Een beeldenparcours
door Tom Veys
–
–
De kaft van De lijkwade van de wind is sober gevuld met de titel van de bundel in het blauw en de naam van de dichter in het zilvergrijs, dit is een herkenbare omslag van Uitgeverij P. Na het lezen van de bundel komt echter een ander beeld naar voor, dat van Wanderer über dem Nebelmeer (1817), een schilderij van Caspar David Friedrich. Op een heuveltop staat een man eenzaam of alleen in een mistig landschap. Hij kijkt naar de wijdse, mystieke omgeving. De mystieke natuur zal een hoofdrol krijgen in deze bundel.
Luc Vanhie (Izegem, 1952) studeerde economie en filosofie. Hij publiceerde al acht dichtbundels. Zijn eerste bundel werd in 1981 gepubliceerd: Verwijdering. Zijn voorlaatste bundel was Spiegels van verlies (2021). Over Een bedelnap in het behang (2019) staat op de website van uitgeverij P te lezen: ‘Luc Vanhie bedient zich van de natuur om zich uit te spreken over de mens.’ Deze laatste zin vat goed de nieuwe bundel De lijkwade van de wind samen. De mens en de natuur zijn twee rode draden, waarbij voornamelijk de natuur de nadruk krijgt.
Er zijn in feite twee grote afdelingen in deze bundel met daaraan gekoppeld een slotgedicht. De afdelingen bestaan telkens uit een lang gedicht, opgesplitst over verschillende pagina’s, de gedeelten zijn titelloos, maar dit stoort niet, want de inhoudelijke lijn wordt vaak doorgetrokken op de volgende bladzijde, je kan de gedichten ook als afzonderlijk gedicht lezen. Je moet wel flink bij de les blijven om de filmische lijn te blijven volgen. In een tweede lezing komen de details beter tot uiting.
De afdelingen hebben lyrische titels. De eerste afdeling ‘Het palimpsest van de steppe’ wijst op een onderlaag. Een palimpsest draagt immers een ouder handschrift, het wordt hergebruikt, wat bijzonder interessant is. De titel van de tweede afdeling ‘In een plooi van het gemorste licht’ is een unieke titel. Hierin zal de dichter Luc Vanhie oog hebben voor de genese van taal. De eerste zin op de flaptekst van de bundel is alvast een richtingaanwijzer: ‘Zoeken naar zin en betekenis.’ Die zoektocht gaat in stappen en werkt verstilling en beschouwing in de hand.
Het motto bij ‘Het palimpsest van de steppe’ is van Aster Berkhof, een Belgische schrijver die lange tijd één van de meest gelezen auteurs in Vlaanderen was: ‘Ik kan niet verdragen / dat er niets overblijft.’ Een palimpsest wijst precies op een onderlaag, iets wat gebleven is.
De eerste afdeling lijkt op een soort genese: ‘Een mens wordt luisterrijk geboren. / De rivier is meer dan ooit dichtbij.’ De natuurbeschrijvingen krijgen daarbij een mystieke of symbolische onderlaag, zoals in de volgende verzen: ‘De maan vult een lege rivier / met de zachte kleuren van een kinderlijk visioen.’ De personen die in de bundel voorkomen, zijn eerder eenlingen die zoekend zijn: ‘Een zwerver maakt zich kenbaar / uit het wazig naturel / van bezongen woudlucht / en het smeltvuur van een louterende kloostergang.’ De atmosferische beschrijvingen vragen een aandachtige lezing. De sfeer in De lijkwade van de wind is uitermate van belang. In de steppe is er een wijds uitzicht, een palimpsest laat raadsels en poëzie toe.
De rivier zorgt in de eerste afdeling ook voor beweging, zowel letterlijk als figuurlijk. Bij het lezen van deze afdeling dacht ik spontaan aan een film waarbij verschillende shots heel langzaam in elkaar overgaan. De versregel met referentie aan de titel, ‘Een lijkwade / trekt de besterde ruimte naar zich toe.’ laat een onderhuidse spanning toe.
In eenvoudige verzen komt de natuurlyriek sterker tot uiting: ‘Wat nog rest van de zomer / is een trage middag, / en het raam staat open voor verandering.’ Beelden in toegankelijke taal zijn eerder zeldzaam, maar ze zijn wel bijzonder. De eerste afdeling eindigt dan met het bewegende motief: ‘Het water stroomt / en zingt tussen zijn oevers.’ De iets zwaardere beelden in deze eerste afdeling vragen soms twee lezingen, niettemin kan de genese als interessant worden bevonden, op verschillende vlakken. De taal die lichtvoetig aantikt, brengt meerdere invalshoeken.
De tweede afdeling, ‘In een plooi van het gemorste licht’, is qua taal toegankelijker en begint met een motto van Boris Pasternak, Russisch schrijver van onder andere Dokter Zjivago: ‘In dat noodweer zie ik dan een boek / dat van de aarde rept en haar verrukking.’ De natuur zal in de tweede afdeling een hoofdrol spelen, het motto speelt hierop mooi in.
In de gedichten wordt de vraag naar taal gesteld: ‘Wie schrijft er morrend / met een klank van dode letters / in een plooi van het gemorste licht?’ Let op: het licht is gemorst. Op het vlak van taal sijpelt de zwaarte op enkele plaatsen door, zoals ‘Het blijft zoeken naar een plek die ongeschonden uitweek. / Wellicht voor altijd onverzadigd / onder het vlammend oog van uitgelekte honing.’ De dichter Luc Vanhie is zich bewust van de wereld en haar zwaarte, de dood, toch is er geen absolute hopeloosheid in deze bundel. Dit wordt duidelijk in enkele sprankels: ‘Het is nog winter / en toch / verwarmt een koude hand / het water dat nog bloost.’ De titel De lijkwade van de wind wordt bovendien letterlijk verwoord: : ‘Stil is de rimpeling die een roepnaam koestert / in een lijkwade van harde wind.’ De harde wind kan een lijkwade zijn, een voorbode van de dood die nog niet volledig voet aan wal kan zetten.
De poëtica van Luc Vanhie wordt duidelijk in de volgende fragmenten:
Er is een tussentijd die zich wikkelt rond verwijdering
en traag de namen van zich afschudt,
van elk blad de wonderlijke nerven die het droeg.
(…)
Buiten sneeuwt het en
beeldspraak flakkert op.
(…)
De wandeling duurt langer dan voorzien,
de herinneringen volgen een verborgen pad.
Natuur en mensen komen samen in een tussentijd die geabstraheerd wordt. Er is een zoektocht, een metafysische oefening. Het beeldenparcours vraagt tijd om te lezen. Door in stukjes lezen, begrijp je beter het geheel. Wie zich graag verdiept in zijn, nadenken en natuur, kan deze filosofische bundel smaken met een taal die sterk bij de haiku aanleunt.
____
Luc Vanhie (2023) De lijkwade van de wind. Uitgeverij P, blz. 64, € 18,00. ISBN 9789464757293