LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Interview Ruth van Rossum

15 feb, 2024

‘Eenzaamheid is een vorm van ontmenselijking’

door Sander de Vaan

 

Dichter Ruth van Rossum werd geboren in Japan en woont nu in Den Haag. Ze publiceerde de bundels Eilandranden en Sakasegawa. Met Hans van Rossum publiceerde ze hun bewerking van de Rubaiyat van Omar Khayyam. Ruth is dichter voor de eenzame uitvaarten in Den Haag. Als voorzitter van Stichting ArchipelpoëZie verrijkt ze Den Haag met muur- en raamgedichten. Ze betreedt diverse podia (o.a. Crossing Border) en geeft poëzieworkshops. Momenteel legt ze de laatste hand aan haar nieuwe bundel De Maanprinses, waarin ze het rouwproces rondom de dementie en het overlijden van haar jongere zus met het syndroom van Down fileert. Met haar poëzie onderzoekt ze de ruigte in onszelf en om ons heen.

Ze is een van de dichters die al sinds jaren hun medewerking verlenen aan het project ‘Eenzame uitvaart’, waarbij eenzaam overleden mensen met een zo persoonlijk mogelijk gedicht naar hun laatste rustplaats begeleid worden. Sander de Vaan sprak met Ruth over het belang van een waardig afscheid èn van echte menselijke contacten, in plaats van het eenrichtingsverkeer op social media.

foto © Peter de Ruiter


Ruth, wat bracht jou ertoe om aan het project ‘Eenzame uitvaart’ mee te werken?

Henk van Zuiden, indertijd coördinator van de eenzame uitvaarten in Den Haag, vroeg me om deel uit te maken van de zogenaamde ‘poule des doods’. Ik vond het bijzonder eervol hiervoor gevraagd te worden. Het is een teken van beschaving van een samenleving om iedereen met aandacht te begraven of cremeren. Het initiatief van de eenzame uitvaarten is zo mooi, omdat je je als dichter verdiept en inleeft in de eenzaam overleden persoon en zijn of haar leven, en speciaal voor hem of haar een gedicht schrijft. Dat is een vorm van persoonlijke aandacht. Ik vind het mooi en belangrijk om eenzaam gestorven personen een stem en plek te geven. En vanuit dichtersoogpunt is het uitdagend om in de korte tijd die je hebt tussen het telefoontje vanuit de gemeente en het moment van de uitvaart, een op de persoon gemaakt goed gedicht te schrijven.

Je vergezelde onder meer een Chinese man naar zijn laatste rustplaats. Hij had zich opgehangen aan een boom in het Zuiderpark en bleek alleen valse papieren bij zich te hebben. Hoe vind je woorden om iemand die blijkbaar zo wanhopig was te eren?
Ik probeer altijd in de huid te kruipen van de overledene, en me van binnenuit voor te stellen hoe hij of zij leefde en wat hij of zij meemaakte en voelde. Dat doe ik met de informatie die ik van de gemeente krijg. Soms ga ik naar het huis van de persoon, soms ook lukt het om buren te spreken. Dat zijn dan flarden waarmee ik op een intuïtieve manier probeer deze mens als het ware tot leven te brengen. Over deze man was op het moment van de uitvaart niets anders bekend dan het feit dat hij hier illegaal was. Maar ik kon me beslist voorstellen hoe gruwelijk het moet zijn om een ondergedoken bestaan te leiden en voortdurend bang te zijn voor ontdekking, en hoe mensonterend het moet zijn om er als mens in feite niet te mogen zijn. Deze tragiek heb ik in mijn gedicht tot uiting willen brengen, ook om ons wakker te schudden: dit mag toch niet voorkomen?

Welke rol vervul je als eenzame uitvaartdichter?
Ik heb gemerkt dat ik de rol neem van degenen die er niet zijn: familie en dierbaren die de overledene eren en betreuren en recht proberen te doen. De rol om een waardig ritueel te maken voor deze mens. Ik schrijf het gedicht en ik kijk ook welke muziek voor mijn gevoel bij deze persoon past. Zo zorg ik voor de overledene.

Is het spannend om te doen?
De eerste keer vond ik het erg spannend. Ik voel toch een grote verantwoordelijkheid om de eenzaam overledene een waardig afscheid te geven met een goed gedicht. Ook is het spannend maar een paar dagen te hebben om het gedicht tot stand te brengen, letterlijk een deadline. Lukt het een goede invalshoek of een thema voor het gedicht te vinden? Maar ik heb gemerkt dat, als je je verbindt met de overledene, zich op een of andere wonderbaarlijke manier altijd iets aandient waarmee je het gedicht richting kunt geven.

Je hebt de overleden persoon zelf niet gekend. Hoe weet je dan dat je gedicht passend is?
Dat kun je niet met zekerheid weten. Hoe meer informatie je hebt, hoe beter je je een beeld kunt vormen. Maar ik ben ervan overtuigd dat je ook met schaarse informatie en met je intuïtie en levenservaring een passend gedicht kunt maken. Ik maakte een keer mee dat bij de uitvaart opeens toch een familielid aanwezig was: een neef. Hij werkte als uitvaartbegeleider bij de uitvaartonderneming die de eenzame uitvaarten regelde, en had gezien dat zijn oom begraven zou worden. Hij hield een korte speech. Het gedicht dat ik had geschreven vond hij goed passen bij zijn oom. De muziek die ik meenam niet, hij liet iets anders spelen: The Banana Boat Song van Harry Belafonte. Dat was het favoriete lied van zijn oom. Ik vond het heel mooi dat er toch iemand aanwezig was die de overledene had gekend.

