LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Interview Gerlinde Weze

19 jun, 2025

‘Taal komt zoals zij wil.’

door Monique Wilmer-Leegwater

 

Gerlinde Weze werd geboren in 1960 en woont tegenwoordig in Berlare, België. Ze studeerde korte tijd Germaanse filologie aan de RUG en volgde zangopleidingen aan muziekscholen in Gent. Ze werkte jarenlang als griffier aan de Rechtbank van Eerste Aanleg in Gent, terwijl ze zich ook toelegde op haar stem. Ze bracht drie cd’s uit (twee klassieke, een met oorlogsliederen) en publiceerde in 2020 haar poëziedebuut Kind van één zomer, een bundel plus eigen muziek, uitgegeven bij Partizaan. Deze bundel kreeg in 2023 een cultuurprijs van Berlare. In 2024 verscheen haar tweede bundel zijKant bij uitgeverij Het Punt. Gerlinde is actief lid van de Dendermondse dichtersgroep Zinspiratie en recent verkozen tot bestuurslid van de cultuurraad te Berlare.

 

Wat inspireert jou om te schrijven, zijn er specifieke momenten of ervaringen die je door te schrijven vast wilt leggen? Welke rol speelt poëzie voor jou in het verwerken van deze ervaringen?                                                                                                                                                      
Ik schrijf zolang ik me herinner. Gedichten hielpen me mijn jonge, kwetsbare en soms heftige emoties positief te verwerken. Dat is bij het ouder worden niet anders. Inspiratie kan zowel een filosofische gedachte zijn als een gevoel, een geluid, een beeld. Alleen of samen vormen ze de achtergrond voor mijn poëzie.

Kun je er een voorbeeld van geven hoe dat werkt bij jou?
Bij mijn bundel Kind van één zomer’ zijn woorden over verlies plastisch zichtbaar en voelbaar. zijKant heeft ook zulke momenten. In het gedicht ‘oorlog’ over een man met zijn hond op de vlucht betekent het terugkerend woord ‘land’ meerdere dingen. De man die zijn grond, zijn thuis en bestaan is kwijtgeraakt draagt wat ervan rest in zijn nek, namelijk de hond. ‘Hij kent geen land. Alleen mij’.

In je poëzie komen thema’s als vergankelijkheid en het verlies van een kind terug. Hoe ga je om met zulke intense onderwerpen in je werk?
Verlies en vergankelijkheid zijn net als vreugde en geboorte verweven door ons dagelijks leven. Ze zijn even intens om te dichten. Ik schrijf vanuit inlevingsvermogen, wat naast gedeeld ook draaglijk maakt.

 

minder maat dan geboorte

eens kleine lijfjes passen in small
modelleert groei een hele wereld
beloofde kindermaten, maar

waar geen enkele maat belooft

omknelt zelfs de heilige stilte van de muren
van Jeruzalem tot de tempels van Tibet
de niet geboren navelstreng.


(ongepubliceerd)

In je bundel met de prachtige titel Kind van één zomer staat het verlies van je dochtertje Charlotte (07-07-1990/26-08-1990) centraal. Je publiceerde de bundel 30 jaar na haar dood. Waarom was het voor jou belangrijk deze bundel te schrijven en hoe heeft het verlies je dichterlijke stem gevormd?
Schrijven was het enige dat me na haar dood troost kon bieden. Door over haar te schrijven bleef ze levendig. Er was toen weinig of geen begeleiding voor rouwende ouders van pasgeborenen. Poëzie en muziek waren in de jaren nadien een stem voor de momenten van verdriet. Vanzelfsprekend wou ik ermee naar buiten komen toepasselijk in het jaar dat ze 30 zou zijn geworden om haar eindelijk de plaats te geven die ze verdient.

Dat is een mooie troostvolle gedachte. Je hebt me de bundel gestuurd en ik vind dat dit werk een waardevol eerbetoon is aan haar. Maar ook anderen die een kind verloren hebben, kunnen er wellicht troost en herkenning in vinden. Bij het lezen van Kind van één zomer valt op hoe helder en direct je taal is, ondanks het moeilijke onderwerp. Hoe vond je de juiste vorm om dat verlies te verwoorden?
Verlies en verwerking delen zonder drama of meligheid is mijn stijl. Eenvoud van vorm en klare taal past er vanzelf bij. Empathie maakt het direct.

Hoe balanceer je als dichter tussen het persoonlijke en het universele in je werk?
Gedichten zijn bij mij altijd een persoonlijke impressie van een situatie of een sentiment. Dat kan over iets universeels als plezier en geluk, maar ook pijn en verdriet, oorlog en geweld. Ik ben zeker niet ongevoelig voor zulke thema’s. Een boodschap of een opinie kan de lezer er zelf uithalen.

Vind je dat de lezer de vrijheid heeft om een gedicht naar eigen inzicht te interpreteren, of wil je als dichter graag begrepen worden? Hoe kijk jij daar tegenaan?
Bij het interpreteren is iedereen vrij. Er zijn al keurslijven genoeg in de wereld. Wel is het fijn om als dichter begrepen te worden of erkenning te krijgen. Dat is een meerwaarde.

