beeldbuis
elke avond hadden wij ons ritueel na school
en werk: koken, eten, afwassen. er gebeurde
niet zoveel wat nieuws was. waar wij rapport
van uitbrachten was hoe wij dachten dat het
leven van onze lievelingspersonages die dag
zou zijn. wij sloten gretig weddenschappen
over wendingen, ontknopingen, cliffhangers.
niemand kreeg ooit gelijk. toch stormden wij
elke avond als halvegaren op de beeldbuis af.
–
wij hoefden niet te praten, leenden woorden
uit series waaraan wij verknocht waren en
spraken langs elkaar heen. nooit kwamen wij
tot dialoog. voor elkaar bleven wij potdoof,
verblind door de vrouw die we wat graag
tussen de lakens wilden. wij waren de man.
de huiskamer, ons bewustzijn, letterlijk alles
loste in het niets op. een aftiteling was de klok,
zond ons zonder zoen of veel gedoe naar bed.
–
wij zagen niet hoe de jaren aan ons vraten,
hadden ternauwernood in de gaten hoe wij
vervreemden van elkaar. een betere band
hadden wij vaak met acteurs en actrices die
wij nooit in levende lijve spraken, het was
de gewoonste gang van zaken. wij hadden
geen reden tot klagen, keurig deelden wij
kruis en huis. wij zagen de zin niet in van
een verre vriend en een bovenbeste buur.