LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Terug naar roerige tijden

8 feb, 2025


door Janine Jongsma


Vanaf 2008 was ik als beginnende dichter iedere dag te vinden op de toen bekende poëziesites. Ik las het liefst een analyse van een gedicht of een bespreking van een bundel, want daar leerde ik van. Het lezen van recensies werd al heel snel een hobby, naast het schrijven van poëzie. Nieuwe bundels die mijn interesse wekten, schafte ik aan en ik ploos ze van A tot Z uit om mijn mening erover te vormen. Vervolgens was het wachten op een recensie om mijn mening te vergelijken met de opvatting van de recensent. Zou hij of zij ook zo onder de indruk zijn van dat ene gedicht en vond hij of zij ook dat die ene afdeling uit de toon viel? U begrijpt me wel. Soms werd ik verrast door een oordeel van een recensent dat zo afweek van het mijne, dat ik de bundel op een andere manier moest herlezen.

Ik was dikwijls te vinden op Meander. Als ik het me goed herinner, was de achtergrond in die tijd beige of lichtgeel. Wat ik nog zeker weet, is dat in de linkerkolom namen van dichters stonden. Als je daarop klikte kwam je uit bij hun publicaties. Ooit zou mijn naam daar ook tussen staan, zo hoopte ik. Je kon namelijk je gedichten insturen, maar de redactie besliste of ze goed genoeg waren. Ik vergeleek mijn gedichten vaak met de kopij die door de redactie was goedgekeurd. Zelf durfde ik nog niets in te sturen omdat ik mijzelf eerst wilde ontwikkelen. Natuurlijk kon je er recensies lezen en interviews met dichters. Laten we de Klassiekers niet vergeten, daar kon je lange analyses volgen van een gedicht. Het was er heerlijk grasduinen en dat is vandaag de dag nog zo, alleen met nog meer rubrieken om uit te kiezen.

Op de website van Krakatau was ik ook aanwezig. Hier stuurde je gedichten naartoe met een andere reden. Als ze geplaatst werden, kreeg je in de reacties eronder feedback. Het was een soort leerzaam oefenterrein (zeg maar speeltuin), omdat we elkaars proeflezers waren. De wonderbaarlijke gedichten van Delphine Lecompte trof ik daar voor het eerst aan. Het grappige was dat zij ook haar handgeschreven gedichten als afbeelding instuurde. Ik heb nog zo’n origineel van haar kunnen terugvinden via de oude site.


(Klik op de afbeelding om deze te vergroten)

Ik heb heel erg moeten wennen aan haar manier van dichten. Maar al gauw werd ik fan, vanwege haar schaamteloosheid, haar humor en haar unieke stijl van schrijven.

In 2009 werd voor het eerst de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd gehouden op initiatief van Gerrit Komrij. Bijna 16.000 (!) gedichten werden er ingestuurd. Mijn gedicht eindigde in de top 1000. Ik had toen een eigen website waar het gedicht op de homepage stond. Het werd er zonder pardon afgeplukt om ergens lukraak op een dichtersforum te belanden. In de reacties daaronder werd het compleet met de grond gelijkgemaakt door een roedel van gevestigde dichters (van wie het merendeel niet was doorgedrongen tot de top 1000). Martijn Benders en Alexis de Roode zeiden op het forum iets in de trant van: als dit het niveau was dat doorging naar de laatste 1000, zij in de toekomst dan wel voorgoed konden inpakken. Ik kon er wel om lachen, want ik kon niet ontkennen dat mijn gedicht (grappig, lief, op rijm) uiteindelijk zeer eenvoudig was. Maar goed, het mijne was wel boven komen drijven en de druiven waren meer dan zuur. Meerdere gevestigde dichters waren niet door met hun werk en voelden zich zwaar in hun eer aangetast. Overal klonk het kwaad: wie zijn die incompetente malloten die zich juryleden durven te noemen als ze geen kwaliteit kunnen herkennen! Het werd een hele rel. Het jaar erop kwam Ingmar Heytze met een ludieke actie. Op de avond van de Turing prijsuitreiking vond er ook een avond plaats voor de ‘slachtoffers’ onder de gevestigde dichters. Leuk detail: in 2013 stond ik in de top 100, samen met De Roode en Benders.

