LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Malon Bakker – Wat te doen dan doen alsof

26 feb, 2024

Liefde geeft houvast

door Maurice Broere




De bundel Wat te doen dan doen alsof is een lust voor het oog. Alle 246 bladzijden zijn voorzien van kleurrijke tekeningen, die ook door de schrijver zijn gemaakt. Malon Bakker is een multitalent, want als je op haar website kijkt, ontdek je dat ze zich niet alleen met dichten en tekenen bezighoudt, maar ook met musiceren en theater. Zij komt over als iemand die overloopt van talent en creativiteit. De meeste mensen hebben moeite zich te uiten, bij haar komt het er van alle kanten uit. In haar gedichten komt een auteur naar voren die het nodige heeft meegemaakt en dat van zich af schrijft. Hopelijk heeft dit een therapeutische werking gehad voor haar.

Uit de gedichten spreekt een behoefte aan contact of liefde. Een zoektocht die soms teleurstellend is door tekortkomingen. Daarnaast speelt het thema eenzaamheid, innerlijke blokkades, gebrek aan contact of de onmogelijkheid om contact te maken een grote rol. Vaak gaat het over dromen en doorwaakte nachten.

De titel is weinig hoopgevend. Wat kun je anders doen, dan doen alsof. Dat betekent dat je je ware ik niet wilt laten zien, dat je achter een masker leeft. Is de poëzie dan misschien een manier om de wereld achter het masker te tonen? Of een manier om van het masker los te komen?

Zoals al eerder genoemd is Wat te doen dan doen alsof een forse bundel. Een verdeling in afdelingen ontbreekt, voorin staat wel een inhoudsopgave. Vrijwel alle gedichten bestrijken twee bladzijden, hebben geen eindrijm en zijn opgebouwd uit strofes van drie korte regels met veel enjambementen. Soms volgt dan nog een slotregel. Andere rijmvormen zoals alliteratie en assonantie zijn terughoudend toegepast.

VOORBIJGANGERS

Wat is het toch,
deze, haast onbedwingbare,
neerwaartse

behoefte
ons naar de bodem te bewegen, daar waar
degene die hun lichaam

bederven zich
verbergen:
onder de stenen.

Vanuit jouw ogen ziet een geest
er zo wild
en soepel

en gruizig uit, zo levendig,
maar zijn wij nu echt alleen maar opgestaan
om weer in te storten

met onze kruinen
naar beneden?
Kom,

ik laat je zien
hoe de kamer
om haar as draait, hoe je je

middelpunt vindt
te midden van de chaos. Dit is het:
in een kaarsrechte lijn

van hier
naar daar.
Je hoeft niet af te wijken.

De dingen
komen geheel vanzelf wel
in de diepte terecht,

als plakjes, dubbele schaduwen
van het gras
waarop ze lopen

en daarbovenop:
het lopende zelf, alles
wat voorbij gaat.

De eerste drie strofen vormen één zin. De dichter vraagt zich af waar de wens naar de dood vandaan komt. In de volgende strofe vraagt ze zich waarom levendige persoonlijkheden alleen lijken te leven om dood te gaan. De derde regel van strofe zes bestaat uit één woord dat oproept te kijken naar de situatie/de wereld waarin je je bevindt. Het middelpunt van alles ben je zelf. Je hoeft je niet aan te passen, want alles komt vanzelf en je ziet vanzelf wel wanneer het leven ophoudt.

MAAR VAN DE LIEFDE WEET IK NIETS

Snappen hoe de rots ontstond, ja,
maar van de liefde
weet ik niets.

Hoe vond mijn mond jouw mond ooit
en hoe passen wij
zo mooi?

Wellicht dat wij wel vonken zijn
en bouwen op elkaars vervormen.
Jij,

lichtjes glooiend onder mij
en ik: een golf, omhoog geduwd,
maar stevig

en robuust.
Misschien
dat wij een toren zijn

of een pasgeboren helling,
denderend uit ons gesternte
of rondzwervende,

planetoïde bommen.
Misschien dat elke breuklijn tussen ons
als grond dient

voor graniet
en onze kreukelzones hielpen
om te plooien in elkaar. Wie weet

ben jij mijn evenaar
en vouw ik om jouw horizon,
ben ik het puin

dat in jouw gruis begon.
Ja, wel de oorsprong van de rotsen,
maar van de liefde

weet ik niets.
Mijn hand die zo goed past in jouwe.
Houd mijn berg vast,

ik ben buskruit.
Jij de grond die ik vertrouw en lief heb.
Jij,

jij bent mijn aards massief.

Op school leer je van alles over dingen die ver van je bed zijn, zoals geologische processen. In dit gedicht vraagt de dichter zich af waarom we eigenlijk niets leerden over iets dagelijks als liefde. Ze gebruikt allerlei metaforen uit geologie en geografie om dit gemis te illustreren. In de laatste regels blijkt dat haar hand goed past in die van de geliefde, die haar vasthoudt en behoedt voor onzekerheid. Ze vindt houvast in zijn massief.

DIT WETEN WIJ VAN LIEFDE

Er zijn talloze manieren om eromheen te draaien,
maar sla een spijker in de grond
en zet iets vast

op één plek
op de aarde. Uit ervaring
weet ik

dat wij vrouwen elke nacht veranderen.
We worden zachter,
meer geplooid

en dit is het,
wat wij van liefde vragen:
om ons vast te houden

als we kleiner worden,
als we dreigen
op te lossen.

Ook in dit gedicht gaat het over de vraag wat we van liefde weten. Om een antwoord te vinden moeten we er niet omheen draaien, maar een vast punt zoeken. Dan volgt een constatering: vrouwen veranderen elke nacht, ze worden zachter en verlangen dan naar vastgehouden worden om verder veranderen (vereenzamen) te voorkomen. Als ze zichzelf verliezen? Dus liefde is eigenlijk dat wat ons doet verlangen naar tactiel contact, vasthouden en aanraken.

Een veelheid aan thema’s komt langs in deze forse bundel: jeugdtrauma’s, eenzaamheid, dood, liefde, eetproblemen, zoeken naar contact en houvast in het leven. Eigenlijk te veel om op te noemen. Dat is misschien wel de zwakte van de bundel. Het zijn veel gedichten en veel thema’s zonder een zekere ordening. Voor een volgende uitgave zou ik enige beperking aanbevelen met een verdeling in afdelingen. Ik mis eigenlijk een rustpunt, even tot jezelf komen na de soms best wel heftige inhoud.

Is het daarmee een zwakke bundel? Nee, zeker niet, want veel verzen zetten de lezer aan het denken en bieden volop gelegenheid tot identificatie. Heel veel particuliere emoties weet Bakker te algemeniseren. Wat ook heel aantrekkelijk is, zijn de vele illustraties. Elk gedicht staat als het ware in een kleurig schilderij. Hopelijk zal een gerenommeerde uitgeverij dit multitalent op waarde weten te schatten en haar een groter publiek bieden.
____

Malon Bakker (2023). Wat te doen dan doen alsof. Uitgegeven in eigen beheer, 246 blz. € 26,95 ISBN 9789464921618.

     Andere berichten

J. Heymans – Alsnog

J. Heymans – Alsnog

Gelaagd, als een lasagne van betekenissen door Marc Bruynseraede - - Heel aparte, bijzondere dichter is John Heymans (Den Haag 1954) die...

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...