Interviews
Interview Ludo Bleys
‘Noch mijn rechtenstudie, noch die van de filosofie hebben mij garanties geboden op een toekomst als dichter.’ Aldus Ludo Bleys, ‘Dat ik poëzie schrijf, heeft meer te maken met vroege interesses, beschikbare tijd, de opleiding aan de Schrijversacademie en de ervaring die ik opdeed in de bezielende schrijfgroep rond dichter/uitgever Roel Richelieu Van Londersele.’
Wie zit er achter het podium (9)?
Wie beter dan Jos van Hest zelf kan vertellen over het Open Podium in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Vanaf het eerste Open Podium in januari 2004 presenteert hij dit drempelloze, maandelijkse samenzijn, ‘een wonderlijke broedplaats van ontmoeten en genieten. En van leren. Aandacht doet floreren. Ontmoeting moedigt groei aan. Reflectie bevordert kwaliteit.’ Dit podium is werkelijk open!
Interview Frans Kuipers
Dood is het enige zekere, zegt dichter Frans Kuipers, door wiens werk een geest van vrijheid jaagt. En 'Poetry makes nothing' happen, maar toch... Over het grote gevaar van de lyrische dichter en het hebben van teveel pretenties, over Komrij en of een plekje in diens bloemlezing wel verdiend was, over debutanten maar eigenlijk over leeftijdloos zijn en actief.
Interview Astrid Lampe
De poëzie van Neruda of Lorca en van de vele anderen waarvan ze het werk waardeert, vat Astrid Lampe op als ‘kostbare pogingen ons tot de wereld te verhouden. In een wereld die uiterst complex en problematisch is, vaak repressief en kunstenaars-vijandig, is hun poëzie een gulle gift.’ Zo ook de hare, nu bekroond met de P.C. Hooft-prijs.
Interview Ludwig Van de Voorde
‘Ik wil gewoon blijven schrijven’, zegt Ludwig Van de Voorde na het winnen van de 4e ZEEF-poëzieprijs. ‘Ik heb altijd graag gelezen en geschreven, ik had last van de gedachte dat het een bijzaak is, iets dat je doet nadat het werk is gedaan. Pas later ervaarde ik dat het andersom moet, dat het werk dan nog beter gaat.’
Interview Sytse Jansma
Door het opgroeien in een meertalige omgeving denkt dichter Sytse Jansma makkelijker buiten de kaders, de spelregels van een taal. Bij het schrijven van poëzie heb je die non-conformistische houding nodig. ‘Het opschrijven van iets heel ergs, is nog geen goede poëzie. Je moet er echt mee aan de slag; de taal zo omvormen tot het catharsis oproept bij de lezer.’
Interview Silke Peeters
'Poëzie draagt vaak meerdere betekenislagen in zich en kan raken aan wat (bijna) onzegbaar of niet te vatten is. Op die manier weekt poëzie ons een beetje los van onze dagdagelijkse structuren, van wat we al weten of gewoon zijn. ' De mooiste momenten in het schrijven zijn voor Silke Peeters de belangeloze momenten waarin ze schrijft zonder een bepaalde uitkomst te verlangen.
Interview Piet Gerbrandy
‘Als dichter, maar ook als lezer word je meegevoerd op de swing van regels die om nieuwe regels vragen. Die muziek is de basis’, zegt Gerbrandy, ‘dat is waaruit mijn gedichten voortkomen, betekenis is secundair. Tijdens het schrijven werkt dit alles puur intuïtief. Het gaat om het exploreren van innerlijke diepte, om de verbeelding. Dat is verrijkend, je wordt er een vollediger mens van.’
Interview Mischa Andriessen
Mischa Andriessen is erg bezig met de klank en het ritme van het gedicht, dat zijn voor hem wezenlijke elementen in poëzie. Hij is ervan overtuigd dat door de melodie en het ritme een karakteristieke communicatie ontstaat. De muzikaliteit waarmee hij zijn werk probeert vorm te geven, geeft hem houvast, daardoor durft hij grote, heftige thema’s aan te gaan.