foto © Herman van Haasteren
André Meulman (Amsterdam, 1950) is voormalig tekstschrijver/copywriter en heeft sinds een paar jaar tijd om te dichten. Dat doet hij intuïtief, soms rijmend. André schuwt in zijn gedichten de lichtheid, de twist en het verkeerde been niet. Zijn observaties probeert hij te verdichten zonder vaart te verliezen en dat zijn passie voor muziek doordendert in zijn poëzie. Naast leesbare poëzie schrijft hij snelle columns over wat hem bezighoudt en wat gesloten laadjes uit zijn jeugd hem vertellen. Een wens is zijn gedichten en verdere proza te kunnen publiceren. Meander Magazine is daarin een eerste stap.
–
Vandaag is mijn binaire broer,
die van de nullen en de enen,
die broer die niets met grijzen kon,
voorgoed in ‘t zwart verdwenen
–
De broer die mij liet kiezen
uit zijn nullen en zijn enen
Terwijl ik juist het grijs omarm
Hij is voorgoed verdwenen
–
Mijn broer, die op de afrit toch
nog liefdevol en nooit verwacht
Heel even aan mij heeft gedacht
–
Hierdoor is mijn ‘binaire’ broer
Tot mijn geluk, genuanceerd,
heel zacht in mij teruggekeerd
LAFZWANS
–
Ik schreeuw geen harde kleuren,
meander veilig in pastel
Ik wend mij af voor wereldzaken
Toch zie ik alles, dat weer wel
–
Mijn vuist raakt nooit een tafel,
ik heb een mening over niets
(Die heb ik wel maar zwijg daarover)
Maar roept een actievoerder iets
–
Dan val ik bij, nee, nimmer leidend.
Ik knik, ik grijns en woord-vermijdend
Steek ik hun waarheid in de lucht
–
Bij elke tegenwerping,
wijs ik steevast naar het bord
Of kantel hun bewering zachtjes
Totdat het in mij rustig wordt
–
Ik schreeuw geen harde kleuren,
meander veilig in pastel
Ik wend mij af voor wereldzaken
Ik ben een schijterd, dat weer wel
–
Wanneer je op mijn uitvaart
aan iedereen vertellen gaat
hoeveel je van mij houdt,
wie wil je dan bereiken?
–
Want ik ben weg, ik hoor je niet, ik zie je en ik voel je niet
Dat ik van jou en jij van mij
Dat wist ik en jij weet het
–
Als dat de anderen ontging
wie zijn ze dan? Vergeet het.
–
In principe vind ik kinderen top,
behalve dan ontregelaars
en wijsgeneusde treiteraars,
zoals het zoontje van mijn zus
–
Daar heb ik het niet op
–
Vervelend…, want ik denk meteen
reed er maar iemand overheen
met een motor of een bus…
Maar ja, wel zielig voor mijn zus