Gedichten van Jack Kerouac, vertaald door Joris Lenstra
KLUNZENBLUES
Ik ben slechts een mens met een heleboel
shit op mijn lever
Het was niet mijn ambitie om een geweldige minnaar
te zijn,
maar dat ben ik nou eenmaal
Zelfs in dromen bespringen
verloofden van andere
mannen mijn lijf & leden
En ik ben het Vliegende Paard
van Mien Mo
Als ik een oude man ben,
zal ik rotten in mijn graf
Ik hield van hen die gestoord waren
zonder dat ze wisten waarom
Als ik oud ben, zal ik gapen
in het Flanellen Graf
*
GOOFBALL BLUES
I’m just a human being with a lot of
shit on my heart
My ambition was not to be a great
lover,
but that’s what I am
Even in dreams, fiancées
of other men
ball on my joint
And I am the Flying Horse
of Mien Mo
When I am an old man
my grave will rot me
The ones I loved were crazy
without knowing why
When I am old I’ll yawn
in the Flannel Grave
Uit: Pomes all sizes. City Lights Books SF. 1992.
**
Zonder titel
ik
zag
duidelijk
het geraamte onder
dit
hele
schouwspel
van persoonlijkheid
wat
blijft
er over
van een man en al zijn trots
behalve zijn botten?
en al zijn vergeten middernachtssnacks . . .
en de badkuip vol drank
door zijn keel
. . . botten—Hij kniest
in het graf,
gelaatstrekken
door wormen aangetast
*
*
*
*
van hem wordt
niets meer
vernomen
*
*
*
*
’t Leven is ziek
Honden hoesten
Bijen zeilen
Vogels hakken
Bomen zagen
Bossen treuren
Mensen sterven
Teken trachten
Boeken liegen
Mieren vliegen
Welterusten
*
No title
I
clearly
saw
the skeleton underneath
all
this
show
of personality
what
is
left
of a man and all his pride
but bones?
and all his lost snacks o’ nights . . .
and the bathtubs of liquor
thru his gullet
. . . bones—He mopes
in the grave,
facial features
changed by Worms
*
*
*
*
from him
is heard
no more
*
*
*
*
Life is sick
Dogs cough
Bees sail
Birds hack
Trees saw
Woods cry
Men die
Ticks try
Books Lie
Ants fly
Goodbye
uit: Scattered Poems. City Light Books SF. 1971.
**
BLUES
103e CHORUS
Mijn vader door de rode binnenstad
lopend als een inktzwarte
schaduw, met hoed, knikte
in het eeuwenoude licht van mijn dromen.
Wat heb ik vaak van Lowell gedroomd
en het beeld van mijn vader,
strooien hoed, krant in zak,
alcoholadem, kappersglans,
als het beeld van de Onwetende Man
die zich naar zijn lot toe haast, de Dood,
hoewel hij dat doorheeft.
Daarom noemen ze een Toost,
een fles, een glas, een dronk,
een beker vol goede moed—
Mannen weten dat de mist geen vriend is—
Ze verlaten de velden & trekken jassen aan
en worden zakenmannen & sterven muf
ze sterven een verwerpelijke, muffe dood
dezelfde dood als op het platteland
in mesthopen.
Mijn herinnering aan mijn vader die
door het centrum van Lowell loopt
als bordkarton rondom
uitgesneden door verloren licht
is hetzelfde lege materiaal
als mijn vader in het graf.
*
103rd Chorus
My father in downtown red
Walked around like a shadow
Of ink black, with hat, nodding,
In the immemorial lights of my dreams.
For I have since dreamt of Lowell
And the image of my father,
Straw hat, newspaper in pocket,
Liquor on the breath, barber shopshines,
Is the image of Ignorant Man
Hurrying to his destiny which is Death
Even though he knows it.