‘We’ zijn tegenwoordig op allerlei manieren met elkaar verbonden, hebben vaak honderden ‘vrienden’ op sociale media, maar toch lijken velen van ons vaak eenzaam te zijn. Wat kunnen we daar volgens jou aan doen?
Onlangs is de podcastserie Het Gemis verschenen, van podcastmaker Peter de Ruiter. Ik werkte mee aan deel 4, Een laatste groet, over eenzaam overlijden en eenzame uitvaarten. Deel 1 gaat over eenzaam leven en verbinding met anderen missen. In de podcast komt Janneke (81) aan het woord. Via een kerkelijke organisatie kreeg ze contact met Enneke (45), die na een aantal tweewekelijkse afspraken een vriendin werd. Janneke zegt dat we tegenwoordig ons hele hebben en houwen op sociale media gooien, en denken dat dát intimiteit en verbinding is. Maar het is eenrichtingsverkeer. We proberen anderen te overtuigen van ons geluk en krijgen voor onze ontboezemingen duimpjes en danksymbolen terug. Tekstjes en emoticons zijn dode letters. Sociale media zijn een substituut en we moeten dat niet verwarren met echte menselijke contacten. Investeer dus in het opbouwen en onderhouden van echte, levende menselijke verbindingen. En andersom, probeer uit te reiken naar mensen waarvan je vermoedt dat ze eenzaam zijn: aandacht en interactie zijn zo belangrijk om je als mens gevoed te voelen en om zingeving te ervaren.

Hier is nog veel meer over te bedenken. En dat is belangrijk, want eenzaamheid is een vorm van ontmenselijking en heeft veel schadelijke gevolgen. Zet meer in op het opzetten van leefgemeenschappen, waar mensen kunnen leven in een context van verbinding. Geef ouderen de kans langer te werken en met werk verbonden te zijn. Werf mensen voor vrijwilligerswerk. Overweeg – spannend idee – maatschappelijke dienstplicht. Koppel mensen die eenzaam zijn aan elkaar om beurtelings voor elkaar te koken. Of breng eenzame mensen samen met mensen die weinig familieleden hebben: ‘de familiecentrale’.

Kan poëzie helpen om mensen te verbinden? Wat kun je er meer mee dan jezelf op de bank voeden met mooie gedichten?
In Den Haag hebben we het project ArchipelpoëZie, waarmee we gedichten op muren en ramen zetten. We merken dat dit mooie sociale effecten heeft. Het raakt mensen, verrast ze, en vaak ontlenen ze er ook bemoediging en steun aan. Een vrouw vertelde me ooit dat zij haar dochter had verloren aan kanker, en elke dag weer moed ontleende aan het muurgedicht van K.L. Poll dat zij zag als ze de deur uit ging. Buiten-poëzie blijkt ook buurtgenoten bij elkaar te brengen, het gedicht wordt ‘ons gedicht’. En op straat zien we vaak mensen in gesprek bij de gedichten, dus het verbindt.

Waar kunnen mensen de podcast vinden?
Je vindt Een laatste groet en de andere delen van Het Gemis via Spotify, Soundcloud of via Luisterdoc in elke podcast app. Meer informatie hier.

Herbergzaamheid

Er is een wereld van thuiskomen, brood om te delen
aan een tafel, de kinderen in bed gelezen, het licht
uitdoen beneden als je slapen gaat, de koffie alvast
klaargezet, gebouwen waar je binnen mag, gezien.

Er zijn andere werelden die door deze wereld lopen.
Meestal wel aan eten kunnen komen, onopvallend
leven, ergens een bed hebben, niet achtervolgd, in
de schemer iets verdienen, mensen die je kennen.

En er is het riool. Ondergedoken als een rat in leven
zien te blijven. Kruipen langs de plinten. Niemand in
de ogen kijken. Nooit verslappen. Er niet mogen zijn.

Is dan herbergzaamheid een touw, een boom in het
donker van een park, een afgelegen plek om ermee
op te houden als er nergens nog wereld is voor jou?

 

© Ruth van Rossum
Gepubliceerd op www.eenzameuitvaart.nl en in Sakasegawa, Uitgeverij Liverse, 2012.

 

Noot van de redactie:

Het initiatief voor De Eenzame Uitvaart werd in 2002 genomen door de toenmalige stadsdichter van Groningen, Bart FM Droog, en later overgenomen door F. Starik (1958-2018), die daartoe aanvankelijk de Poule des Doods oprichtte in Amsterdam.
In veel steden is het initiatief overgenomen, bekend is de integere verslaggeving door Joris van Casteren, coördinator van de Eenzame Uitvaart Amsterdam, die zijn ervaringen in het boek Eenzaamheid bundelde.
De Eenzame Uitvaart Rotterdam kunt u hier vinden, die van Utrecht hier en die van Alkmaar hier, om maar wat voorbeelden te noemen.

 

 

 

     Andere berichten

Interview Gerard Scharn

‘Helaas is het zo dat poëzie alleen gelezen wordt door poëzieliefhebbers.’ - door Alja Spaan - Gerard Scharn (Gemert, 12 oktober 1946) is...