 

Saint-Mandrier-sur-mer

Binnen handbereik rolt hier
moeiteloos de zee, op en neer

tussen lijnen van ons vergezicht
breekt haar ijsblauwe hypnose

tegen rotsen, over en weer.
In aanspoelende symbiose

met het langslopend land
dat het onbekende trotseert

schuimt ze zout in het licht,
waadt in het diepste met ons mee

waar alles rust dat heeft geleerd.


(ongepubliceerd)


Wat hoop je dat lezers meenemen uit jouw gedichten? Is er iets dat je achter wil laten bij de lezer?
Ik hoop graag dat lezers getroffen worden door mijn gedichten, dat ik iets kan betekenen voor hen. Raken met woorden is een gave en mijn hang naar erkenning is menselijk.

De titel van je tweede bundel is zijKant. Hoe verhouden de thema’s van de twee bundels zich tot elkaar?
Kind van één zomer is een memoriam, zijKant is een reflectie op mezelf als vrouw, moeder en echtgenote en op de wereld die verlies en vergaan vaak plaatst in de zijlijn van de maatschappij. Die bundels vinden elkaar daar ergens terug, overlappen.

Als we er voor het gemak even vanuit gaan dat er een chronologische volgorde in de bundels zit, hoe zou jouw derde bundel er dan uit kunnen komen te zien? Zijn er plannen voor een derde bundel en wil je deze plannen al delen met de lezer?
Momenteel werk ik samen met een portretfotograaf van muzikanten die een fotoboek zal uitbrengen gecombineerd met mijn poëzie. Ik heb daarvoor een selectie gedaan uit vroeger werk dat nog niet in een bundel verscheen. Anderzijds heb ik genoeg nieuw materiaal voor een derde bundel waarbij ik  de urgentie van gedichten in 7 zinnen wil weergeven. Zoals ik ook gedaan heb in mijn gedicht Familieloop uit de bundel zijKant, dat door Roel Richelieu van Londersele positief onthaald werd in Het Gezeefde Gedicht.

Is een gedicht voor jou ooit echt af, ben je uiteindelijk altijd tevreden met het eindresultaat of blijf je sleutelen?
Een gedicht dat direct goed zit is een zeldzaam eurekamoment. De meeste gedichten worden op dieet gezet of blijven sudderen voor weken, maanden of zelfs jaren. Ik vind het belangrijk dat het klikt maar blijven sleutelen kan soms meer kwaad dan goed doen.  Als een gedicht dan toch verticaal geklasseerd raakt, recupereer ik het bruikbare dat later misschien dient voor een nieuw gedicht.

Welke dichters hebben jou beïnvloed, of welke dichters inspireren jou?
Ik groeide op met Gezelle, Nahon en latere tijdsgenoten en ben dan ook beïnvloed door hun schrijftaal. Ik heb niet echt een chou. Soms spreekt een dichter me meer aan dan een andere. Taal die raakt door gelaagdheid of siert door eenvoud vind ik o.a. bij Leonard Nolens en Hester Knibbe of bij anderstalige dichters zoals Louise Glück. Een varia aan dichters in huis halen gebeurt vaak via verzamelbundels.

 

Als oude reuzen vallen

slaapt hun fotosynthese op ons netvlies
haar eigen geschiedenis
van melancholische jaarringen.

Gegrift in plattegronden staart hun hart na
en zwerft de galm van hun voetstappen.

Zo vallen oude reuzen.

Humus voor wortelresten,
hun verdwaalde zaad één na één
vergeet-mij-niet tussen kiezelstenen.


in memoriam Ben ter Elst, stichter Film Fest Gent
°Delden (NL) 29.6.1946 + Gent (B) 5.4.2025


Je hebt ook een achtergrond in muziek, je volgde notenleer, muziek en zanglessen. Zijn er voor jou overeenkomsten in de manier waarop je muziek en poëzie benadert?

Mijn gedichten leven in symbiose met muziek. Ritme en woord zoeken elkaar van nature op. Woord lijmt vaak op papier wat muziek lost aan gevoel.

Komt bij jou eerst het gevoel, het beeld, of eerder de taal zelf?
Taal komt zoals zij wil. Als taal zelf beeld of gevoel is, gieten mijn gedichten haar in een vorm.

 

ZE KWAM OP ZATERDAG
MORGEN
GING HEEN OP ZONDAG
NOEN
EN DE ZON SCHEEN TOT DE
AVOND


uit: Kind van één zomer, uitgeverij Partizaan, 2020

     Andere berichten

Interview Auke Leistra

‘Wat ik schrijf is toch een soort outsiderpoëzie.’ door Alja Spaan     Auke Leistra schreef korte verhalen waarvan een paar ooit...

Interview Jan Glas

‘Het gedicht als object.‘ door Alja Spaan   Jan Glas (Uithuizen, 1958) is dichter-beeldend kunstenaar. Een mooi verhaal is zijn...

Interview René van Densen

'René van Densen, kan het waarlijk kwalijker?' - door Marc Tiefenthal     René van Densen is dichter omdat iets zich aandient en...