’S why they call Cheer,
a bottle, a glass, a drink,
A Cup of Courage—
Men know the mist is not their friend—
They come out of fields & put coats on
And become businessmen & die stale
The same loathsome stale death
They mighta died in countryside
Hills of dung.
My remembrance of my father
in downtown Lowell
walking like cardboard cut
across the lost lights
is the same empty material
as my father in the grave.
Uit: Mexico City Blues, Grove Press NY. 1990.
**
239e CHORUS
Charlie Parker Leek op Boeddha
Charlie Parker, die pas gestorven was
lachend om een jongleur op teevee
na een wekenlang uitputtend ziektebed,
werd wel de Perfecte Muzikant genoemd.
En de uitdrukking op zijn gezicht
was vredig, mooi en diepgaand
net als de afbeelding van Boeddha
uit het Verre Oosten, ogen met wimpers
waarin de uitdrukking ligt dat Alles Goed is
—want dat is wat Charlie Parker
zei als hij speelde: Alles is Goed.
Net als een heel vroege morgen,
de vreugde van de kluizenaar of
de perfecte kreet
van een wilde groep tijdens een jamsessie
‘Wee, Wop’— Charlie blies bijna
zijn longen op om de snelheid te bereiken
waar de speedsters om vroegen
en wat zij verlangden
was zijn eeuwigdurende vertraging.
Een grootse muzikant en een grootse
schepper van vormen
die tenslotte gestalte krijgen
in de volksaard en in jou.
*
239th Chorus
Charley Parker Looked like Buddha
Charley Parker, who recently died
Laughing at a juggler on the TV
after weeks of strain and sickness,
was called the Perfect Musician.
And his expression on his face
Was as calm, beautiful, and profound
As the image of the Buddha
Represented in the East, the lidded eyes,
The expression that says “All is Well”
—This was what Charley Parker
Said when he played, All is Well.
You had the feeling of early-in-the-morning
Like a hermit’s joy, or like
the perfect cry
Of some wild gang at a jam session
“Wail, Wop”—Charley burst
His lungs to reach the speed
Of what the speedsters wanted
And what they wanted
Was his Eternal Slowdown.
A great musician and a great
creator of forms
That ultimately find expression
In mores and what have you.
Uit: Mexico City Blues, Grove Press NY. 1990.
**
Haiku’s
Er is geen zonde—
ik weet heel goed
waar ik ben
*
There is no sin—
I know perfectly weIl
where I am
**
Ik trapte naast
de ijskastdeur
hij sloot toch
*
Missing a kick
at the icebox door
It closed anyway
**
In de medicijnkast
is de wintervlieg
van ouderdom gestorven
*
In my medicine cabinet
the winter fly
has died of old age
**
De schommelstoel
wiegt zichzelf
in de sneeuwstorm
**
The summer chair
rocking by itself
In the blizzard
Uit: Book of Haiku, Penguin Books. 2003.
**
SCHETSEN
Zonder titel
Het eerste wat mij opvalt
bij Dostojevski aan het
begin van al zijn boeken is
de zenuwachtige doodsangst die
er heerst nog voor de aller-
eerste pagina—de held is
altijd dezelfde, verschijnt
op de eerste pagina uit
eeuwigheden van introspectie,
doodsangst en depressie—net
als ik iedere dag.
Hmm.
*
No title
The first thing that strikes
me about Dostoevsky in begin-
ning any of his books is
the nervous anguish that
seems to have preceded the
first page—the hero is
always the same, comes
to the first page out of
eternities of introspection,
anguish, gloom—just
as I do every day.
Hmm.
Uit: Book of Sketches, Penguin Books. 2006.
‘Verzen, Schetsen, Haikus & Blues’ , Jack Kerouac
vertaald door Joris Lenstra
64 pagina’s, 21 cm x 14,8 cm
Paperback, Genaaide katernen
ISBN: 978-94-90338-04-6
Prijs 12,50 euro
Verkrijgbaar bij de boekhandel en via www.uitgeverijnadorst.nl