LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Judith Herzberg – 111 Hopla’s

Voor de levenden door Joop Leibbrand Judith Herzberg (1934) heeft de vorm van haar gedichten altijd ondergeschikt gemaakt aan de inhoud. Had ze veel woorden nodig, dan gebruikte ze die; kon ze voor het formuleren van een enkele snelle inval met veel minder toe,...

Stijn Vranken – Maak plaats van mij

Een plek die je mist door Levity Peters Ik had drie gedichten van Stijn Vranken gelezen, en drie keer was ik in de lach geschoten. Een zacht soort humor. Wonderlijk. Dat moet ik uitleggen. Bij de titel van de bundel weet je al dat je met een serieuze dichter van doen...

K. Schippers – Fijn dat u luistert

Het onverbondene van de dingen door Hans Puper Bij Schippers heeft de werkelijkheid niets vanzelfsprekends – al vanaf 1958 niet, het jaar waarin Barbarber verscheen.  Zijn werk vormt een nooit eindigend onderzoek van het schijnbaar gewone en dat blijft boeien. Er is...

Liter nummer 74 (jrg. 17)

Wie ben ik dat ik u zie door Joop Leibbrand Het literaire tijdschrift Liter is bezig aan zijn zeventiende jaargang en voor het eerst heb ik er nu een aflevering van in handen – de jongste, die van juni. Als de inhoud van dit nummer maatgevend is, heb ik al die...

Louis Radstaak – Lawaai!

De trommelende pissebedden van een stijlcorrector door Levity Peters Voordat ik de poëzie van Louis Radstaak (1948) kan bespreken, wil ik twee gedichten laten lezen, die zowat alles duidelijk maken wat ik te berde wil brengen: Stijl corrector Gezocht: een...