Jabik Veenbaas (1959) is dichter, schrijver, filosoof en vertaler. Hij vertaalde veel filosofisch werk, maar ook veel poëzie, onder meer Grashalmen van Walt Whitman en Lyrische balladen van William Wordsworth en Samuel Coleridge. Veenbaas publiceerde tot nog toe acht dichtbundels, vier Friestalige en vier Nederlandstalige. Zijn meest recente bundel was Soms kijkt de aarde me aan (2020). In januari van dit jaar verscheen van hem Odysseus’ onvoltooide reis, een boek over de ontwikkeling van de figuur Odysseus in de westerse literatuur.
foto © Tjerk de Reus
–
–
storm steekt op
drijft onze lichamen bijeen
meer dan een armvol zijn we niet
zand, wind en water
–
soms haast een eiland
–
dat op nieuw leven hoopt
op zeekraal en lamsoor op vogels
die uit verre koude oorden komen
om te broeden in onze duinen
–
–
stil en schuw ga je de deur uit
en bereikt heelhuids de supermarkt
in alle schappen
krijsende vleermuizen
–
ziekte regeert
onder oeroude voorwaarden
grillige goden
hulpeloze schepselen
–
je graait wat leeftocht bijeen
en stapt weer op de fiets
ineens zie je het
speenkruid opent zich bedeesd
meerkoet troont op zijn nest
het is voorjaar geworden
–
je denkt waarachtig
ze proberen het toch
–
–
een virus joeg ons op
we scholen angstig weg
in de holen van onze huizen
waren wekenlang van slag
–
tot er ten slotte iets veranderde
het begon voor we er erg in hadden
muren die metgezellen werden
katten kalme luisteraars
–
het werd tijd om op te ruimen
we fluisterden dat we morgen begonnen
soms hielden we onze adem in
en dachten aan het onverwachte
zelfs aan dingen die voorgoed onmogelijk waren geworden
zoals de zuiverheid van onze ziel