LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Een wereld vol sonnetten (7)

11 feb, 2025
door Simon Mulder

Simon Mulder is voordrachtskunstenaar, essayist, dichter met een grote interesse in het vormvaste gedicht, artistiek leider bij literair theatercollectief Feest der Poëzie en redigeert de Singersteek Serie bij Uitgeverij HetMoet. HetMoet en het Feest der Poëzie werken samen met Meander om elke maand een sonnet uit hun fonds, in het Nederlands of tweetalig in oorspronkelijke taal en Nederlandse vertaling, met een korte toelichting door Mulder naar voren te brengen en te omlijsten met verschillende media in de nieuwe rubriek ‘Een wereld vol sonnetten’. De titel is gehaald uit het sonnettenduo vol kritiek op ‘sonnettenbakkers’ door Nicolaas Beets.

 

Vandaag deel 7.

-

THE CITY OF THE SOUL I

In the salt terror of a stormy sea
There are high attitudes the mind forgets;
And undesired days are hunting nets
To snare the souls that fly Eternity.
But we being gods will never bend the knee,
Though sad moons shadow every sun that sets,
And tears of sorrow be like rivulets
To feed the shallows of Humility.

Within my soul are some mean gardens found
Where drooped flowers are, and unsung melodies,
And all companioning of piteous things.
But in the midst is one high terraced ground,
Where level lawns sweep through the stately trees
And the great peacocks walk like painted kings.

DE STAD VAN DE ZIEL I

Wanneer de zee in zilte stormen strijdt,
gaat hooggestemdheid aan de geest te boven;
de loze toekomst tracht de ziel te roven
die op de loop gaat voor de Eeuwigheid.
Maar wij, wij goden, vallen geen te voet,
al wint de zon het nooit van droeve manen,
en vormt zich een rivier van alle tranen
die Deemoeds smalle bedding wijken doet.

Mijn ziel bestaat uit parken in verval,
de bloemen hangen slap, geen lied klinkt luid,
er valt slechts kwijnend leven te aanschouwen.
Maar één terrastuin domineert het al,
waar vlak gazon om hoge bomen sluit,
schrijden als vorsten geblanket de pauwen.

 

Lord Alfred Douglas (vert. Maarten Asscher)
Uit: Two loves/Twee liefdes (Oscar Wilde & Lord Alfred Douglas, vert. Gerlof Janzen & Maarten Asscher, ed. Simon Mulder), Uitgeverij HetMoet, 2023

Toen in 1895 de smaadzaak van Oscar Wilde (1854-1900) tegen de Markies van Queensberry, die Wilde ervan had beschuldigd zich te voor te doen als sodomiet, door de aanklager werd ingetrokken, omdat onomstotelijk bewijs ter tafel kwam dat de beschuldiging waar was, werd er al gauw een strafrechtszaak tegen Wilde aangespannen wegens grove onfatsoenlijkheid. De belediging van Wilde door middel van het beroemde visitekaartje met misspelling dat Queensberry bij diens ‘club’ had achtergelaten (For Oscar Wilde/posing as somdomite) was voor Wildes jonge minnaar, zoon van Queensberry en collegadichter Lord Alfred Douglas (1870-1945), bijgenaamd Bosie, een middel geweest om zich op zijn vader, die hij minachtte en haatte wegens zijn gewelddadige jeugd, te wreken. Hij had Wilde aangezet tot het aanspannen van de fatale smaadzaak; Wilde was omwille van zijn beschadigde reputatie, uit liefde voor Douglas of uit de ijdele verwachting met zijn ‘wit’ te triomferen in de rechtszaal – te achterhalen is het niet – op diens dringende verzoek ingegaan.

Terwijl Wilde in het Londense Cadogan Hotel zijn arrestatie afwachtte – tevergeefs trachtte zijn trouwe vriend en voormalige minnaar Robbie Ross hem te overtuigen zijn toevlucht in Frankrijk te zoeken – vond er een ware exodus plaats van zogenaamde ‘Uraniërs’: mannen die de liefde koesterden waar het vrouwelijke geen aandeel in had, zoals ook de godin Afrodite zonder vrouwelijke tussenkomst geboren was uit het afgehakte mannelijk lid van de god Uranus. Op de avond van Wildes gevangenname door detectives van de Londense politie zaten de laatste ‘boat trains’ naar Dover vol met mannen die naar het continent vluchtten omdat zij naar Griekse beginselen van jongens of mannen hielden, en daarmee werd in Londen een parallelle maar niet met de openbare stad samenvallende stad in één avond ontmanteld.

