LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Columns

Van A tot Z, een monument voor een dichter
Van A tot Z, een monument voor een dichter
Hans Franse vindt Lennaert Nijgh, een van de beste tekstschrijvers uit de laatste jaren van de twintigste eeuw, een dichter. Hij wisselde teksten over de tijdgeest af met poëtische tijdloze teksten, en gebruikte in eindeloze variatie de letters van het alfabet voor liedjes, columns, musicals en boeken: vandaar de A tot en met de Z.
Reflecties langs de Westerschelde
Reflecties langs de Westerschelde
Het beeld ‘Graf van de onbekende Kunstenaar’, een liggende leeuw als ode aan de vergeten makers, dat op de Verbeeldingsroute in Terneuzen staat, doet Rogier de Jong oproepen tot ‘brullend op te staan, zijn manen te schudden en zich alsnog te storten op zijn enige prooi in het leven: die van het scheppen. Lang leve de kunstenaar! Lang leve de kunst!’
De eerste honderd (3)
De eerste honderd (3)
In het derde deel van zijn serie besteedt Wim van Til zijn geld aan de Prins der dichters en koopt hij de ‘negende druk 15.000 exemplaren februari 1961’ van ‘Een winter aan zee’. Stel je voor dat al die bezitters in een reünie bijeen zouden komen. Ook kocht hij 'Mei'van Herman Gorter. Met deze bundels erbij had hij natuurlijk een boekenplank nodig.
De ruimte als verlossend serum
De ruimte als verlossend serum
Rogier de Jong neemt zijn hoed af voor Lieke Marsman die onlangs de Constantijn Huygensprijs heeft ontvangen. Geconfronteerd met ziekte en sterfelijkheid veranderde Marsmans wereldbeeld. De symboliek werd concreter en leidde tot belangstelling voor God, ufo’s, kwantummechanica en christelijke denkers. Haar werk heeft een jeugdige drang en experimenteerdrift en toont vastberadenheid. Die ene ontmoeting met haar was een koninklijke.
Hebben gedichten een eigen wil?
Hebben gedichten een eigen wil?
Er staat altijd meer dan er staat en dat is wat anders dan ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’. Een column over de stelling van Rodenko en het commentaar van Nijhoff. De relatieve wil van een gedicht onttrekt het taallichaam aan de gewone communicatiestroom en zondert het lyrisch subject af van de dichter(es) als privépersoon.
Tot je daar weg bent
Tot je daar weg bent
Jan Loogman in een ontroerende column met hem als voorlezer en een oudere vrouw als luisteraar en al die verhalen in ons. Het leven samengevat in een zin van Esther Jansma, ‘Je beweegt door het leven / tot je daar weg bent // en het hele leven blijft en begint. ‘Precies,’ zegt de vrouw. ‘Zo is het voor mij.’
Dicht dat snel en dicht is
Dicht dat snel en dicht is
Als er één dichtvorm is die in een eeuwenoude traditie zijn sporen heeft verdiend, dan is het wel het kwatrijn. Zo heet een vers van vier regels die door eindrijm met elkaar verbonden zijn. Een levenswijsheid die zich toespitst in het beeld van de laatste regel, bijgeslepen door het rijm. Hier een mooi voorbeeld van hoe vormbesef de expressiviteit van gedichten draagt: snel en dicht.
Tussen Tempel en Kruis, de zoektocht van Hendrik Marsman
Tussen Tempel en Kruis, de zoektocht van Hendrik Marsman
Het meest bekende Nederlandse gedicht, Denkend aan Holland, werd geschreven door Hendrik Marsman. De weidsheid en de rust van het landschap als een vervulling van zijn levenslange onrustige zoektocht. In het malen van de tijd vindt hij echter nergens houvast, niet in de wijzerplaat, niet in de oude Zodiac, de Dierenriem, met het door hem gevreesde teken van de Kreeft, noch in het Christelijk geloof.
De eerste honderd (2)
De eerste honderd (2)
Hoe belangrijk is het dorp waarin je opgroeit? Voor de poëtische reis van Wim van Til vrij bepalend. Er waren twee boekhandels die in januari allebei uitverkoop hielden. In één van de twee, Boekhandel De Graafschap heette die in zijn herinnering, kocht hij op 21 januari 1972 zijn tweede en derde bundel. Beide kostten slechts 75 cent, dus niet echt een aanslag op zijn zakgeld.