Anneruth Wibaut komt als bestuurslid van De Haarlemse Dichtlijn, als recensent van Meander en als begerige koper van bundels ruim aan haar trekken wat het lezen van gedichten betreft. Voor het schrijven ervan houdt ze soms nauwelijks genoeg tijd over.
foto © Geek Zwetsloot
in wezen bleven wij wezen
–
als volwassen wezen bleven we
wat we altijd waren
licht gestoorde jonge hondjes
–
bij openbare gelegenheden
trokken we om elkaar
steeds kleinere cirkels
babbelden beleefd met deze en gene
knikten eens iemand toe
–
het duurde nooit lang of we
zaten samen op ons eiland
twee mensen met één taal die
dezelfde lucht ademen dezelfde lach
even veilig maar heel even
meer blij dan gelukkig
–
pups die de wereld niet begrijpen
plassen van angst
een geurspoor en
toen de nestgeur van ons gezin
was vervluchtigd
ging jij dood
bleef ik alleen
een oude waakhond
voor een verlaten huis
–
als volwassen wezen bleven we
wat we altijd waren
licht gestoorde jonge hondjes
–
bij openbare gelegenheden
trokken we om elkaar
steeds kleinere cirkels
babbelden beleefd met deze en gene
knikten eens iemand toe
–
het duurde nooit lang of we
zaten samen op ons eiland
twee mensen met één taal die
dezelfde lucht ademen dezelfde lach
even veilig maar heel even
meer blij dan gelukkig
–
pups die de wereld niet begrijpen
plassen van angst
een geurspoor en
toen de nestgeur van ons gezin
was vervluchtigd
ging jij dood
bleef ik alleen
een oude waakhond
voor een verlaten huis
kist van glas
–
nadat wij elkaar hadden bemind
ging je op verkenning langs mijn lijf
zocht mijn voorbije levens en
elk litteken was een deeltje biografie
–
ik wees je de deukjes in mijn vel
achtergelaten door de dwergen
waar ze me in een kist van glas tilden
toen mijn ziel bevroren was door het gif
in de appel die ik te eten kreeg van de
als koopvrouw vermomde stiefmoeder
–
op mijn enkels en kuiten ja tot aan mijn dijen
die jij majestueus noemde maar dat was eerder
liet ik je de rode stippen zien van de doornensporen
en schrammen van grijpgraag kreupelhout
waar ik doorheen rende toen ik was ontsnapt
aan de jager die mij doden moest in het bos
–
moeilijker was het om je de scherven te tonen
waar stiefmoeder de spiegel tot barsten had geslagen
mijn kinderziel waarin zij zichzelf niet wilde zien
–
voor de haast onzichtbare speldengaatjes
waar zij elke dag en soms elk uur de nano porties
van haar stervenskoude gif in mij prikte
moest je je ogen tot spleetjes knijpen en
–
samen zochten we secuur al mijn poriën af
op kleine spoortjes moederliefde
want we wisten dat die als taai lentegroen
het ijzerkille koude harnas hadden doorboord
van de stiefmoederjagermoeder
–
om bloem te worden onder mijn huid
zaad te schieten in mijn hart
te wortelen als voorbode van de vrouw
die ik worden zou en in jouw liefde werd
–
nadat wij elkaar hadden bemind
ging je op verkenning langs mijn lijf
zocht mijn voorbije levens en
elk litteken was een deeltje biografie
–
ik wees je de deukjes in mijn vel
achtergelaten door de dwergen
waar ze me in een kist van glas tilden
toen mijn ziel bevroren was door het gif
in de appel die ik te eten kreeg van de
als koopvrouw vermomde stiefmoeder
–
op mijn enkels en kuiten ja tot aan mijn dijen
die jij majestueus noemde maar dat was eerder
liet ik je de rode stippen zien van de doornensporen
en schrammen van grijpgraag kreupelhout
waar ik doorheen rende toen ik was ontsnapt
aan de jager die mij doden moest in het bos
–
moeilijker was het om je de scherven te tonen
waar stiefmoeder de spiegel tot barsten had geslagen
mijn kinderziel waarin zij zichzelf niet wilde zien
–
voor de haast onzichtbare speldengaatjes
waar zij elke dag en soms elk uur de nano porties
van haar stervenskoude gif in mij prikte
moest je je ogen tot spleetjes knijpen en
–
samen zochten we secuur al mijn poriën af
op kleine spoortjes moederliefde
want we wisten dat die als taai lentegroen
het ijzerkille koude harnas hadden doorboord
van de stiefmoederjagermoeder
–
om bloem te worden onder mijn huid
zaad te schieten in mijn hart
te wortelen als voorbode van de vrouw
die ik worden zou en in jouw liefde werd
hoe haat je niet jezelf
–
hoe haat je niet jezelf
als de vrouw die jou
baarde tegen wil en dank
de moeder was die je
geen veiligheid bood
bestaansgrond noch nestgeur
of rolmodel voor ruzie
die je niet liet hechten
omdat ze dat niet verdroeg
–
want dan brak ze
en van de scherven
gaf ze jou de schuld
–
hoe haat je niet jezelf als je
de vrouw die jou baarde
tot op de millimeter precies
in jezelf hebt gekopieerd
elke beschadiging
hebt ingepast in de puzzel
waar belangrijke stukjes
aan ontbreken
liefde vooral en alles
zonder voorwaarde
–
hoe leer je van jezelf
zo te houden
als van je schervenmoeder
–
hoe haat je niet jezelf
als de vrouw die jou
baarde tegen wil en dank
de moeder was die je
geen veiligheid bood
bestaansgrond noch nestgeur
of rolmodel voor ruzie
die je niet liet hechten
omdat ze dat niet verdroeg
–
want dan brak ze
en van de scherven
gaf ze jou de schuld
–
hoe haat je niet jezelf als je
de vrouw die jou baarde
tot op de millimeter precies
in jezelf hebt gekopieerd
elke beschadiging
hebt ingepast in de puzzel
waar belangrijke stukjes
aan ontbreken
liefde vooral en alles
zonder voorwaarde
–
hoe leer je van jezelf
zo te houden
als van je schervenmoeder