Recensies
Martijn den Ouden - Een kogelvrije zomer
Recensent Levity Peters is niet echt ingenomen met de nieuwe bundel van Martijn den Ouden, ‘Een kogelvrije zomer’. Zijn belangrijkste bezwaar is dat ieder gedicht gespeend is van enige emotie en betrokkenheid. Toch zal zijn recensie velen nieuwsgierig maken.
Peter Verhelst - Koor
Recensent Paul Roelofsen over de nieuwe bundel van Peter Verhelst: 'Koor' is een door Verhelst zelf samengestelde bloemlezing uit eerder werk.
Het eerst gedicht, ‘Voor het vergeten’, zet meteen de toon, die van een rebel, een durfal ( … )’. Een enkele keer toont hij te weinig zelfkritiek bij de opname van gedichten, maar over het algemeen genomen is het een zeer goede bundel. Roelofsen neemt ook de gelegenheid te baat om uitgevers te kapittelen over hun teksten op het achterplat.
Alja Spaan - Misschien moet alles eerst op tekening hersteld
‘Misschien moet alles eerst op tekening hersteld’ is de vierde bundel van Alja Spaan. Ze schrijft dagelijks, direct na het opstaan en zegt achteraf niets te wijzigen. Recensent Eric van Loo: ‘Soms zijn er nog droombeelden die in het schrijven doorsijpelen, in ieder geval is de waakzame oordelende geest nog niet helemaal wakker. Alle ruimte dus voor het creatieve, associatieve brein.’ Het resultaat is verrassend.
Poëzie Kort 2017 / 2
In de nieuwe ‘Poëzie Kort’ recensies van Yolandi de Beer, Lennert Ras en Hans Puper over ‘Die aarde is ’n eierblou ark’ van Susan Smit, ‘Vrije uitloop’ van Saskia Stehouwer en ‘Drie steden twee ogen’ van Hanz Mirck.
Yolandi de Beer schreef de bespreking van ‘Die aarde is ’n eierblou ark’ in haar moedertaal, het Afrikaans.
Ben Lerner - Waarom we poëzie haten
Het publiek haat poëzie, zegt Lerner, dichters ook, inclusief hijzelf. Ieder gedicht schiet tekort: de dichter loopt op tegen de grenzen van de taal, universele gedichten kun je niet schrijven en de hoop om met poëzie bij te dragen aan maatschappelijke omwentelingen is ongegrond. Hans Puper vindt ‘Waarom we poëzie haten’ van Ben Lerner een schitterend essay.
Antoinette Sisto - Hoe een zee een woord werd
Recensent Hans Puper: ‘Hoe een zee een woord werd’ is de vierde bundel van Antoinette Sisto. De titel is in eerste instantie onopvallend, maar roept bij nadere beschouwing nieuwsgierig makende vragen op. In de eerste plaats het woord ‘hoe’: is er sprake van een vertelling? Laat de bundel een transformatie zien van zee naar woord, in casu poëzie? En dan dat onbepaalde lidwoord ‘een’: gaat het niet om een specifieke zee?’
Tom van Deel - Herfsttijloos
‘Zijn poëzie heeft de behoefte het moment te vangen en eeuwig te maken’, staat er op de achterflap van Tom van Deels nieuwe bundel. Dit is bijna een definitie van een genre poëzie waar recensent Eric van Loo erg van houdt. Niettemin: ‘Wie spectaculaire onderwerpen of gebeurtenissen verwacht kan ‘Herfsttijloos’ beter laten liggen.’
Geert Viaene - Eistijden
Ivan Sacharov over het debuut 'Eistijden' van Geert Viaene: 'Je denkt als lezer meestal dat je hem begrijpt en dat geeft zelfvertrouwen. Maar dan lees je nog eens en dan wordt het lastig. Er is iets weerbarstigs, dat zich weigert over te geven aan de gemakzucht van een vanzelfsprekende interpretatie.' Aan de hand van één gedicht laat Sacharov zien dat Viaene een bijzondere dichter is.
Signalementen 2017 / 1
In de eerste ‘Signalementen’ van 2017 behandelt Hans Puper onder andere een essaybundel van Samuel Vriezen over poëzie in het digitale tijdperk, de nieuwe bundel van Frans Kuipers en een PEN-bundel die is samengesteld door Annemarie Estor en Joke van Leeuwen.