De voor de gelijknamige voorstelling van het Feest der Poëzie samengestelde tweetalige bloemlezing Two loves/Twee liefdes (Uitgeverij HetMoet, 2023) met vertalingen van Gerlof Janzen en Maarten Asscher, ingeleid door Asscher en samengesteld door ondergetekende, vertelt de turbulente en tragische liefdesgeschiedenis van de beide dichters in brieven en gedichten. Het was Douglas die Wilde in het parallelle, sodomitische Londen van de jaren 1890 had geïntroduceerd; een onderwereld waar ‘the love that dare not speak its name’ gevierd werd – een frase uit een gedicht van Douglas dat Wilde tijdens zijn strafzaak voor de voeten werd geworpen. De hun bekende maar ongemarkeerde grenzen liepen tussen de sloppen, achter de stadspaleizen aan het Piccadilly, langs zogenaamde theehuizen zoals ene Alfred Taylor dreef op Little College Street en door restaurants met besloten eetkamers, zoals Kettner’s in Romilly Street. Als je op de juiste plek een hoek omsloeg, zat je plots tussen de gepoederde en opgemaakte jongens die hun lichaam veil hadden voor geld. Deze ‘rentboys’ hadden in het laat-Victoriaanse Engeland, waar op ‘gross indecency’ een maximumstraf van twee jaar opsluiting met zware dwangarbeid stond, een interessante machtspositie tegenover hun klanten, die vaak uit een hogere klasse kwamen en daardoor kwetsbaar waren voor chantage; de jongens verhuurden hun zwijgen, vanwaar dan ook hun naam.

Na zijn vrijlating woonde Wilde met Douglas in 1897 een tijdlang in hedonistisch Napels, alwaar de eerste zijn beroemde Ballad of Reading Gaol voltooide, en de laatste de sonnettencyclus The City of the Soul schreef. In Engeland was elk van beiden ‘persona non grata’; van het Uranische Londen bleef voor de gevluchte Douglas alleen de stad van zijn ziel over, waarin hij, in het eerste sonnet, nog één tuin van het door Wilde en hem gevierde estheticisme levend kon houden waar de jongens nog als geblankette koningen door de priëlen konden schrijden.

De classicus en essayist Walter Pater, die werkzaam was aan Wildes en Douglas' alma mater, de Universiteit van Oxford, ried in zijn omstreden Studies in the History of the Renaissance (1873), die een hoofdwerk van de Aesthetic Movement zouden worden, aan voortdurend de vlietende, uiterst persoonlijke indrukken van schoonheid die de wereld te bieden heeft na te jagen in een altijddurende esthetische extase. Wilde en diens esthetische vrienden volgden zijn raad op: te zoeken naar 'impressions, unstable, flickering, inconsistent, which burn and are extinguished with our consciousness of them', omwille van die schoonheid op zich: l’art pour l’art: 'To burn always with this hard gemlike flame, to maintain this ecstasy, is success in life'. Bij gebrek aan de natuurlijke biotoop van de dandy, een bruisende metropool in de buitenwereld, om deze schoonheid te zoeken, flaneert Douglas in de stad van zijn ziel.

‘What shall we do, my soul, to please the King?’, klinkt het in het tweede en derde sonnet van de cyclus; dat zal verwijzen naar de door zijn straf en ballingschap gebroken Wilde, die als een treurige vorst in Douglas' zielestad woont en geen blijdschap voelt bij dans, gesprek of muziek - gelukkig kan de dichter verlichting bieden. Het vierde en laatste sonnet betreurt dat de diergezochte schoonheidservaringen voorbijgaan, maar concludeert dat uiteindelijk de schoonheid en harmonie van de poëzie ons zal redden van de treurnis en bedrukking van het dagelijks bestaan, met enkele van de mooiste regels uit Douglas' werk:

To ransom one lost moment with a rhyme
Of passionate protest or austere demur,
To clutch Life’s hair, and thrust one naked phrase
Like a lean knife between the ribs of Time.

Of in de vertaling van Maarten Asscher:

één oud moment al dichtend los te breken,
vol van verhit verzet of streng misprijzen,
het Leven grijpend één vlijmscherpe zin
tussen de ribben van de Tijd te steken.

Of zoals moderne ‘Renaissance man’ en dandy Jean Pierre Rawie dicht in zijn sonnet Interieur:

Eén rijm, en het verscheurd heelal wordt heel.

 

 

Een eerdere versie van dit stuk verscheen in Armada, tijdschrift voor wereldliteratuur (2023:1).
De voorstelling Twee liefdes maakt een Nederlandstalige, landelijke tournee dit seizoen. Meer informatie in de agenda van het Feest der Poëzie.
De Feest der Poëzie podcast over Wilde & Douglas.
Het boek Two loves/Twee liefdes is te bestellen via de webshop van het Feest der Poëzie.

afbeeldingen © Simon Mulder

 

 

     Andere berichten

Pieter Sierdsma

Pieter Sierdsma (Oudeschoot ,1948) studeerde geschiedenis en was archivaris. Gedichten verschenen in Nederlandse en Belgische...

Enno de Witt

Poëzie en kunst van Enno de Witt zijn stevig geworteld in een traditie die teruggaat tot het begin van de taal en tot zijn jeugd aan de...

Een wereld vol sonnetten (6)

Een wereld vol sonnetten (6)

door Simon Mulder     Simon Mulder is voordrachtskunstenaar, essayist, dichter met een grote interesse in het vormvaste gedicht,...