Het waren ook de jaren van Literair Weblog De Contrabas van schrijver en dichter Chrétien Breukers. Dat was razend populair. Komrij noemde het ooit ‘het enige ware zenuwcentrum van de literatuur’ en dat was de beste benaming ervoor. Breukers nam in zijn blogs geen blad voor de mond, hij kon neerbuigend uit de hoek komen (Anne Vegter moest het vaak ontgelden en al helemaal toen ze in 2013 Dichter des Vaderlands werd) en hij was niet vies van polemiek. Dat bleek ook uit een uitspraak die hij jaren later deed in Extaze: ‘Literatuur is oorlog. Polemiek is liefde. Die liefde is lang niet altijd wederzijds .’

Ik genoot het meest als op De Contrabas een gedicht of een bundel werd besproken. Dat gaf vaak aanleiding tot verhitte discussies. Een bundel die bijvoorbeeld door de critici van kranten en poëzietijdschriften de hemel in werd geprezen, kon Breukers vlot in zijn recensie meedogenloos afbranden en een totale flutbundel noemen (zoals met Eiland berg gletsjer gebeurde van, jawel, Anne Vegter). Andersom kwam ook voor, een bundel die de critici vonden tegenvallen, kon hij best aardig vinden. Vanwege zijn uitgesproken mening gaf ieder blog aanleiding – voor de vaste volgers van Breukers – om zelf ook een duit in het zakje te doen. In de reacties eronder vloog men elkaar dan in de haren. Op De Contrabas echter, was het overgrote deel van de reageerders vanzelfsprekend (!) literair onderlegd en zij probeerden met hun kennis op een elitair toontje (vaak met opgeheven vingertje), elkaar (en Breukers) de loef af te steken. Ronduit komisch vond ik het dat de intellectuelen, nijdig als ze waren, er toch alles aan deden om in hun taalgebruik de schone schijn van beschaving op te houden. Als lezer prikte je daardoorheen en zat je op de voorste rij met de spreekwoordelijke zak popcorn op schoot.

In 2025 zijn Literair Weblog De Contrabas, Krakatau en Extaze al jaren geleden gestopt. We mogen De Turing geen Turing meer noemen, maar Meander is na dertig jaar nog altijd een constante factor!

Hoe liep het af met mijn ambitie om dichter te worden?

Mijn debuutbundel Gewoon logisch kwam in 2019 uit bij uitgeverij Voetnoot. Er verschenen tien recensies in de poëzietijdschriften van Nederland en Vlaanderen. Bijna alle recensenten waren enthousiast en gaven lovende kritiek. In datzelfde jaar kwam ik bij Meander werken. Ergens in 2020 besefte ik dat ik mij als redacteur van de recensierubriek als een vis in het water voelde. Mijn hobby om recensies te lezen en te bestuderen had het gewonnen van mijn hobby om poëzie te schrijven.

(Foto bioscoopzaal: Pixabay)

     Andere berichten

Udite, selve mie dolce parole *

door Hans Franse   De opname die Rafaël Pichon met zijn ‘Pygmalion’ maakte van de Mariavespers van Claudio Monteverdi bracht mij in...

Het lichaam van de poëzie

Het lichaam van de poëzie

door Rogier de Jong   De Poëzieweek 2025, die duurde van 30 januari tot en met 5 februari, had als thema ‘lijfelijkheid’ en als motto...

Een nieuwe kans voor onze ziel

door Jan Loogman     Waar geen woorden voor zijn, kan zichtbaar worden in een schildering of beeldhouwwerk. Kan klinken in...