De komende weken publiceren we gedichten die ontstaan zijn uit het duoproject van dichter Aschwin van den Abeele, in samenwerking met Will van Broekhoven, Frederik De Cock, Ekster Alven (Alain De Kinder) en Sandra Roobaert.
Aschwin van den Abeele schreef als motivatie voor dit project:
'Na geëxperimenteerd te hebben met verschillende manieren om tweestemmigheid in een gedicht te krijgen, bleek dit op deze wijze het beste tot zijn recht te komen: twee dichters gaan op poëtische wijze, in hun eigen stijl, met elkaar in gesprek. Deze techniek werkte uitdagend en leverde verrassende resultaten op. Tevens bleek het inspirerend om eens niet solistisch, maar in duo's te creëren.
De gedichten op Meander zijn een selectie uit de op deze manier geschreven werken, waaraan een scala aan Nederlandse en Vlaamse dichters meewerkten.'
Vandaag Aschwin van den Abeele / Will van Broekhoven. De tekst links is van Will van Broeckhoven, rechts van Aschwin van den Abeele.
OMTRENT DE WINTER
wie wil nou de wintertijd
de vergeefsheid van de wederopbouw
vergeet niet de vergeefsheid van
herfstige afbraak
zo herkende ik laatst
mijn eigen gedicht niet meer
en vervolgens het potlood des tijds
dat wegschrijven wegschrijft
ik verheug me op een
flinke portie eerlijkheid
gebakken of gefrituurd
glibberend en spartelend af en toe vallend
op ons achterhoofd
en evenals de bladeren weggewaaid
op een dag als vandaag
bestemming onbekend
laat dit in godsnaam niet mijn laatste gedachte zijn
centraal verwarmd en zonder zorgen verder gaan
een hart is ook maar een mens
ja, het woord is aan het woord
in alle toonaarden laat het van zich horen
het beheerst alle overdrijvingen
ademloos betreden wij vervolgens het nieuwe seizoen
en altijd is er wel een vergezicht
het doet me denken aan de blinde van Samoa
maar niet op Samoa
laten we reizen naar een plaats waar
Admiraal Holvoet ons spannend op de hielen zit
en veel foute en wonderlijke dingen gebeuren
het nest waar verzinselen worden gekaapt
we dobberen op een zee van rode mutsen
het enige dat erop zit is die menigte mutsen
terugbrengen tot realistische proporties
maar of die kapers dat leuk vinden?
ja die winter laat zich niet wegdrukken
enkel wat povere woorden die ons resten
was dat nu het leven?
en waar moeten die woorden nog over gaan?
over woorden?
dit zeggen is denken aan geboorte
en hoe in de natuur alles kwijtraakt
de lente?
leven leidt onherroepelijk tot weten
duister en dor
waarin we niets meer herkennen
schitterend toch, hoe de dichter
zich woord voor woord wegschrijft
maar juist daar liggen kansen:
aan het eind van ons geduld
waar enkel nog de eerlijkheid overblijft
zo ontstaan er werelden en
zo zijn we ons eigen spoor
op de bladeren
gevallen op een dag
als gisteren
je kunt aan alles denken
waar je ooit eerder was
maar ook iets missen
zonder te weten wat
aan alles denken
behalve de winter
meer kun je van een hart niet verwachten
dat spreekt van alle getijden
bespraakter dag na dag
en wiegt voorts ieder woord
met warmteslag en ritme
tot ons de adem vergaat
en ijskoud als laatste
van winter spreekt
zo altijd alles zomaar gaat
nooit anders dan een kind
dan een vogel zijn wij
zoals een kind zich alles nog herinneren kan
we leven in tijd
wintertijd, eiland
wat je herinnert is niet hetzelfde
als wat je hebt meegemaakt:
óp naar het Kapersnest!
zoals gezegd: het beheerst alle overdrijvingen
snoeien doe je het best in de winter
kapers beknotten kan altijd
tot de laatste tak moet het kaal
geen muts of mooie herinnering
enkel stam en de aanzet tot taal
tot de laatste punt
Van Aschwin van den Abeele (1971) verschenen eerder de dichtbundels ‘Dogger’ (Liverse, 2024), ‘Er zit geen magie in zomaar zien’ (KCRM, 2024) en het biografisch cahier ‘Het vergeten dubbeltalent-Gerard von Brucken Fock’ (de Baaierd, 2024). Hij was Stadsdichter van Middelburg (2022-2023) en zijn werk verscheen meerdere malen in literair periodiek Ballustrada en verschillende bloemlezingen. Eind dit jaar verschijnt zijn romandebuut.
Will van Broekhoven (1945), psycholoog en schrijver te Antwerpen. Publiceerde in de bundel Overburen, samengesteld door Bert Bevers (2017) en diverse verzamelbundels van Spleen, Amsterdam.
Leverde bijdragen aan Poëzievensters 2019, 2021, 2023 en 2025 op ramen in de Antwerpse wijk Zurenborg. Werkte mee aan Vers op Zondag van de Provinciale Zeeuwse Courant. Schreef columns en gedichten in Ballustrada. Redigeerde daar in nummer 1/2 2024 de rubriek Laaglandse Poëzie, Gegeten en Gedronken. Was secretaris-penningmeester van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, VVL. Schrijft nog steeds recensies in het tijdschrift De Auteur, van de VVL Publiceerde de bundel Scheldemond en Klauwzeer, uitgegeven door Leeuwenhof, 2023. Is lid van het Dichtersgilde Sluis.
foto © Alja Spaan, Alkmaar, 1 december 2023