Juryrapport Rob de Vos-prijs 2023
(Foto Pixabay)
Rob de Vos
Deze wedstrijd is een eerbetoon aan Rob de Vos, de geestelijk vader van Meander (1955-2018). Het uitgangspunt van Rob de Vos was het ontdekken van nieuw talent door middel van het uitschrijven van een poëziewedstrijd. Wij houden zijn gedachtegoed met deze wedstrijd in ere.
Inzendingen
De wedstrijd liep van 1 april t/m 30 september. De winnende gedichten zijn hier terug te lezen. De jury ontving de afgelopen maanden 192 gedichten, dat waren er minder dan in de vorige jaren. Een verplicht thema levert nu eenmaal een barrière op. Tien deelnemers werden genomineerd, hieruit koos de jury drie winnaars en zeven eervolle vermeldingen. De winnende gedichten waren van goede kwaliteit en lagen met hun cijfers van de jury dicht bij elkaar. De genomineerde gedichten sprongen eruit door het thema op natuurlijke wijze te hanteren in mooi taalgebruik en treffende beeldspraak.
Thema
Dit jaar hadden voor het eerst als thema gekozen voor een woord: Restwaarde. De deelnemers waardeerden het dat ze met het woord/begrip vele kanten op konden.
De jury
We hadden ook dit jaar een jury die geheel uit poëzierecensenten van Meander bestond. Recensenten zijn gewend om gedichten te analyseren en te interpreteren, het is hun dagelijks werk om gedichten te beoordelen. Zij kijken hierdoor met grote precisie naar een gedicht. De lat lag hierdoor hoog. Deze vakkundige jury heeft zich maandenlang gebogen over alle gedichten die zij anoniem onder ogen kregen:
- Peter Vermaat, juryvoorzitter (recensent)
- Hettie Marzak (recensent)
- Herbert Mouwen (schrijver, dichter, recensent)
- Hans Franse (schrijver, dichter, recensent)
- Jeanine Hoedemakers (dichter, recensent)
- Onno-Sven Tromp (dichter, schrijver, recensent)
Juryvoorzitter Peter Vermaat over zijn algemene indruk
Poëzie is gemaakt van taal. Aangezien ook de ondergrond van een poëziewedstrijd regelmatig moet worden omgespit, vormde dit jaar niet een kunstwerk, maar het woord restwaarde het thema van de wedstrijd.
Een dergelijke wijziging blijft nooit zonder gevolgen. Niet bij de inzenders en evenmin bij de jury. Zowel qua klank (een scherpe e, een lange a en een toonloze e) als qua metrum (de dactylus) bood het themawoord voldoende aanknopingspunten voor ritmische of zelfs sterk metrische (taal)gedichten. Veel inzenders gooiden het echter over de boeg van de inhoud, waarbij “het achterblijvende” niet geheel onverwacht tot het voornaamste onderdeel van het gedicht werd gemaakt. Bij minder ervaren of minder talentvolle dichters leidt dit onherroepelijk tot sentimentaliteit of al te persoonlijke – en daarmee niet naar de lezer overdraagbare – associaties en bij veel inzenders was dit helaas ook het geval.
Bij de beste gedichten bleek juist de combinatie van taal en inhoud de kracht van het geheel te leveren: het is ook niet heel vreemd dat de gedichten in de top 3 alle gaan over de vervagende ouderdom. Hoewel: ook fossielen, archeologische opgravingen of de gevolgen van hyperinflatie zouden als onderwerp binnen het thema hebben gepast, ja zelfs een strikt poëticale duiding zou de jury niet verrast hebben. Tegelijkertijd geldt dat als de jury blijkbaar eensgezind is in de waardering voor gedichten met juist de ouderdom als onderwerp, het niet vreemd is dat ook de inzenders naar dit thema hebben gegrepen.
Het ultieme gedicht zat er dit jaar niet bij. Wel een aantal zeer goede.
Jurylid Onno-Sven Tromp over zijn bevindingen
De afgelopen jaren konden de inzenders zich voor hun gedichten laten inspireren door een kunstwerk, maar dit jaar was er een verplicht thema: restwaarde. Niet te algemeen en niet te specifiek. Zo’n thema biedt dichters voldoende ruimte voor een eigen interpretatie: wat is precies die rest, en in welke zin heeft die rest een zekere waarde?
De interpretaties varieerden van de zoektocht naar meteorietgaten in de roman Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans (in een gedicht met de mooie beginzin ‘Elk tijdsgewricht kent zijn eigen artrose.’) tot een fraai winters gedicht waarin fruit en groente worden verwerkt. En van een verblijf in een woonzorgcentrum in het winnende gedicht (‘het herkauwen van verveling tussen kleurloze gordijnen’) tot een gedicht waarin iemand die niet meer lang te leven lijkt te hebben afscheid neemt van zijn lichaam (‘de tekening van je voeten in de oude schoenen’). Hoewel er ook dichters waren die een meer voor de hand liggende interpretatie kozen, zoals bewaarde spulletjes uit iemands jeugd of een terugblik op een voorbije relatie, leken de meeste deelnemers goed met het thema uit de voeten te kunnen. Dat leverde een breed scala aan verrassende poëzie op die ik met veel plezier heb gelezen, wat ook het jureren tot een aangename bezigheid maakte.
Wat ik misschien als algemene tip aan de deelnemers van volgend jaar kan meegeven: besteed aandacht aan je taal. Want er waren toch veel gedichten die zwaar leunden op proza-achtige beschrijvingen en bleven steken in een soort opsommingen. Wat meer aandacht voor de zeggingskracht van je gedicht kan geen kwaad.
Top 20
Herken jij de titel van je gedicht? Gefeliciteerd, jouw gedicht eindigde in de top 20.
160 | Momentopname |
155 | Langs het fietspad naar de Boschplaat |
178 | Wat van toen |
166 | Existentie |
146 | Watou, tentoonstellingshuis |
149 | Intelligent voortleven |
117 | Restwaarde |
131 | residu |
137 | Leegstand |
180 | Ontvouwen |
–
Alle tien genomineerden gedichten worden gebundeld, wij zijn een samenwerking aangegaan met het kleinste poëtische tijdschriftje van Nederland en Vlaanderen MUGzine. In de uitgave van december zullen de gedichten te lezen zijn. Ze staan dan ook op de site van MUGzine. In de Nieuwsbrief zal komen te staan hoe je aan deze uitgave kunt komen.
Wij hopen met dit juryrapport opbouwende kritiek te leveren die jullie aanmoedigt om volgend jaar weer mee te doen. Het is een eerlijk rapport geworden omdat wij vinden dat deelnemers hier recht op hebben. Een terugkoppeling van de jury zorgt vaak voor meer duidelijkheid waarom het ene gedicht wordt genomineerd en het andere wordt afgewezen.
____