LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Sasja Janssen – Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica

4 mrt, 2024

Yin en yang

door Onno-Sven Tromp



De titel van de nieuwste bundel van Sasja Janssen is veelzeggend: Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica. Hierin strijden yin en yang om aandacht. Het mannelijke yang van een vader – het vuur, de passie, de chaos, de entropie – staat lijnrecht tegenover het vrouwelijke yin van een moeder – het kalme, het bedachtzame, de orde, de logica. De dichter voelt beide oerkrachten in haar binnenste. De gedichten in deze bundel zijn te lezen als een weergave van dat gevecht.

Toch moet de strijd tussen yin en yang bij Janssen een ongelijke zijn geweest. In de bundel lijkt het yang te hebben gewonnen: de gedichten schieten thematisch alle kanten uit. Waar de dichter in haar vorige bundel Virgula (2021) een eenheid van haar gedichten wist te smeden, door ze een ode te laten vormen aan de komma, lijkt dat in deze nieuwe bundel minder gelukt. Maar misschien is dat bewust gedaan, om de lezer te laten blijken dat er een gevecht in haar woedt.

De poging van Janssens yin om orde in de bundel aan te brengen, komt krampachtig over. Er is een indeling in secties, en daardoorheen is een rode draad gevlochten van gedichten over het heden. De dichter gaat op zoek naar ‘het raadselachtige nu’, dat oneindig kleine moment tussen verleden en toekomst. In het openingsgedicht schrijft ze: ‘hangend tussen aankomst en vertrek, thuis en het onbekende’. Ze probeert het ‘nu’ op zijn staart te trappen, maar houdt de lezer niet lang in spanning. Ze trekt meteen haar conclusie: ‘ik verlies ervan, steeds weer’.

Bloemen lijken te zijn gekozen als een soort motief dat voor meer eenheid tussen de gedichten moet zorgen. In bijna alle gedichten komt een bloem voor, van narcissen tot papavers en van de venijnige berenklauw tot de lieflijke sinningia. Op de voorkant van de bundel prijkt een witte (yang) bloem van de magnolia tegen een zwarte (yin) achtergrond.

Bloemen blijken voor de dichter nauw verbonden met de innerlijke strijd die zij aan haar, al dan niet, lyrische ouders te danken denkt te hebben. Zo lezen we in het gedicht ‘het beste’ (p. 15) de regel: ‘wij haalden onze vingers open aan de rozen’. En in het gedicht: ‘ben ik niet langer een teken begint men mij te betekenen’ (p. 39), vinden we de regels: ‘mijn moeder zegt tulp het meest doelmatig / mijn vader een roos buiten de perken van de schoonheid’. Hier wordt de weelderige, stekelige, onbeheerst in verschillende seizoenen bloeiende roos wel heel duidelijk tegenover de ingetogen, rustige, ietwat brave lentebloeier tulp geplaatst.

Wat opvalt is dat Janssen grossiert in moeilijke woorden. Wie haar nieuwste bundel op zijn gemak wil lezen, moet zich niet laten afschrikken door minder gangbare woorden en begrippen: parergon, amygdala, hypostase, gramarijn, dodekoppaars, dodecafonisch, syrinx, mise en abyme, tohu wa bohu, beresjit, Ao-Oribe, larynx, ostranenie, apofenie, sjwa, toile de jouy, bardo, diëgetisch, ouroboros… Gelukkig is Google in zulke gevallen onze beste vriend, maar je vraagt je af wat de dichter ermee wil. Wil zij een woordenmuseum beginnen? Misschien had ze zich bij haar woordkeuze iets minder door het vaderlijke yang kunnen laten leiden.

Doordat de gedichten met namen van bloemen en ongebruikelijke woorden om meticuleuze aandacht lijken te vragen, krijg je de neiging om ze vooral op detailniveau te lezen. Dan valt bijvoorbeeld op dat de dichter moderne woorden als ‘uitgefaded’ en ‘loophole’ gebruikt, maar ook citeert uit Middelnederlandse teksten van bijvoorbeeld Hadewijch. Steeds meer krijg je het gevoel dat geen enkel woord zomaar is gekozen, over elk woord lijkt nagedacht. En als we op het niveau van individuele woorden zijn aanbeland, mogen ook het veelzeggende ‘vadermoordenaar’ (het boordje, p. 11) en ‘doodgemoedereerd’ (p.19) niet onvermeld blijven.

Wat ik miste in Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica is een gevoel voor ritme. De gedichten hebben veelal iets hortends en stotends, alsof ze niet echt op gang willen komen. Yin en yang blijven langs elkaar schuren, zelden vloeien ze in elkaar over. Daardoor krijgen de gedichten als het ware een harde buitenkant, die de lezer niet wil toelaten. In maar weinig gedichten voelde ik een aangename stuwing van de taal, die je zo mooi door een gedicht kan voeren. Een uitzondering hierop is bijvoorbeeld het gedicht ‘vijfde spinsel’ (p. 51), waarvan ik de eerste twee strofen hier citeer.

zoals deze zachte regen in het begin van de herfst
of die vetplanten die de druppels op hun blad rondspiegelen
moet je wel gaan, vraag ik, moet ik wel gaan, zegt hij

zoals de metalen druppels in de lege pan buiten op de klinkers
ze kondigen een gedecideerd afscheid aan
apofenie, zegt mijn minnaar, die mijn jassen van de kapstok gooit
zoals mijn stugge witte winterjas, een beetje smerig
met een verlangen verborgen in de panden om over een heide te dwalen.

(…)

Verder was het zoeken naar pareltjes. Af en toe vond ik er eentje, zoals; ‘mijn navel een steen die naar binnen valt’ (p. 21) en ‘geef terug het dier van onze grommende heupen’ (p. 41).

In een volgende bundel zou de dichter qua ritme juist best weer wat meer het yang in zich mogen toelaten. Ik heb Janssens alom geprezen bundel Virgula er nog eens op nageslagen. Al na een paar strofen voelt die voor mij als een weldadige zondvloed. Daarmee vergeleken is Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica toch een beetje een koude kermis. In haar nieuwste bundel mis ik de schwung van Virgula. Misschien had ze zichzelf gewoon iets meer tijd moeten gunnen om de gedichten te laten rijpen en de deuren moeten openzetten om een verkwikkende wind te laten waaien. Of wilde ze ons juist een kijkje in haar keuken gunnen, ons laten zien hoe zeer ze verwikkeld is in een voortdurende, dagelijkse worsteling met de poëzie en het leven?
____

Sasja Janssen (2024). Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica. Querido, 72 blz. € 18,99. ISBN 9789021487847

     Andere berichten

J. Heymans – Alsnog

J. Heymans – Alsnog

Gelaagd, als een lasagne van betekenissen door Marc Bruynseraede - - Heel aparte, bijzondere dichter is John Heymans (Den Haag 1954) die...

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...