd kunnen creëren, met een laatste zin die als een conclusie valt op te vatten. Die conclusie valt samen met de titel van het gedicht ‘rebuut’, dat afgeleid is van het Franse werkwoord rebuter, dat uitzetten betekent. Zet alles aan kloktijd uit en begin het leven opnieuw, nu vanuit een innerlijke beleving.

Het is een streng gedicht, vol diepgang en symboliek, ontledend, met elk woord precies op zijn plaats. Een gedicht dat vraagt om contemplatie, om bezinning. Het roept op tot inkeer van wat werkelijk van waarde is.

 

Meander Klassiekers

In deze rubriek bespreken we elke maand een bijzonder gedicht, dat de tand des tijds heeft doorstaan. Of zal doorstaan. Sinds 2000 zijn in deze reeks ruim 200 analyses verschenen. Klik hier voor recente klassiekers, en hier voor een overzicht van de klassiekers vanaf 2000 – heden.

Reageren op deze bespreking?

Neem contact op met de redactie: Xklassiekers@meandermagazine.nlX (verwijder de hoofdletters X uit dit adres)

Zelf een bijdrage leveren?

Mocht u zelf ideeën hebben voor een bespreking, neem dan tijdig contact met ons op: Xklassiekers@meandermagazine.nlX (verwijder de hoofdletters X uit dit adres)

Joost Dancet, redacteur Meander Klassiekers

     Andere berichten