Waan of werkelijkheid
door Maurice Broere
–
–
Steven Graauwmans publiceert met 11 zijn vijfde bundel. De bundel heeft een witte omslag met in de voorkant 11 gestanst. ‘Procedures’ en ‘Scènes’ zijn de afdelingen. Het boekje is opgedragen aan Elisa. Aanvankelijk was de titel 11 een raadsel voor me. Vermoedelijk slaat het op de lengte van de gedichten: 11 regels. Eén vers, ‘Hoe helden goden werden’ (blz. 40) wijkt af en heeft 12 regels. Wat verder opvalt, is dat de gedichten een titel hebben en dan bestaan uit een 1 en een 2, twee keer is er sprake van 1,2,3. In de afdeling ‘Scènes’ staan ook gedichten zonder die onderverdeling.
Op de binnenflap van de omslag staat: ‘Maken we een keuze of is het een strijd tussen droom en realiteit, tussen scènes en procedures. Soms versterken ze elkaar, soms staan ze diametraal tegenover elkaar, dan weer vervaagt het onderscheid. De ‘Procedures’ zoomen in op de dagdagelijksheid, het voortgaan van een leven – een van de protagonisten is het kind. De gedichten uit ‘Scènes’ zoeken manieren om grip te krijgen op de procedures. Is er eerst de gewoonte of eerst de waan, eerst de procedure of eerst de scène?’
Uit ‘Procedures’:
–
2
–
De voorbije dag is alles gebeurd
al wat we dachten, alle gebaar.
Het werd weer winter en ik wist wat
van de lente, zelfs de zomer.
Ik was geboren naast het stuikende hert
ik vierde mijn verjaardag met de geur
van het everzwijn en het oude bos
ik verloor in de sneeuw de weg
het stamelen en het struikelen
het schot op loopafstand
de kraaien.
Wat opvalt is de alliteratie die onopvallend is toegepast. Overdaad van deze rijmsoort kan een vers potsierlijk maken, maar Graauwmans weet het heel organisch te brengen. Het vers is niet eenvoudig te duiden, maar ik vermoed dat het over jeugdherinneringen gaat. De dichter ontdekt dat alles hetzelfde verloopt (procedures) en dat hij weet wat komen gaat: na winter komt lente en zomer. Hij denkt terug aan scènes uit zijn jeugd waarin bejaagde dieren en bossen een hoofdrol spelen. Opvallend vind ik dat het woord sneeuw dat op meer plaatsen in de bundel voorkomt. Sneeuw bedekt alles, sluit veel af voor het oog, maar kan ook duiden op het vervagen van herinneringen.
Uit ‘Procedures’:
–
2
–
Ik at havermout als ontbijt.
Mijn meisjes aten hetzelfde
met fruit, honing voor de smaak.
Het kleine leert schrijven
het andere leert zwijgen.
Ik vertel iedereen dat het goed gaat, met ontbijten en zo.
Men zegt mij hetzelfde met een vreemde intonatie
het accent op dagen
het klinkklare heden voor iedereen
voor wat nog hap en tastbaar is.
Ik raad hoeveel een brood kost.
Een huiselijke scène: een gezin aan het ontbijt. De dames gaan meer voor de smaak. De dochter blijkt nog jong te zijn, want ze leert schrijven. De ander, ik denk de moeder, leert zwijgen. Vroeger hoorde je vaak het spreekwoord ‘spreken is zilver, zwijgen is goud’. Dat is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend. Het is juist goed om je uit te spreken over alles, zeker over alles wat je dwarszit. Is dit een teken van verkilling, niet meer moeite willen steken in een goede relatie? De ik laat naar buiten merken dat alles goed gaat, maar overschreeuwt hij zichzelf niet? Anderen bevestigen hem met nadruk op dagen. Op dit moment is alles goed! Het heden is zoals het voor iedereen waarneembaar is. De laatste zin toont de nuchterheid zelve. Dagelijkse realiteit is een onderwerp, maar wel erg praktisch, niet erg gevoelig (eten en drinken.)
Uit ‘Procedures’:
–
3
–
Je kan ze niet tellen, zeg ik
dagen zijn geen dingen, dagen zijn
daden zonder tijd
zoals de geur van oma
in het hout – ik blijf
wanneer ik er niet ben
jij er altijd bent
zonder uren
dat wij er zijn. Jij
mijlenver aan mij en ik
zomaar van jou.
‘Dagen’ zou je ook als motief in deze bundel kunnen beschouwen, omdat het in diverse verzen voorkomt. Zo ook in dit gedicht, waarin weer de alliteratie verantwoord is toegepast. ‘Dagen’ is een abstract begrip, omdat ze in feite ongrijpbaar zijn, zoals ook geur ongrijpbaar is. In je hoofd kun je overal zijn, al ben je niet werkelijk daar. De geliefde is altijd bij je, ook al is dat fysiek niet zo.
Uit ‘Scènes’:
–
2
–
Vanuit de sofa kijkt ze ons aan
wij zijn haar publiek, juichend
om haar eeuwige jongemeisjesleven
Voor alles wat nog moet, alle hoop en alle helden
om elkaar geboren worden.
Hoe we ons muisstil afleren –
de stappen van een van ons.
Dit is waarover het kind vragen
zonder antwoord stelt
Het is de verte tussen ons in
gestapelde dagen
Een huiselijk tafereeltje. Een kind kijkt naar haar ouders en de ouders kijken naar het meisje, dat nog een heel leven voor zich heeft met alles wat daarbij hoort. Het kind is onzeker over de toekomst net als de ouders.
Steven Graauwmans schotelt ons in 11 een bundel met poëzie voor, waarin je met enige moeite doordringt door mee te gaan in zijn associaties. Dat heeft voor de lezer consequenties, want er staat niet wat er staat en iedereen kan andere associaties hebben. Dat maakt deze dichter boeiend, want elk gedicht verrast. Uit de ogenschijnlijk kleine wereld van een gezin weet hij een universum tevoorschijn te halen zonder al te veel wegwijzers.
Steven Graauwmans (2023). 11, Scènes & Procedures. Uitgeverij P, 48 blz. €18,00. ISBN 9789464757170