LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Dezelfde luikjes in je hoofd

29 dec, 2011

Dit jaar verscheen bij uitgeverij Passage in Groningen de signaalrode bundel  Wat u? van Irene Wiersma. Het is haar poëziedebuut, waarbij behalve de gedichten ook de illustraties van haar hand zijn. Irene Wiersma (1985), die ook animaties maakt, is als creatief multitalent in het Groningse al langer bekend als singer-songwriter onder de naam Flux.

Bij zoveel talenten dringt zich de vraag op hoe al die disciplines zich tot elkaar verhouden. Voert één ervan de boventoon of wisselt dat?
Dat wisselt. Na een groot muziekproject kwam de taal bovendrijven, wat resulteerde in de dichtbundel Wat u? Daarna had ik mijn buik even vol van de komma’s en punten en nu ben ik bezig met een serie grafische ontwerpen voor kinderkleding. Het is wel eens verwarrend als je gedachten alle kanten op vliegen, maar ook ongelofelijk leuk en inspirerend. Ik denk dat je kunt groeien in één discipline terwijl je bezig bent met een andere. Uiteindelijk moet je dezelfde luikjes in je hoofd openzetten. En weer dicht, als je van nachtrust houdt.

Klank – woord – beeld. Dezelfde vraag als bij de kip en het ei: wat is er eerst?
Soms zie ik een beeld, soms een flard van een tekst, en soms een heel lied van begin tot eind. Meestal op onmogelijke tijdstippen. Dan haast ik me uit bed om een notitieblok van tafel te grabbelen en aantekeningen te maken. Het is bij mij een kwestie van focus: bij elk lied kan een beeld en elke tekst kan een lied worden. Daarom houd ik van duidelijke kaders, bijvoorbeeld het schrijven van een dichtbundel. Het wordt dan uiteindelijk weer wel een dichtbundel met illustraties.
Afgelopen zomer ging ook onze ‘Chocolanimatie’ in première. Samen met drummer Corneel Canters heb ik een animatieclip gemaakt bij het lied Chocola, die op Youtube te vinden is. Het is, hoewel dat animeren een enorme, tijdrovende rotklus is, mooi als tekst, muziek en beeld in één project samenkomen, zoals hier.

Je staat regelmatig op allerlei podia. Hoe houdt de poëzie zich staande in het muzikale geheel?
Ik ben hier nog mee aan het experimenteren. Voorheen dacht ik dat de combinatie niet zou werken, omdat het te verschillend zou zijn, maar het werkt heel goed. Het is leuk om met de tekst, muziek,  intonatie en het publiek te spelen. Mijn doel is om twinkelingen in de ogen van mensen te zien verschijnen, omdat ze dingen herkennen, iets idioots of juist iets heel alledaags.

In je gedichtenbundel figureren drie personages, Zwaan, Meneer en M. Je muzen?
Klopt, dat zijn mijn drie muzen, al zijn ze geen muzen in de traditionele zin van het woord. Twee van de drie zijn onbereikbaar. Door het schrijven over deze muzen is er een verhaallijn in de bundel ontstaan, maar je moet goed lezen om de verschillende lagen en hints te zien. Er staat een rouwadvertentie in het slotgedicht van de Zwaancyclus. Iemand dacht dat dit personage overleden was. Nou, dat is dus niet het geval, dat wil ik wel verklappen.

Je vindt jezelf dus niet terug in een bepaalde traditie maar je wilt een eigen weg kiezen?
Ik denk niet dat dat echt een keuze is, dat gebeurt gewoon. Ik heb genoeg aan mijn eigen gedachten. Ik luister weinig muziek en lees niet zoveel poëzie. Ik kijk liever naar een extreem slecht televisieprogramma om bijvoorbeeld tot rust te komen. Aan kopieën in de kunst heb ik wel een hekel. Ik wil door stem, woorden of tekening iemands ziel kunnen zien. Geen belangrijk of moeilijk gedoe, maar iets dat puur en authentiek is en dat leeft.

‘De taal is licht van toon, maar vaak liggen diepere lagen op de loer’ zegt je uitgever. Pluimgewichten?
Met Flux heb ik in oktober 2010 de cd ‘Pluimgewichten’ uitgebracht. Het is een Vlaams woord dat de lichtgewichten in de boksklasse aanduidt. Een soort geuzennaam is het. We speelden in 2008 op het Theater Aan Zee Festival in Oostende. Een journalist gebruikte dat woord om in een recensie waarin hij Flux helemaal de grond in stampte de liedjes aan te duiden. Niet goed geluisterd, want je kunt van alles over mijn muziek en poëzie zeggen, maar niet dat het nergens over gaat. Een andere reden waarom ik dat ‘Pluimgewichten’ mooi vond passen, is dat er een tegenstelling in het woord zit, net als in mijn muziek en teksten. Hoewel veel liedteksten vrij zwaar zijn, is er ook altijd humor in te vinden. Dat maakt de onderwerpen hanteerbaar. Humor wordt naar mijn idee onderschat. Veel dichters en andere kunstenaars nemen zichzelf veel te serieus.

En waar vinden we Irene Wiersma over een jaar of wat?
Oef, moeilijk… Ik hoop dan nog steeds op meerdere vlakken bezig te zijn, als uitvoerend podiumkunstenaar en als ontwerper. Hopelijk lukt het me om steeds meer een vorm te vinden waar zowel  muziek als poëzie in passen. Ik denk dat bijvoorbeeld een voorstelling in het theater een goeie volgende stap zou zijn, waarin dan alle aspecten mooi kunnen samenkomen.
Daarnaast ben ik net begonnen met een grafisch ontwerpbureau voor baby- en kinderkleding. Apoelle moet uiteindelijk een bekend merk worden.
Eigenlijk hoop ik me dus over een paar jaar nog steeds volledig op het maken van dingen te kunnen  richten en daarin een balans te vinden tussen alle verschillende bezigheden. Want naast leuk, is het  ook wel vermoeiend om altijd je aandacht te verdelen.

http://www.irenewiersma.nl

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...