Interviews
in de potentie van de nagalm
Dean Bowen zonderde zich af op het platteland van Achtmaal in Noord-Brabant (NL) om er de geest van Henriette Roland Holst te betrappen. Na lezing van ‘Ik vond geen spoken in Achtmaal’ kan men denken dat de dichter aan spoken hun kerk heeft willen teruggeven. Maar zocht Dean B. werkelijk naar spoken? Of zocht hij eerder naar zijn naakte geloof? Of naar reden voor zijn eenzaamheid?
‘Je krochten bewoonbaar maken’
‘Voor permanente bewoning’ heet de bundel waarmee Anna de Bruyckere vorig jaar debuteerde. Een bundel met een lichte toon. ‘Hoe doe je dat, leven?’ lijkt de terugkerende vraag die leidt tot serieuze observaties. Jan Loogman in gesprek met haar.
"Ik denk dat elke tekstvorm zijn eigen voordeel en kwaliteiten heeft."
Elianne van Elderen won de derde prijs in De Gedichtenwedstrijd. ‘Geen inzending’, zei de jury van haar gedicht, ‘vatte beter de tijdgeest.’ Ze begon te schrijven op Tumblr, de drempel lag op het internet lager. Ze houdt van verhalende of plotgedreven gedichten met lange volzinnen, personages en een nostalgische thematiek, vaak over een dorp, kinderen en jeugdvriendschappen. ‘Iedereen - ook zonder een schrijfopleiding - zou kunnen schrijven’.
"hamsterwielen voor een dystopie"
In de serie 'gesprekken met Meandermedewerkers' het drieëndertigste gesprek, met Martijn Benders waarin de scherpe criticus terugdenkt aan zijn ‘leermeester’ Carlos Castaneda die de dichter als tovenaar zag met het vermogen om magische momenten te beschrijven en vatten. Van ‘wereldjes’ en ‘uitvreters’ naar ‘dominees’ en ‘overheid’, ‘valse entiteiten’ en ‘een open klimaat’ en met dat kangoeroe-gedicht van Rodenko.
Zo eenvoudig kan winnen zijn
De interviewer Truus Roeygens zit tegenover Sascha Beernaert. Hij werd enkele weken geleden met zijn gedicht ‘Mummie’ tot winnaar uitgeroepen van De Gedichtenwedstrijd 2020. Na een klim van zes jaar bereikt hij eindelijk de top van de berg. In het interview vertelt Sascha Beernaert over wat hij tijdens de beklimming zoal heeft meemaakt en over hoe hij de aankomst heeft ervaren.
"als dichter voel ik de drive om uit chaos/crisis orde te creëren"
Schrijven is voor eilanddichter Gerda Posthumus “een voorwaarde voor zingeving van leven hier”. In de natuur heerst een eigen orde. Binnen je eigen ordening de juiste woorden te vinden om onbehagen aan te kunnen gaan, houdt haar bezig. Dienstbaar zijn ook aan de gemeenschap en aan de toerist. Het gedicht zou de uiteindelijke toeschouwer kunnen zijn van wat de dichter heeft willen zeggen.
"De mooiste kunst wordt immers gemaakt in tijden van schaarste, wanhoop en chaos."
Stadsdichter Joris Brussel is verwend in de mooie, nuchtere, cultuurminnende, historische stad Alkmaar. “Het is een beetje alsof je de sleutel van de stad krijgt en alle deuren mag opendoen om er vervolgens over te mogen schrijven wat je hebt gezien en meegemaakt.” Hij schrijft zijn gedichten veelal met het doel om gehoord en in de tweede plaats gelezen te worden.
Koos Dijksterhuis: natuurschrijver en plezierdichter
Liefde voor de natuur is bij columnist, dichter Koos Dijksterhuis vroeg ontstaan. Als kind hield hij al van lange wandelingen in bossen. Op zijn zeventiende ging hij biologie studeren. Door lezen van light verse en luisteren naar Drs. P ontwikkelde hij zich tot plezierdichter. Inge Boulonois sprak met hem.
"Bluffen is voor mij een manier om mijn innerlijke criticus soms even te stillen - dan zie ik het als een spel"
Voor de nieuwe Dichter des Vaderlands ligt de essentie van poëzie in poëzie op papier. Haar droom is meer mensen poëzie te laten lezen. “Een bundel kopen of lenen, daar doorheen bladeren, en opeens getroffen worden door een enkele strofe of zin.” Mirthe Smeets interviewde Lieke Marsman. “Veerkracht is niet iets wat je leert, maar wat opeens aanwezig blijkt op het moment dat je onder grote druk staat.”