Recensies
René Hooyberghs - Het woord nabij
Recensent Romain John van de Maele over ‘Het woord nabij’ van René Hooyberghs:
‘Voor een dichter zijn woorden altijd nabij, maar ‘het’ woord lijkt zich soms in onbetreden gebieden te verschuilen. Dichten is altijd een ontdekkingstocht, en woorden – laat staan ‘het’ woord – geven zich vaak niet gemakkelijk bloot. René Hooyberghs (1944) is een bedachtzame dichter die woorden niet zomaar verzamelt om ze in het keurslijf van een gedicht op te sluiten.’
Signalementen 2016 / 1
Sommigen menen dat de dichtbundel op sterven na dood is. Ze hebben ongelijk: het aanbod zo groot, dat veel bundels onbesproken dreigen te blijven. Daarom zijn we naast ‘Poëzie Kort’ de rubriek ‘Signalementen’ begonnen: zes tot acht nog kortere recensies per keer. In de eerste bespreekt Hans Puper een bundel onder redactie van Peter van Lier, nieuwe poëzie van Bukowski, een graphic poem van Lies van der Gasse naar het gedicht ‘Exodus’ van Hughues C. Pernath en drie andere bundels.
Max Greyson - Waanzin went niet
‘Waanzin went niet’ is het debuut van Max Greyson. Hij is dichter, prozaschrijver en, zoals hij zelf zegt, spoken word performer. Recensent Eric van Loo: ‘Van veel gedichten vermoed ik, dat ze het beter op het podium doen dan op papier. Greyson gebruikt vaak binnenrijm als springplank voor associaties. Misschien leuk om te volgen als je in de zaal zit, maar niet altijd tegen herlezing bestand.’
Mark Meekers - Bodemloos blauw
Mark Meekers is na Hugo Claus de meest bekroonde dichter van Vlaanderen. Daarnaast is hij beeldend kunstenaar. In beide hoedanigheden is hij geobsedeerd door Marc Chagall. In ‘Bodemloos blauw’ beschrijft hij in 86 gedichten de levensloop van de schilder en becommentarieert hij zijn werk. Recensent Hans Franse: ‘Ik vind het een grootse poging om vanuit een grote liefde voor, kennis van en zelfs op sommige punten identificatie met Chagall een dergelijk consistent werk te schrijven.’
Poëzie Kort 2016 / 11
In POËZIE KORT 11 recenseren Eric van Loo, Lennert Ras en Hans Puper de bundels ‘Vel’ van Maarten Embrechts, ‘Woon ik hier’ van Jos Versteegen, ‘Plots hel het werd. Jacobus van Looy en de Battle of the Somme’ onder redactie van Geert Buelens en ‘De geschiedenis van zand’ van Amarantha Groen.
Jef Blancke en Joke van Leeuwen - Aangeraakt
‘Aangeraakt’ is een bundel met schilderijen van Jef Blancke en woorden van Joke van Leeuwen. Recensent Johan Reijmerink: 'Het breekbare van veel portretten krijgt een adequaat poëtische lading mee. De teksten hebben de portretten nodig om een bedding te vinden. De portretten van Blancke winnen aan zeggingskracht door de rake duidingen van Van Leeuwen. De begeleidende teksten getuigen van een verreikende inleving in het gedachte- en gevoelsleven van de geportretteerden.'
Ilja Leonard Pfeijffer - De Nederlandse poëzie van de twintigste en eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten
Komrij heeft een opvolger van formaat. Zijn bloemlezing kun je zonder overdrijving De Dikke Pfeijffer noemen. Hij heeft een geheel eigen selectie gemaakt uit respect voor Komrij: een eigenzinnig bloemlezer volg je niet zomaar na. Dat maakt ‘De Nederlandse poëzie van de twintigste en eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten’ tot een imposante en bij tijd en wijle ook amusante bloemlezing. Een recensie door Hans Puper.
Paul van Ostaijen - Music-Hall
Honderd jaar geleden beleefde Vlaanderen een literaire aardschok, gevolgd door een van storm van verontwaardiging: Paul van Ostaijen, een dichter van nauwelijks twintig jaar, debuteerde met de bundel ‘Music-Hall’, over het uitgaansleven in Antwerpen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Matthijs de Ridder bezorgde een mooie jublileumuitgave, waarin hij vijf nog niet eerder gepubliceerde gedichten opnam. In zijn nawoord gaat hij onder andere in op de poëtische ontwikkeling van de dichter tot aan de verschijning van zijn debuut. Een recensie van Paul Roelofsen.
H.C. ten Berge - Splendor
Licht speelde altijd al een belangrijke rol in de poëzie van H.C. ten Berge (winterlicht in sneeuwlandschappen bijvoorbeeld), maar in ‘Splendor’ toont hij zich een waar luminist. Zijn bundel fonkelt als een diamant. De gedichten zijn glashelder, geladen en ieder woord heeft een maximale werking in klank, ritme en betekenis. Deze bundel kun je niet ongelezen laten. Een recensie van Hans Puper.