De onmisbaarheid van poëzie
door Jeanine Hoedemakers
–
–
Op de site van de uitgever staat: ‘Van haar hand verschenen eerder de lovend onthaalde bundels Een man begraaft een boom (2016) en Tere stengels (2019).’
Shari Van Goethem hield bij de geboorte van haar derde kind een dagboek bij. Vreugde, twijfel en vermoeidheid komen aan de orde, evenals de constante innerlijke en uiterlijke bewegingen. Kortom, niet zomaar een dagboek, maar een dagboek waarin ook anderen herkenning kunnen vinden. Elke moeder weet dat er genoeg momenten zijn die niet vergeten zullen worden. Het zijn de bijbehorende gevoelens en emoties die zich allengs herschikken. Ze passen zich aan, aan nieuw verworven inzichten, worden wat gerelativeerd, toch net iets anders onthouden dan hoe het daadwerkelijk ging. Met dit poëtische dagboek wil de dichter alles van dat eerste levensjaar bewaren zoals het daadwerkelijk was en werd ervaren.
De titel, Een vorm van vasthouden van, sluit perfect aan op de intentie van de dichter. Ik vind het een sterke titel die het ook heel goed zou doen bij bijvoorbeeld het verlies van een dierbare. Wel ben ik geneigd om het laatste woord ‘van’ weg te laten. Voor mijn gevoel voegt het woord niet echt iets toe. De tekening op de cover is subtiel maar duidelijk. Twee babyhandjes die de moeder dragen en koesteren. Ik zie de tekening als een liefdevolle, maar tegelijkertijd ook als een vanzelfsprekende, door de natuur opgelegde symbiose. Het kind draagt de moeder, de moeder draagt het kind. De tak op de tekening verwijst vermoed ik naar de levensboom. Op vrijwel elke pagina staat bij een gedicht, of ter introductie van een nieuw hoofdstuk, een illustratie. Ze zijn gemaakt door Jurgen Walschot die tevens verantwoordelijk is voor de boekverzorging.
Ik citeer de laatste drie regels van de tekst die op de achterkant van de bundel staat: ‘Een vorm van vasthouden van is een oefening in aandacht. Een zoektocht naar metaforen. Een uitnodiging. Onvolledig. Een feest.’ Ik lees de regels als een sublieme verantwoording waar niets tegenin te brengen is. Ik kan in principe de laptop dichtklappen. Alles wat ik zou kunnen inbrengen wordt met deze woorden op voorhand al weerlegd. (Niet af? Klopt! Staat er toch!?) Gelukkig ben ik bovenal een nieuwsgierige lezer die zich graag laat verrassen.
De bundel bevat geen paginanummers, maar onder elk gedicht staat een datum. Hij is onderverdeeld in veertien hoofdstukken met poëtische titels als: ‘DE KLEINSTE BARST IN HAAR LACH EN MIJN LICHAAM WORDT VLOEIBAAR’ of ‘WAKKERE NACHTEN MAKEN DE KAMER OPMERKZAAM’.
Uit het eerste hoofdstuk met de titel ‘LIJVIG’ kies ik het volgende gedicht.
onstuimig wrijft ze zich tegen me aan
ze vertrouwt erop dat ik de dragende
aarde voor haar ben
–
ze doet de zee in me hoog golven
straks zal ze stormen, breken
en baren
–
we zullen niet begrijpen wat ons overkomt
–
dat een vrouw een schelp is die zich opent
donkere aarde die in één dag klare hemel wordt
–
weer stuift in mijn buik
de liefde heftig op
–
bijna is het tijd
–
13 juli
‘ze vertrouwt erop dat ik dat ik de dragende aarde / voor haar ben’
De nog zwangere moeder die in alle eenvoud onder woorden brengt hoe kwetsbaar haar kind is. Het is nog zo teer en onwetend. Je realiseert je hoe verantwoordelijk je als moeder bent voor zo’n mensje dat geboren gaat worden en tegelijkertijd is zij ook zelf overgeleverd aan iets groots, ‘we zullen niet begrijpen wat ons overkomt’.
Een gedicht uit het tweede hoofdstuk dat als titel ‘BOVEN WATER’ draagt:
uit mijn schoot geschud
ze leven in een klein visje
–
met overvloedige staartbewegingen maakt zij
heel levendig duidelijk dat een visje een vorm is
zoals ook puntdaken dat zijn
–
3 augustus
Het kindje ‘een klein visje’ is er. Het bestaat, het beweegt en is te zien ‘zoals ook puntdaken dat zijn’. Het visje en de puntdaken, twee vormen die samengebracht worden om op deze manier een wonder dat misschien nog niet helemaal is geland concreet te maken. Het visje is een levend wezen, de puntdaken zijn dat niet maar de vergelijking is mij duidelijk (denk ik). De essentie is hier het kunnen aanschouwen, benoemen, aanraken. Vorm, bestaan en opgeëist bestaansrecht.
Soms krijg ik bij een gedicht niet het beeld dat de dichter zal willen tonen Bijvoorbeeld ik lees: ‘je kleine vuist bespeelt je hoofd / een slag in het duister van jouw gigantische / oog gaan de schijnwerpers aan’. Bij deze dichterlijke regels krijg ik een beeld van een gnoompje, een schattig gnoompje, dat wel. Er wordt een stevig beroep gedaan op mijn leesvaardigheid. Ik begrijp de dichter niet altijd onmiddellijk en als het vers na meerdere malen herlezen bij me binnenkomt kan ik het niet snel even in taal omzetten naar nuchter verstaan. Bij dergelijke verzen leg ik me graag neer bij de gedachte dat poëzie schrijven altijd een zoektocht is. Hoe kun je anders het innige contact met een nieuw mensje tot in de diepste details overdragen. Je kunt het benoemen, natuurlijk. Een eerste lachje, kraaien, het meer dwingende, dit heb ik nodig, eten, drinken.
strijken de vogels neer
–
ze leggen haar aan mijn borst
om uit het huilen de honger te halen
–
22 oktober
Benoemen is onvoldoende. In dit gedicht laat Shari Van Goethem zien dat er meer gebeurt dan het kindje uit bed halen en naar de moeder brengen.
Een vorm van vasthouden van is een bundel vol vondsten en eenvoudige, maar sterke regels zoals: ‘We laden rust op onze schouders / om de slaap te temmen’ of ‘licht zei God / en toen stak hij een mistige zon aan / in jouw ogen’ of ‘je ligt zo licht in mijn armen / toch ben je een boom’. De dichter laat op overtuigende wijze zien hoe belangrijk de rol van poëzie is. Ik ben er allang van overtuigd dat poëzie onmisbaar is, maar als ik dat nog niet geweest was, dan had Shari Van Goethem me nu overtuigd. Met haar poëtische dagboek van een eerste levensjaar.
____
Shari Van Goethem (2024). Een vorm van vasthouden van. Dagboek van een eerste levensjaar. Uitgeverij Vrijdag. € 21,99 SBN 97894 64342307