LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Columns

Pleidooi voor een goed voornemen
Pleidooi voor een goed voornemen
Houd rekening met de omstandigheden als je goede voornemens formuleert, aldus Jan Loogman. Met Campert en ‘Zondag had ik me voorgesteld / in de hangmat door te brengen’, Vasalis ‘De bus rijdt als een kamer door de nacht’ en Jan van Nijlen ‘Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen’ , allemaal omdat hij bij Uitgeest met de trein strandde.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (73)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (73)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het drieënzeventigste antwoord komt van Katelijne Brouwer.
Meander Live 2
Meander Live 2
Op de tweede Meander Live leest Iduna Paalman haar nieuwe bundel ‘Bewijs van bewaring’ voor. In zijn geheel, want daarmee doe je een zorgvuldig samengestelde bundel recht. De column van Hans Puper.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (72)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (72)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het tweeënzeventigste antwoord komt van Koen Vlerick.
Wie de Goden liefhebben….
Wie de Goden liefhebben….
In onze nieuwe serie 'Waarom deze regels? (3)' haalt Hans Franse de jong gestorven dichter Jacques Perk aan. Moet je jong sterven om een poëtisch vernieuwer te zijn? In deze column noemt hij vele namen. Misschien waren ze in de loop van hun dichterlijke ontwikkeling niet verder gekomen of misschien hadden ze geen woord meer op papier gezet.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (71)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (71)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het eenenzeventigste antwoord komt van Hans F. Marijnissen.
De Zeeuwse canon (I)
De Zeeuwse canon (I)
‘Net als aardgas kan ook poëzie aardbevingen veroorzaken, maar gelukkig alleen literaire.’ Rogier de Jong in het eerste deel van zijn drieluik over dichters uit Zeeland. Water en land zijn een ‘archetypisch’ thema in de Zeeuwse poëzie. Daarbij gaat het, net als in veel andere literatuur, over worstelen en boven komen. En dan is er nog het befaamde ‘Zeeuwse licht’…
Van kleurrijke papegaaiduiker tot bleke leegte (*)
Van kleurrijke papegaaiduiker tot bleke leegte (*)
Ook recensent Marc Bruynseraede hield zich bezig met de Antwerpse kwestie rond het stadsdichterschap. ‘De dichters mogen dan schrijven wat ze willen – dààr is de Schepen formeel over – als ze maar aan de leiband lopen. De burgers die dachten dat de dichters VRIJ waren te schrijven wat ze wilden, die hebben het verkeerd begrepen.’
Op een muis. Sint als pr-deskundige
Op een muis. Sint als pr-deskundige
Als Sinterklaassurprise hebben we vandaag een tweede publicatie, een column van Bram Mieras over een light verse gedicht van Kees Stip die hier jongleert met de uitdrukking ‘de berg heeft een muis gebaard’. ‘Plezierdichten’ zei Drs. P, daarmee verwijzend naar de lol die zowel de dichters hadden in het maken ervan als hun publiek in het lezen. Wij gunnen u een extra pleziertje.