Recensies
Hannah van Binsbergen - Kwaad gesternte
Levity Peters: 'Kwaad gesternte' is een zeer complexe en complete bundel. Er zijn zoveel verbindingen tussen de gedichten onderling, dat je je er in kunt blijven verdiepen. Maar het is en blijft poëzie. Los van alle betekenissen en bijbetekenissen die je mag ontsluieren, is er een gevoelslaag die je wezenlijk kan raken, en waardoor ik na de eerste lezing even totaal van de wereld was.’
Stijn Vranken - Fiat Lux
‘Fiat Lux’ van Stijn Vranken is het schitterend vormgegeven verslag van twee jaar Antwerps stadsdichterschap. ‘Aanstekelijk geschreven’ schrijft de recensent. Betekent dit dat dit boek het goed doet in de open haard? Vranken zou deze grensoverschrijdende leeswijze wel toejuichen. ‘Fiat Lux’ heeft een ruwe voor- en achterzijde, uitstekend geschikt om een lucifer langs aan te strijken. Dat laat wel bruine strepen achter op de kaft. Mooi toch?
Pier Pasolini - Vaarwel en beste wensen
Piet Joostens is de samensteller, vertaler en inleider van ‘Vaarwel en beste wensen’, een keuze uit de poëzie en polemieken van Pasolini (1922 – 1975), die bij ons vooral als cineast bekend is. Zijn poëzie doet eigentijds aan door de vaak vrije vorm en zijn engagement (zowel in politieke als in ruimere zin). Hij was tevens een hartstochtelijk verdediger van de traditie. Meestal boeit hij, maar soms is hij ergerlijk en een enkele keer stuitend.
Geert Briers - Zullen we ooit vulkanen zijn
‘Zullen we ooit vulkanen zijn’ is de tweede bundel van de Vlaming Geert Briers. In zijn taalassociaties en verwijzingen naar de amusementswereld klinkt Van Ostaijen door. Het is een bundel die bijna luchthartig aandoet, maar in tweede instantie over onmacht blijkt te gaan. Hij raadt ons aan tijdens het lezen af te zien van kennis, wetenschap en waarheid, maar dat lukt niet: je hebt je verstand wel degelijk nodig.
sadà\exposadà - De zaal van baards!
‘de zaal van baards’ is de tweede bundel van sadà\exposadà. Recensent Levity Peters: ‘Ik blijf maar zitten met de vraag naar de bedoeling, de betekenis van deze poëzie. Een nieuwe inhoud heeft niet direct een nieuwe vorm tot gevolg, zie Baudelaire. Andersom is het evenmin het geval. Wanneer je ze met elkaar vergelijkt is ‘de zaal van baards’ van sadà\exposadà extremer en minder eenvoudig leesbaar dan de Pisaanse Canto's van Ezra Pound die zelfs Chinese en Griekse lettertekens door zijn tekst mixte en dus erudiete vertalers nodig had.’
Margreet Schouwenaar - Verzamelde gedichten
Onlangs verschenen de verzamelde gedichten van Margreet Schouwenaar: ‘Woorden op zinnen gezet’. Vanaf haar debuut in 1991 is haar poëzie ritmisch en klankrijk. ‘Er wordt gewoond in taal’, schrijft ze. Recensent Johan Reijmerink: ‘Ze is in die taal op zoek naar het mysterie van het leven.’ Haar vertrekpunten zijn concreet: het dagelijkse leven, het Noord-Hollandse landschap, jeugdherinneringen et cetera.
Jeroen Dera, Sarah Posman en Kila van der Starre (red.) - Dichters van het nieuwe millennium
De essaybundel ‘Dichters van het nieuwe millennium’ (redactie Jeroen Dera, Sarah Posman en Kila van der Starre) bestaat uit een bespreking van poëtische tendensen in de poëzie vanaf 2000 en vierentwintig essays over Vlaamse en Nederlandse dichters die na de eeuwwisseling debuteerden. De essayisten beschrijven ontwikkelingen waar we nog middenin zitten. Een echt overzicht hebben we daarom nog niet, maar dat is geen probleem. De kracht van het boek ligt in de aanzet tot reflectie en debat.
Yella Arnouts - Vader. Een lamento
‘Vader. Een lamento’ van Yella Arnouts gaat over een opgroeiend meisje dat worstelt met de onuitgesproken liefde en het onbegrip tussen haar en haar vader. Recensent Paul Roelofsen: ‘Wat deze poëzie bijzonder maakt is, behalve het buitengewoon soepele taalgebruik, de bijna speels lichte toon. Het onthutsende drama dat Yella ons voorschotelt zou zich uitstekend voor kitsch lenen, maar daar is dankzij deze kwaliteiten geen sprake van.’
Toon Tellegen - Wonderbaarlijk buigt zich over water
Over de nieuwe bundel van Toon Tellegen zegt Eric van Loo: ‘ ‘Wonderbaarlijk buigt zich over water’ is een verwarrende, besmettelijke, inspirerende bundel. Het is een verslavende nachtkijker, waardoor het bos waarin we lopen nooit meer hetzelfde is. En ook de dingen in de kamer, de planten in de tuin, het was alsof ik ze anders, misschien wel voor het eerst werkelijk zag.’ Dat is genoeg om heel nieuwsgierig te worden.