LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Anne-Marie Demoen – De ogen van de bomen

31 jan, 2024

Het grote wachten

door Hettie Marzak



De negende bundel van de Vlaamse dichter Anne-Marie Demoen, De ogen van de bomen, is op een bijzondere manier tot stand gekomen. Alle gedichten in deze bundel zijn geschreven op een IPad in het woonzorgcentrum waar de 90-jarige dichter sinds 2019 woont. Na een zware hersenbloeding en een verblijf van vier maanden in het ziekenhuis werd haar verhuizing noodzakelijk. Zij was bijna een jaar gedeeltelijk verlamd en leerde zichzelf om met één hand via de IPad berichten en gedichten aan haar kinderen te sturen. Uit de meer dan honderd gedichten die zij sindsdien op deze manier schreef, is een keuze gemaakt voor deze bundel.

Het eerste deel van de bundel is getiteld: ‘De fragiele tijd’, waarin herinneringen zich aandienen en observaties van dagelijkse gebeurtenissen in zorgvuldig gekozen woorden betekenis krijgen. Zo worden vogels en planten in haar directe omgeving, reiservaringen en indrukken uit het verleden met elkaar verbonden om haar innerlijke wereld weer te geven. Dat de buitenwereld kleiner is geworden, is een gegeven dat de ik-figuur erkennen moet, maar dit besef gaat niet gepaard met bitterheid of spijt. De dichter – die vrijwel zeker samenvalt met het lyrische ik – kan genieten van alles om haar heen. Ze kent haar beperkingen, maar constateert desondanks zonder wrok dat zelfs nu haar actieradius klein geworden is, het verlangen naar de horizon gebleven is.

Orion

ze draaide het kussen
onder mijn hoofd en zei
ik heb Orion gezien
aan de hemel
en de pinkende plejaden

achter haar grote bril
zag ik schitterende ogen
in de woestijn van de nacht
voetstappen in het diepe zand
en slaapzakken in de tent
zeven zusters bij elkaar
aan het firmament

ik sliep niet
hoorde het loeien van de kamelen
Zara aan mijn bed
haar naam in de woestijn

ik zal vanavond niet komen
zei ze
misschien keer ik terug
naar de woestijn
ze vulde mijn kussen
met dromen
ik sliep niet meer

Zo innig te dichten, terwijl je plat op je rug ligt en afhankelijk bent van de verpleegster die je kussen komt omdraaien, getuigt van een groot inlevingsvermogen en liefdevolle belangstelling voor alles wat buiten je bereik is komen te liggen. Het is een prachtig gedicht, waarin het Zevengesternte aan de hemel naar beneden lijkt te komen om de gestaltes aan te nemen van de meisjes in de tent. Demoen blijft niet stilstaan bij het ongeluk dat haar getroffen heeft, maar is nog steeds even belangstellend voor alles en iedereen om haar heen.

Als voormalig docente Nederlands hecht Demoen aan een goed gebruik van de Nederlandse taal. Haar taalgebruik is beeldend en met eenvoudige woorden raakt ze aan een diepere laag in haar metaforen. Haar gedichten vertellen, zoals elk goed gedicht doet, meer dan er op het eerste gezicht lijkt te staan. Vanuit een breed referentiekader vlecht ze intertekstuele gegevens in haar gedichten. Omdat ze ook aan het conservatorium van Gent gestudeerd heeft, speelt muziek een belangrijke rol in haar leven. Muzikaliteit en ritme zijn daarom ook aan te wijzen in de gedichten.

