Meandermagazine
Poëzie in beweging
Wijnt van Asselt - Egelmeisje
In de debuutbundel ‘Egelmeisje’ van Wijnt van Asselt staat de titel voor het alterego van de dichter, volgens Maurice Broere. Hij zegt erover: ‘Ik denk dat de defensieve kant van de egel belangrijk is in dit verband, door je zo min mogelijk kwetsbaar op te stellen, blijf je een soort buitenstaander en lijken emotionele gevoelens op een afstand te staan.’ Het is wel storend dat de titel te veel opduikt in de bundel.
Ons mankeert niets
Wopke van der Lei over dat overrompelende gevoel van falen, terwijl je juist dacht goed te doen, over de leraar Nederlands die als dé letterkundig specialist van de school voltooid verleden tijd werd, praten over een gedicht was er niet meer bij, dat kon net zo goed via een database met multiple choice-vragen, toch?
Ekster Alven / Aschwin van den Abeele
De komende weken publiceren we gedichten die ontstaan zijn uit het duoproject van dichter Aschwin van den Abeele: twee dichters gaan op poëtische wijze, in hun eigen stijl, met elkaar in gesprek. Deze techniek werkte uitdagend en leverde verrassende resultaten op. Tevens bleek het inspirerend om eens niet solistisch, maar in duo's te creëren. Vandaag met Ekster Alven.
Het commentaar van Jeanine Hoedemakers
Recensent Jeanine Hoedemakers heeft ontdekt dat zij een zachte recensent is. Niet omdat ze het niet durft om een dichter aan te pakken, maar omdat het niet bij haar past. Ze legt ook uit waarom niet iedere lezer automatisch een recensent is. We vroegen haar naar haar ervaring als dichter in het literaire veld en naar haar specifieke stijl van recenseren. Het commentaar van Jeanine Hoedemakers.
Interview Ludo Bleys
‘Noch mijn rechtenstudie, noch die van de filosofie hebben mij garanties geboden op een toekomst als dichter.’ Aldus Ludo Bleys, ‘Dat ik poëzie schrijf, heeft meer te maken met vroege interesses, beschikbare tijd, de opleiding aan de Schrijversacademie en de ervaring die ik opdeed in de bezielende schrijfgroep rond dichter/uitgever Roel Richelieu Van Londersele.’
Bernard Wesseling – Ontkrachtingen en affirmaties
Hans Puper: ‘In ‘Ontkrachtingen en affirmaties’ maakt Bernard Wesseling een tussenbalans op van zijn leven. Hij leidt die in met het gedicht ‘Aan mijn oudere zelf’, dat voorafgaat aan de twee afdelingen van de bundel. Geen gefantaseerde terugblik van een ouder naar een jonger ik, maar een vooruitblik, een brief van de jongere aan de oudere. (…) Die ongebruikelijke vorm maakt iets wat voor de hand ligt tot iets bijzonders – dat is een van de dingen waar Wesseling heel goed in is.’