door David Troch
foto © Patrick Henry, Auteurslezingen
Zolang Barwoutswaerder niet ten grave is gedragen, is Barwoutswaerder niet dood. Ergens moet hij nog ronddwalen. Geen mens weet waar. Waar hij vroeger voluit sprak, zwijgen nu zijn mond en zijn pen. Waar hij heden ten dage ook ronddwaalt, hooguit loopt hij er in zichzelf te mompelen. Wat hij ook mompelt, tien tegen een dat het onverstaanbaar is, ook voor hemzelf. Aan onverstaanbaar gewauwel heeft niemand wat. Best tragisch, hoe klare taal in troebele taal verzandde.
Naar het schijnt onderneemt hij desondanks toch af en toe een poging zich als vanouds te roeren. Al blijft hij het liefst van al binnenskamers, ver weg van alle haantje-de-voorsten, af en toe, heel af en toe, laat hij zich toch tot een of andere obscure culturele gelegenheid verleiden. Dan posteert hij zich achteraan in de zaal, in het donkerste, duisterste hoekje, in de stille hoop dat niemand hem opmerkt. Doorgaans tevergeefs.
De karige aanwezigen stoten elkaar steevast aan. Kijk, daar zit hij, daar, zie je? En dan blikken de karige aanwezigen gespeeld achteloos over de schouder. Bij elke blik krimpt Barwoutswaerder in elkaar. Hij verschrompelt. Hij wordt liever niet opgemerkt. O wee wie het aandurft tot hem het woord te richten. Die bijt hij de neus af. Barwoutswaerder is geworden wat hij nooit zou worden, een oude brompot. Wat hij bij zo’n obscure culturele gelegenheid ook te verwerken krijgt, gegarandeerd vindt hij het maar niks. Hij heeft het allemaal weleens eerder gezien, beter bovendien.
Dat beseffen ook degenen die het in zijn aanwezigheid wagen het podium te bestijgen. Ze struikelen, over voeten, over woorden. Hun stem trilt, hun handen beven. Barwoutswaerder is een graadmeter, denken ze. Als hij een goed woordje voor ons doet, is ons broodje gebakken. Dan groeit avond na avond het aantal karig aanwezigen. Kassa, kassa.
Helaas, hun gedachten hebben het mis. Barwoutswaerder doet er hardnekkig het zwijgen toe. Barwoutswaerder is allang geen graadmeter meer. Barwoutswaerder mag dan niet dood zijn, hij heeft zichzelf lang geleden in alle stilte ten grave gedragen.
–