Meandermagazine
Poëzie Kort - 2020 / 5
Vandaag een Poëzie Kort met besprekingen van vijf bundels: Bette Westera & Sylvia Weve – 'Uit elkaar' (Herbert Mouwen). Alain Delmotte – 'Twee dochters' (Marc Bruynseraede). Jeroen Dera en Charlotte Van den Broeck - 'Woorden temmen' (Kamiel Choi). Haiku Kring Nederland - 'OmNietsOmAlles' (Herbert Mouwen). Kreek Daey Ouwens - 'Guillaume' (Marc Bruynseraede).
“Het blijft bijzonder, het ogenblik dat je ergens door geraakt wordt en woorden vindt om daar uitdrukking aan te geven.”
Dichten is voor Jabik Veenbaas een levensbehoefte. “De poëzie kan me helpen om dingen te verwerken en het stelt me in staat om iets moois te maken dat er nog niet is.” Het verlangen om dat te doen heeft hij van jongs af aan. Zijn poëzie staat niet los van zijn filosofische werk. Bij beiden gaat het om je toewijding, over de waardering voor je werk gaan anderen.
Jeroen Messely - Nachtlus
Recensent Peter Vermaat bespreekt ‘Nachtlus’ van Jeroen Messely: ‘De taal in de hand van Messely is afkomstig van een woest palet, waarin binnenrijm of klankverwantschap met het ene woord een ander het gedicht in sleurt en het geheel daarmee tot een veelkleurige kolkplas vormt. Het is geen sinecure voor de lezer om in de kolkende overvloed van kleur, beeld en volume de drone te vinden die het geheel vanaf een bruikbare hoogte in perspectief zet.’
Wim van Strien
Dichter Wim van Strien heeft een groot en goed taalkundig gevoel en is in zijn onderwerpkeuze en behandeling daarvan zo divers dat hij nergens onder te brengen is. Hij was graag eerder aan dichten begonnen. Soms luchtig, soms vermanend, soms actueel en soms in herinnering aan. Nu “Er taal noch teken komt van het Daarachter” zijn we blij met zijn woorden.
Annie M. G. Schmidt & Sylvia Weve – Miauw, miauw, miauw!
Herbert Mouwen bespreekt het poëzieprentenboek ‘Miauw, miauw, miauw!’ van Annie M. G. Schmidt & Sylvia Weve. Met daarin aantrekkelijke en grappige tekeningen: ‘Dertien van de eenentwintig gedichten gaan over katten. Ook zonder het maatschappelijke engagement van de auteur zijn de gedichten aantrekkelijk voor kinderen. Ze bevatten een strak metrum, dan weer een speels ritme. Een heldere opbouw en het anekdotische karakter zijn altijd aanwezig in de gedichten.‘
What's in a name
Dankzij een marskramer ging Hidde Puper (1868 – 1936) fier door het leven. Een freule maakte daar genadeloos een eind aan; Hidde kwam daar nooit meer overheen. Een column van Hans Puper.