LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Christina Flick - Oceandiva
Christina Flick - Oceandiva
Hans Puper: 'Oceandiva' had loodzwaar kunnen zijn, maar Christina Flick wist dat te vermijden door haar stijl en gedachtesprongen, die de lezer volop ruimte geven voor associaties. Het enige minpuntje is de soms te nadrukkelijke aanwezigheid van de motieven, dat had wel wat subtieler gekund. Maar al met als is dit een mooi debuut.'
Ferdy Karto - Aardvark tremendum
Ferdy Karto - Aardvark tremendum
In ‘Aardvark tremendum’, de tweede bundel van Ferdy Karto, komen geen leestekens voor en worden versregels afgebroken op een onverwachte manier. Dit maakt de gedichten niet gemakkelijk, zegt Hettie Marzak. Maar: ‘Woorden uit andere talen, andere tijden, vol verwijzingen naar wetenschap en mythologie, woorden die niet direct in het alledaagse taalgebruik voorkomen, zij laten zien hoe Ferdy Karto bezig is de taal naar zijn hand te zetten.’
Michael ter Maat – