LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Elise Vos

24 feb, 2024
Elise Vos (°1984) is slavist en dichter. Haar gedichten worden gekenmerkt door vrouwelijkheid, folkloristische elementen en een patstelling tussen de rauwe realiteit en sprookjes. In haar schrijven kent ze geen taboes.
Ze publiceerde o.a. bij Het Gezeefde Gedicht, Meander, Ooteoote, Elders, Klimaatdichters, De Schaal van Digther en Landauer.
In het najaar van 2024 verschijnt haar eerste bundel bij uitgeverij De Zeef.
Samen met haar partner, Kris Lauwereys, combineert zij poëzie met fotografie (Vos & Wolf).

Onderstaande gedichten komen uit de cyclus In een klein doosje.


foto © Kris Lauwereys


Morfemen


elk sprookje heeft een donker bos
hier groeien de bomen de kamer in
langzaam naderen ze je bed

ondanks het kruimelspoor
dat we uit de moederkoek braken
zorgvuldig tot pad strooiden

vind jij de weg niet naar huis
de vloek van dit verhaal
wordt niet opgeheven

de zevenmijlslaarzen ontbreken
je blijft een prinsenkind
deze kamer een verloren koninkrijk
Vruchtpluis

het onkruid woelt
van de pogingen in haar buik
daar krioelen duizend poten

moeder verlaat de doorploegde akkers
om ze te verruilen voor een open zee
ze draagt een zoute massa, de vorm verloren

in een vermomd huis zonder stem
slapen Noordzeegrijze kiezels
ze vermoedt ogen in lege schelpen

van akkerdistel en hondsdraf
tot wilgenroosje of zilverschoon
ze beslist: elke bloem verdient een naam
Geboortevers

er is geen tijd meer
voor het bekennen van kleur
babyblauw krijgen we
een zonsondergang lang
we hadden geen voorkeur
voor rokje of korte broek
wensten enkel gezond
met twee keer alle tien

ons nest valt stuk in latex handschoenen
met droge wangen wikkelen ze je af
wanneer ik je hemd openvouw
blijkt je lichaam leeggelopen
de ballon wordt haastig doorprikt
de knal hoor ik nauwelijks
scherven nestelen zich in slow motion
tussen ribben en benen

als vanouds geeft de volksmond raad
voor het stelpen van alle vocht
maar niemand weet echt
hoe het verder moet
hoe ver gisteren plots verwijderd is
van deze in elkaar geknutselde kamer
hoe ogen plots ontcijferen
wat liplezen onder water is
Meisje van papier

met een botte schaar knipte ik een meisje uit papier
oranje cirkel, rondom gele kronkels, jurk in het paars
toen gooide ik nog geen dingen weg

later schreef ik een vriendin bij elkaar
we praatten samen in mijn kamer
over school, waar zij nooit heen ging

ik wist dat we voor altijd onvoorwaardelijk bleven
maar dat ik haar niet in vlees zou schetsen
wat ze begreep, ik had haar zacht geschreven

als volwassen vrouw giet ik alle zaad weg
verbleekte inkt ruimt plaats voor sparen, ik knip
beide eileiders door, veeg paars-gele snippers op

soms opent het litteken zich als een mond
druppelt een droom in flarden en fabels
worden terug zichtbaar als adem
in een koude kinderkamer

     Andere berichten

Kinderpoëzie (IX)

Kinderpoëzie (IX)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...

Kinderpoëzie (VIII)

Kinderpoëzie (VIII)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...

Haliastur

Haliastur (1964) is een recent pseudoniem. Leeft in Gent. Schrijft poëzie. Publiceerde onlangs op De Schaal van Digther, zeer binnenkort...