De juryleden die op Marjon stemden motiveerden hun stem onder andere als volgt:
Gedurfd, eigentijds en toch heel poëtisch.
Zomers ontspannen parlandotoon gaat goed samen met de zware thema’s die ze aansnijdt. Ze heeft oog voor beeld en voor humor die het drama wat lichter maakt, en dat zorgt voor balans.
De gedichten van Marjon zijn stuk voor stuk sterk en voelen ‘echt af’. Ze weet de lezer vast te houden en telkens te verrassen met een einde dat weer net een ander licht doet schijnen op de situatie. Haar gedichten vallen ook op doordat ze stuk voor stuk sociale media en internet op een volstrekt natuurlijke manier beschrijven.
De ongedwongenheid en alledaagsheid van de taal verhinderen niet dat ze diepgang weet te bereiken in haar gedichten, zonder dat deze te gezocht is. Tevens maakt ze geraffineerd gebruik van humor.
Marjan Zomer heeft echt een eigen stem. En ze verrast me: ja, surfen op de draaischijf van een harmonicabus, goed gezegd, zo moet dat heten. Prachtig en hedendaags: “ik typ moeder in de lege ruimte / van het zoekvak in de taakbalk”. Deze regels ga ik niet meer vergeten.
Zuivere en eigen stem. Subtiele humor. Toegankelijke materie en toch graaft het diep. Weet via dagelijkse thematiek universele dilemma’s aan te snijden, en zich als een antiheldin strijdend met geestig ongemak onnadrukkelijk te verbinden met de lezer. Roept verlangen op om haar zelf te horen voordragen. Ze heeft eerlijk en intens geluisterd naar haar materiaal en gracieus en onverschrokken uit de lucht geplukt.
Ik houd normaal van structuur in een gedicht, toch werd ik door de gedichten van Marjon getroffen door de vrije structuur. In de gedichten van Marjon, neemt ze je mee in haar gedachten die schijnbaar alle kanten opschieten. Schijnbaar, want ze leidt je weloverwogen naar de kern. Zonder opsmuk, in gewone dagelijkse woorden, maar wel met rake beelden, weet ze me te beroeren. Het zijn gedichten die ik graag herlees en dan ben ik verrast als ik steeds nieuwe dingen ontdek.Een ander aspect is dat deze gedichten voelen alsof ze geschreven moesten worden, ook zonder opdracht, zonder wedstrijd, zelfs zonder lezer. Dat geeft ze een authenticiteit die me bijna het gevoel geeft dat ik een voyeur ben in andermans leven.
Marjon Zomer komt voor mij op de tweede plaats. Haar eerste gedicht vond ik ook erg goed en hoe raak is de laatste zin ervan: ‘mag je een dode ontvrienden’. Met het themagedicht raakte ze bij mij (en ik neem aan vele anderen) een gevoelige snaar. Het plaatsen van: ‘een klein heelal’ heeft ze met humor opgelost. Paste prima.