Interviews
'Het is moeilijk, zo niet onmogelijk, om objectief een gedicht te beoordelen.'
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het zestiende gesprek, met Janine Jongsma. Als organisator van de Rob de Vos-prijs geeft ze haar mening over poëziewedstrijden, laagdrempeligheid, juryleden, verdienmodel èn de bekendste gedichtenwedstrijd: de Turing. Na tien jaar als deelnemer aan wedstrijden, is het heel bijzonder nu aan de andere kant te staan.
"Ik wil treffen door eenvoud"
Het werk van Femke Vindevogel is een reflectie van haar leven en interesses van het moment. Als het leven verandert, zal haar werk mee evolueren. Ze uit zich in muziek, tekenen en schrijven en heeft dat allemaal nodig om zich compleet te voelen, rusteloos wordt ze als ze niet schrijven kan. Talent drijft altijd boven, kijk maar naar haar!
"poëzie is van onschatbare waarde"
In de serie 'gesprekken met Meandermedewerkers' het vijftiende gesprek, met Ivan Sacharov.
'Ik wil verstaanbare gedichten maken die voor mijn esthetische gevoel de perfectie benaderen'
"Mijn gedichten zouden moeten zijn als de schilderijen van Evert Thielen, John Waterhouse, of Salvador Dali: perfect van vorm en helder, herkenbaar, begrijpelijk en mysterieus tegelijk", zegt Frits Criens in gesprek met Inge Boulonois. Dit streven vereist grote, technische en ambachtelijke vaardigheid. Dat Criens die bezit zien we onder andere in de smakelijke teaser die wij mogen plaatsen.
‘De stilte van iemand die ooit tot je gesproken heeft, is een andere dan de stilte van iemand die je niks te zeggen had.’
"Er is geen boodschap, misschien is dat de boodschap" zegt de intrigerende dichter Paul Bezembinder tegen Sacha Landkroon, die hem en zijn werk probeert te doorgronden. Bezembinder parodieert graag de rationaliteit, vereenvoudigt om tot een kern te komen en relativeert het schrijverschap. "Je kunt beter alleen voor jezelf kunt schrijven. Je hoeft trouwens helemaal niet bang te zijn dat je werk daarmee voor anderen oninteressant wordt – zo bijzonder zijn we nou ook weer niet."
"eindelijk vond ik de vorm die paste bij wat ik wil zeggen"
Nog deze maand verschijnt de debuutbundel van Rosa Schogt, Dansen te ontspringen. Hoe kwam deze tot stand en waarom is deze bundel belangrijk voor de lezers? "Ik hou van de bondigheid, de raadselachtigheid en de dubbelheid die poëzie kan hebben" zegt de dichter, en hoe het voelde als thuiskomen: het schrijven van poëzie.
"mijn poëzie gaat vaak over het tekort"
Marten Janse sprak met de laatste Turing winnaar over het waarom van schrijven, de lange weg tot het uiteindelijk doel, succes, techniek en vorm. 'Het is geen optie is om het niet te doen', zegt Meity Völke op het eerste, 'je moet eerst toegeven dat schrijven voor jou onontkoombaar is'. We hebben lang op haar moeten wachten maar hier is ze dan!
"de voortreffelijke lessen van mijn leraar Nederlands"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het veertiende gesprek, met Johan Reijmerink. Naast het recenseren voor Meander schrijft hij voor de Poëziekrant en Mantra en werkt aan een boek over de poëzie van Cees Nooteboom. Hij publiceerde het Bulletin en het Jaarboek van de C.G. Jung Vereniging Nederland en zijn laatste boek is gewijd aan de dichter Bernlef (De andere stem, 2017). Hij waardeert het poëtisch klimaat in Nederland positief!
"Een klein, flikkerend licht in de duisternis"
"De aanleidingen voor het schrijven van een gedicht verschillen, maar ze hebben altijd iets te maken met de wereld waarin ik leef. Ik ben een wereldhongerige dichter", zegt Ralf Thenior. Onlangs verscheen de fraaie, tweetalige bundel De verheerlijking van de champignon (Azul Press) waarin de vertalingen van Tsead Bruinja onder het origineel staan. De energie van hen beiden spreekt uit alle gedichten. Sander de Vaan ging in gesprek met Thenior.