Meandermagazine
Poëzie in beweging
Maaike de Wolf - De dansvloer is van iedereen
Peter Vermaat is niet in het minst onder de indruk van ‘De dansvloer is van iedereen’, het debuut van Maaike de Wolf: ‘De teksten kunnen afkomstig zijn uit een willekeurig brein, via een doelloze hand doorgebriefd aan een anoniem toetsenbord. De Wolf riskeert niets, dwingt tot niets, vleit of vloekt niet, bezweert of bespot niets en uiteindelijk loopt het nog niet af ook.’
Interview Ko van Geemert
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het vierenvijftigste gesprek, met Ko van Geemert. ‘Poëzie en muziek bieden me troost en doen me realiseren dat ik niet de enige ben die het leven moeilijk te leven vindt.’ Hij schrijft graag over poëzie, liefst kort en krachtig, zonder poeha. Dat kan goed in de vorm van een column.
Bloemlezing - de 44 beste gedichten van de Herman de Coninckprijs
Ook dit jaar is er de bloemlezing met 'de 44 beste gedichten van de Herman de Coninckprijs 2024'. Hettie Marzak vindt dat de bundel een mooi overzicht geeft van alles wat de poëzie momenteel te bieden heeft. Je betaalt voor de aanschaf ervan € 5, -. Marzak vraagt zich af wat je daar tegenwoordig nog voor koopt en ze geeft zelf het antwoord: 'In dit geval de toegang tot een oneindige wereld van gevoel, van zowel de dichter als de lezer.'
Als de zomer eens komt
Hans Franse houdt erg van ‘petite histoire’, de geschiedenis van kleine mensen soms in een grootse tijd. Een mooi voorbeeld van een door de tijdgeest beïnvloede poëzie werd hem toegezonden door Eelco van der Waals, een vriend uit de Haagse Kunstkring. Hij publiceerde zeven gedichten van zijn oma Willy Swarts (1892-1988), geschreven tussen 1916 en 1919. Hier haar handschrift.
Klassieker 281 : Rutger Kopland – De god in mijn hersenen
'De god in mijn hersenen' van Rutger Kopland (1934 - 2012) is een raadselachtig, speels en ironisch gedicht over een fundamentele levensvraag. Rogier de Jong las het gedicht aandachtig.
Daan Doesborgh - Moet het zo
Ivan Sacharov is zeer te spreken over de bundel, ‘Moet het zo’, van Daan Doesborgh. De dichter verkent en bevraagt de mogelijkheden van het gedicht. ‘’De dichter lijkt geïnspireerd door ‘Het lied der dwaze bijen’, van Nijhoff, voor de omlijsting.’’ Sommige gedichten drukken het hetzelfde verlangen uit dat sprak uit de gedichten van Nijhoff. Sacharov vindt sommige van de gedichten echte pronkstukken.