Stephan Zonder (1975)
Cel
Heden ben ik kamerdienaar
want ik dien deze kamer
door haar kamer-zijn te ervaren
doordat ik in haar zit op deze stoel
aan een werktafel welteverstaan
waarop een computer staat
waaraan een toetsenbord rust
waarop ik dan de woorden intik:
is deze kamer niet gelijk aan dat
wat mij van het overige scheidt?
een onbegrensde onvoorstelbaarheid
en bevindt zich tegelijkertijd
alles buiten haar
zich thans ook niet buiten mij?
dat te delen
vind ik zo intiem
dat ik in haar schrijf:
deze kamer is mij tot warm lichaam geworden
en ook: in die beslotenheid voel ik mij oneindig vrij .
Tonnie Meewis (1984)
GRENZEN AAN EEN ZANDKORREL
Hij die de speen zoog in de wachtkamer
van een groothandel voor melkpoeder
en loopvermogen veinsde
tot de horde van de wieg
hij ja moeder blies benauwenis
tot ruimte op, schiep onbeschreven land
aan de randen van zijn kussen
herkende zijn zin in de tocht en bij aankomst
zijn vrouw in vrolijk pluche
en jij daarin ik zag je
toen ik vastliep in veranderlijke afgesneden plooien
terug in de tocht over melkwitte golven
door waszachte zeewind, langs speenroze rotsen
de vorm van een haven, wat land en een vrouw
en de raadsels van mijn nauw begrensde wensen.
Melis van den Hoek (1947)
fantasie
door de kieren van mijn korf
glipt mijn glinsterende fantasie
in verfrommelde woorden
mijn eigen warrige wereld in
ik zie violen in mijn koffie
dode hazen teksten typen
klinkers dansen in de straat
hoeden hoofden afhakken
het leven gaat te vlug voor mij
het volgen valt mij zwaar, als
letters in hun handen wrijven
fazanten met dakpannen gooien
tandenborstels bruggen bouwen
theelepels op de preekstoel staan
lichtblauw naar lucht hapt
steigerplanken feesten vieren
ik hoor vrome vreemde klanken
hebzucht vechten met verdriet
machines moed verzamelen
jaloezie in juichende vrede vallen
weerloos waai ik uit de wolken
krampachtig kruip ik in mijn korf
voel mij voortaan veilig, mijn geest
verruimd door het gespleten licht
Steven van der Heyden (1974)
Huidhonger
Zoals elke nabijheid terugvalt op aanraking
zo wikkel ik me in jouw kleren
hun vertrouwde geur dicht op mijn huid
als het parfum van zacht vruchtvlees
Hoe dat drukken kan, de zwaartekracht
van een leven op de taal van een lichaam
waarin ik je bewaar met de woorden
die ons samenvatten