kunst Keith Haring
In de serie Favorieten van Meandermedewerkers de drie lievelingsgedichten van Jan Runhardt.
Love
Love, he said, gas
kiss me off
kiss my lips
kiss my hair
my fingers
my cock my balls
my eyes my brain
make me forget
He had a room on the 3rd floor,
rejected by a dozen women,
35 editors
and half a dozen hiring agencies.
Now I’m not saying he was any
good.
He turned on all the jets
without lighting them
and went to bed.
Some hours later, a guy on his
way to room 309
lit a cigar in the
hall.
And a sofa flew out the window.
One wall shivered down like wet sand.
A purple flame waved 40 feet high in the air.
The guy in bed
didn’t know or care,
but I’d have to say
he was pretty good
that day.
Charles Bukowski, uit: Love is a dog from hell (HarperCollins Publishers Inc, 1977)
XIV.
Ga nu maar liggen liefste in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.
Rutger Kopland, uit: Een lege plek om te blijven (Van Oorschot, 1975)
Praten welsprekend praten
spreken praten welsprekend praten
praten praten babbelkous de babbelkous afmaken
de babbelkous op de kop krijgen
kouten kout braken en de kout niet vatten
maar konverseren de slijmerige gesprekspartner inslikken
hele zinnen inslikken halve woorden uitspuwen
de speech afsteken wat opsteken wat meenemen
wat overbrengen overdragen uitdragen vodden
flarden van woorden fluisteren murmelen zuchten
zacht zingen de keiharde waarheid
kout kotsen
inspraak toespraak opspraak uitspraak
wat de kunstenaar kotst is kunst
vogelpeuk kunsttaal krompraat koeterwaals koetervlaams
en maar klappen klappen klappen krijgen en uitdelen
ook taalverkrachting en gelouterde en geleuterde taal
top van de taalwet orgasme voor de organist
neem de bloedproef van uw smoes
de bloedgroef van de tong van de roerende tong
de scherpe tong en de tong
die niet op zijn mondje gevallen is
maar deze tong heeft ook steeds een open mondje
de tong zuigt duim
wat zuigt deze tong wel uit zijn duim?
Lucebert
In de jaren ’80 bracht de groep Smaakstaal (Dick Troost, Jaap Blonk en Jan Runhardt) poëzie van Lucebert op grillige muziek.