LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Over biografieën

17 sep, 2023
door Hans Franse


Jaap Buys jr. was een bijzonder man, erudiet socialist, vaak optredend voor de VARA-radio, ook hoofd van de Hartelustulo in Bloemendaal, een uiterst intelligent mens die via de Kweekschool zich ontwikkeld had. Hij toonde mij zijn bibliotheek die bijna volledig gevuld was met biografieën. Hij leerde er veel van, zei hij, mensenkennis en de geschiedenis van de tijd. Jaap Buys jr. was een volksontwikkelaar en de biografie was voor hem een spiegel van het menselijk streven naar verdere emancipatie.

Een biografie van een schrijver of dichter is veeleer een boeiend geschreven studie over een kunstenaar en zijn werk. In een column over de Neerlandicus Bart Slijper die een biografie over Nijhoff had voltooid, toonde ik mij enthousiast over het feit dat er eindelijk een biografie van Nijhoff kwam. Die column was aanleiding voor een fascinerende en leuke emailwisseling. Een lezer schreef dat hij er niets van verwachtte. De biografie van Bloem die Slijper had gewrocht, Van alle dingen los, vond hij zelfs nog te goed voor het oud papier; zo slecht dat hij het nog steeds zonde vond van zijn geld, dat hij liever in de kroeg had uitgegeven. We vroegen ons af of een monografie niet beter zou passen bij sommige schrijvers dan een biografie, zoals het prachtige essay van Maurice Gilliams over Paul van Ostaijen Een bezoek aan het Prinsengraf, misschien het meest perfecte wat ooit over hem geschreven is.
Toen ik de biografie van Bloem uit de bibliotheek wilde halen, was die er niet. Ik heb daarom maar de biografische aantekeningen van Clara Eggink gelezen, Een leven met Bloem, waarin een wat landerige, luie, dichtende, corpulente, veel alcohol drinkende man wiens maatschappelijke arbeidsverleden, om het zachtjes te zeggen, miserabel was, wordt beschreven door iemand die van hem hield.
Twee recente biografieën zijn goed ontvangen: De dichter die de wereld wilde veranderen over Paul van Ostaijen door Matthijs de Ridder en: men moet van Arjen Fortuin over Gerrit Kouwenaar.  Overigens was Slijpers biografie van Bloem, zijn proefschrift, ook goed ontvangen.

Volgens de Ridder is een biografie vier boeken tegelijk: levensbeschrijving, een geschiedenis van de tijd waarin de dichter leefde, een beschouwing over het literair werk en een roman. Het gaat om feiten: ‘A biographer is an artist under oath’ zei Desmond Mac Carthy.
Kijk ik naar de bijna feilloze Documentatie die Gerrit Borgers over Paul van Ostaijen bijeenbracht dan is die tweedelig grondige studie met chronologische feiten door vele documenten gestaafd, geen roman. Wel onmisbaar om die ‘roman’ te schrijven. Een ‘vie romancée’ is het andere uiterste, zoals het prachtig boek van Hella Haasse Het woud der verwachting, over Charles van Orléans; je leest die biografische roman, genietend van de schoonheid. Maar is het een biografie? Misschien ga je toch meer van Charles’ poëzie houden als je in Het woud der Verwachting verdwaalt. De documentatie over van Ostaijen biedt je vooral de gelegenheid de maatschappelijke omstandigheden te volgen.
Een biografie moet leesbaar zijn, je moet hem in één adem uitlezen. Objectieve feiten zijn uiteraard de ruggengraat, maar het verhaal moet je dit leven inzuigen.
Toen Hanny Michaelis de biografie van van Oudshoorn van Wam de Moor besprak (Tirade 1984) en weerwoord gaf aan critici ging ze in op een viertal eisen. Een biograaf moet het leven beschrijven op chronologische wijze en zich niet te buiten gaan aan herhalingen, hij of zij mag niet de fantasie de vrije loop laten, moet niet te zorgvuldig zijn en naar een totale volledigheid streven.

De biografie van Harry Prick over van Deijssel In de zekerheid van eigen heerlijkheid gaat daaronder gebukt, al slaagt Prick erin boeiend te schrijven en alles te begieten met een milde ironie. Tussen het objectieve feitenrelaas en de roman is de biografie een tussenvorm, die, hoe dan ook, boeiend en leesbaar moet zijn.
Ik heb door de pandemie en de pandemische hitte op mijn Italiaanse leef- en werkplek een aantal biografieën herlezen.

Het korte leven van Jacques Perk vind ik voortreffelijk en liefdevol: de geleerde en de schrijver Garmt Stuiveling versterken elkaar. Mijnheer Gezelle van Michel van der Plas is, heel subjectief, vol liefde en bewondering, een dichter over een dichter. Ik nam eindelijk de tijd de bijna volledige Documentatie over van Ostaijen door te nemen: vooral de documenten over Berlijn waren fascinerend.

Een wijze ging voorbij over Abel Herzberg, geschreven door een literair gevoelig journalist Arie Kuiper, boeit van begin tot eind. Voor een van mijn columns herlas ik de biografie van P.C. Hooft door van H.W. van Tricht, een mooie biografie, waarin ook veel literair – historische achtergrondinformatie, waardoor Hooft naar voren komt als de grootse lyricus van zijn tijd. De biografie en lijkrede van Geeraerdt Brandt uit 1647 begrijp je dan ook beter.

Als ik van Etty Mulder de biografie van Hélène Nolthenius lees Rede en vervoering schaam ik mij plaatsvervangend: de autobiografie overheerst, je leert Etty Mulder uitstekend kennen.

Het boek van Herman Pleij over Anna Bijns vind ik bij tijd en wijle saai, al is de wetenschappelijke samenvatting uitstekend. Werkend aan een recensie over de Reijnaert van Frits van Oostrom herlas ik Maerlants wereld en Nobel streven over Ridder Jan van Brederode, die ik beide fascinerend vond. De bescheiden biografie van Willem de Mérode door H. Werkman herlas ik na de emailwisseling: prettig, bescheiden en ter zake.

In november verschijnt de biografie De dichter Martinus Nijhoff. Dichter, toneelschrijver, criticus, medewerker NRC, groot vertaler, muziekliefhebber, betrouwbaar en geliefd officier in de meidagen van veertig, verzetsman, gepassioneerd minnaar, prozaschrijver en medewerker aan een spellingshervorming.. Hoe past zijn werk bij de tijd waarin hij leefde, hoe past zijn ontwikkeling bij Europese ontwikkelingen? En de chronique scandaleuse mag er ook bij. Deze elementen verwacht ik te vinden. Hopelijk lees ik die biografie in één adem uit.

 

afbeeldingen:
(c) Hans Franse

     Andere berichten

Bij de rozen

door Rogier de Jong   ‘Zij zijn voor sterven en vergaan geboren,’ zo dacht ik vluchtig toen ik bij de rozen was. Maar schrok, en...

Gedichten over lesgeven

door Ko van Geemert     Van jongs af aan heb ik geen doktertje maar onderwijzertje gespeeld. We hebben het over de jaren...

Geen gebrom van oude heren

door Jan Loogman     - Het werd, het was, het is gedaan schrijft Vasalis. Oude mensen blikken terug op hun leven en denken over...