In onze nieuwsbrief treft u de rubriek ‘Meander op andere plaatsen’ waar we sinds enige tijd een foto, fragment, citaat of voorbeeld opnemen waarin Meander terugkomt.
afbeelding Pixabay
Ook dit is onder Meander terug te vinden, alleen met subtitel ‘chaos’. Twee lezers, dichters, stuurden ons een eigen gedicht met daarin het woord ‘meanderen’. Daarin komt het lijnenspel terug maar ook de chaos.
Om hun tekst niet tekort te doen door slechts een fragment te tonen, publiceren we ze hier in zijn geheel.
–
De weg meandert langs het Damsterdiep,
asfalt en banden zingen ijl, de rug
van de chauffeur zit recht,
afwezig reist men mee.
–
Een reigervlucht gaat op en neer
boven het wateroppervlak, vleugeltip raakt
aan spiegelbeeld, concentrisch
verwijden zich ringen.
–
Wirdumerdraai na Winneweer; de berm is
op z’n smalst, een ekster schettert
nu en hier, twee woerden
zwemmen in het gras.
–
Zinkblauw zweeft boven rimpelend grijs,
koolzaad bloeit weer gadogeel, het
virtuele beeld glijdt mee onder
de reigervleugelslag.
–
(c) Bernard Lichtaard
–
strakke lijnen van weleer meanderen
als rivieren in een delta: huizen en gebouwen
maken abrupt een slag naar rechts
–
veranderen in duizelingwekkende spiralen
waarin bedeesd jouw hand met onbekende tekens:
samengaan van hoofd en hand
laat zich voorlopig niet ontvouwen
–
plotseling roep je dat we schilfers zijn
in een oneindig universum, met uitzondering
van Ambrosius, de onsterfelijke, hij leeft verweesd
in een dimensie die wij nog niet kennen
–
waar gebouwen worden getekend in hemelse
lichte lijnen met mooie gouden pennen
waar potloden zijn gemaakt van brandend houtskool
rechtstreeks uit de verdomde gloeiende hel
–
(c) Els van Dinteren, uit de bundel ‘roekeloos ontknoppen‘