In de tweede afdeling ‘De verregaande tijd’ kijkt de dichter over de grenzen van haar eigen bestaan heen. Ze schrijft over grote namen uit het verleden, over Monteverdi, over Scarlatti, Bach (‘de enige die perfect is’), over Paul Verlaines gedicht ‘Il pleure dans mon coeur’, over La Fontaine, maar verrassend genoeg ook over actuele onderwerpen als het gedicht van Amanda Gorman, ‘The hill we climb’ dat deze voordroeg bij de inauguratie van president Biden in de VS. In de laatste strofe van het gedicht dat Demoen aan haar wijdt, speelt ze op twee manieren met de naam ‘Amanda’, die van het Latijnse woord ‘amandus’ komt dat ; lieflijk, beminnenswaardig’ betekent.

Amanda Gorman

laat het duren
luisteren in stilte
naar de stem van de dichter
haar performance
aanhoren en beschouwen
geloven in haar hoop

moed vraagt ze
met gestrekte handen
respect en verdraagzaamheid
met haar vaste blik

vrouw is ze
in vezels en
voorkomen

zij moet geliefd worden
in haar naam
Amanda

De bundel heeft een intermezzo gekregen, een tussenafdeling bestaande uit één enkel gedicht, ‘Getakte’ getiteld. Het gaat over de roman Le grand Meaulnes van Henri Alain-Fournier, die in Nederland verscheen onder de titel: Het grote avontuur, waarin de hoofdpersoon altijd op zoek blijft gaan naar zijn grote liefde, zelfs als hij haar al gevonden heeft. De titel ‘Getakte’ roept vragen op. De eerste versregel luidt: ‘hij stapt door de bomen op gevallen getakte / rond stille wateren met geheim verband’. Hier zal het woord op afgevallen takken duiden, maar in de woordenboekbetekenis bestaat ‘getakte’ alleen als bijvoeglijk naamwoord. Het doet denken aan het gewei van een hert, aan de aftakking van een rivier, aan iets of iemand die gescheiden is, losgemaakt van iets groters, zoals de verteller Seurel in Le grand Meaulnes verwijderd is geraakt van de hoofdpersoon Augustin.

‘De aanwezige afwezige’ is de titel van de vierde en laatste afdeling. Deze titel laat zich gemakkelijk verklaren door de dood van Demoens echtgenoot Guido in 2021. Hij woonde samen met haar in het woonzorgcentrum en schreef haar gedichten van de IPad over in een notitieboekje. In een interview vertelt een van de zonen van het echtpaar, Nikolaas, die ook de tekeningen in deze bundel verzorgde, dat zijn moeder nog elke avond een brief aan haar geliefde echtgenoot schrijft. Toch gaan de gedichten uit deze afdeling, die ze na tien maanden rouwen schreef, niet speciaal over verdriet. Demoen vertelt over het leven met haar man, haalt herinneringen op, maar vooral schrijft ze hem en spreekt ze hem aan alsof hij nog leeft. Hij is ‘transparant’ geworden, dit woord komt in veel van de gedichten voor, transparant zoals engelen dat moeten zijn. Maar liever zou ze willen dat ze gewoon man en vrouw zouden zijn, dat zou voor haar genoeg zijn:

geef ons de kracht om gewoon mens te zijn
met lichaam en ziel
knip de vleugels weg
en laat ons man en vrouw zijn
van vlees en bloed
laat de engelen transparant zijn

Het zal niet verwonderen dat de gedichten vooral wachten als thema hebben. Wachten op de dood, wellicht, wachten op de hereniging met de gestorven geliefde, wachten op de afsluiting van een lang en zinvol leven. Voor Anne-Marie Demoen is het grote wachten begonnen met de dood van haar man. Maar het is geen geduldig wachten uit berusting. Het is wachten op een gebeurtenis die onvermijdelijk is, maar die niet verhindert dat het leven belangrijk en waardevol is en nog ten volle geleefd moet worden, zo goed en kwaad als het gaat. Als leeftijd zo gemeten kan worden, dan is Demoen met haar negentig jaren nog niet oud.
____

Anne-Marie Demoen (2023). De ogen van de bomen. Uitgeverij P, 64 blz. €18,00. ISBN 9789464757149

     Andere berichten