Columns
Home sweet home
Het gezin komt er in de Schone Kunsten niet goed af, toch is zij – naast klaagmuur - ook ideaal. En het verlangen naar dat ideaal komt Rogier de Jong in de literatuur weinig tegen. Hij begon zich zorgen te maken over zijn belezenheid tot hij bij ‘de grote dichter van het kleine en alledaagse’, Bernard Dewulf, iets van liefde bespeurde, van waardering voor een Warm Nest.
Twee leraren
Wat een kansen laat de ene leraar liggen en hoe stimulerend is de andere? Beseffen leraren überhaupt hoe groot hun invloed kan zijn? En hoe lang de herinnering aan hen doorwerkt? Het hoge cijfer voor Duits dat Jan Loogman ontving, werd met een denigrerende opmerking teruggeven. Hoe anders was dat bij Engels waar de hele klas het verzameld werk van Shakespeare op een zaterdagmiddag kocht.
Dichten & Drinken
Er zijn nogal wat innemers in de wereldliteratuur. Onder hen bevinden zich uiteraard ook Nederlandse dichters/schrijvers. Met in gedachten 'Slechts de namen der grote drinkers leven voort' (titel van Riekus Waskowsky, 1968), noemt Ko van Geemert er een paar in deze column. Het laatste woord geeft hij aan Jan Boerstoel: Drinken / doet een beetje zeer, / maar nuchter leven /nog veel meer.
Een dag om te plukken
Schrikkeldag was aanleiding voor Jan van der Vegt zijn Latijn af te stoffen en zijn vrienden een schrikkelwens te sturen, een bewerking van de elfde ode in het eerste boek van de Carmina van Horatius, waar menig classicus ernstig de wenkbrauwen bij zou fronsen, maar waardoorheen hij de schim van Horatius, mocht die zich vertonen, in de ogen durft te kijken.
Enig kind
“Een echte dichter van de dood,” stelde Ed Hoornik opgewonden vast toen hij de debuutbundel van dichter, schrijver en vertaler Hendrik van Teylingen las. Schijnbaar achteloos vult de vormvaste Van Teylingen zijn sonnetten met fraaie verzen, rake formuleringen en verrassende associaties, vrolijk, ironisch, humoristisch en inderdaad, de dood ligt altijd op de loer. En wie was Stieneke van Stevensweert?
Gedichten van buiten kennen
Hans Franse was 15 jaar toen hij een gedicht van Lucebert voordroeg uit de bloemlezing 'De twee muzen' uit 1955. Hij herinnert zich nog altijd de speciale uitgaven ‘uitgegeven ten behoeve van jonge mensen….’, en de schoonheid van de verzorging van deze boekjes, die hij met zijn zakgeld kocht, en zou willen dat ze nog bestonden.
Maria met de inktpot
Tot de volksverhalen die Guido Gezelle opdiepte, behoorden ook legenden uit het Rijke Roomse Leven. Eén van die legenden speelt zich af in de woonplaats van Rogier de Jong, Aardenburg, dicht bij de West-Vlaamse grens. In de dertiende eeuw kwam een bedevaart op gang die Aardenburg op de kaart zette. Daar staat namelijk Maria die een inktpot vasthoudt. Hoezo?
Meander Live 6
20 maart valt in de Boekenweek en daar hoort ook poëzie bij, een afzonderlijke Poëzieweek doet daar niets aan af. Het doet ons daarom veel plezier dat Sasja Janssen op die datum 'Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica' komt voorlezen, haar bundel die in januari verscheen. In zijn geheel uiteraard, want het gaat om Meander Live.
Die mijn aderen doorstroomt
Jan Loogman koestert de herinneringen aan zijn geboortehuis en geboortedorp maar vooral ook aan zijn vader op die zondagochtenden lang geleden. Zo heeft hij hem zelden gekend, maar zo is hij kennelijk ook geweest. Regels van Peter Theunynck komen bij hem op: 'En ik verlies u zoals altijd / uit het oog, terwijl u toch / mijn aderen doorstroomt.'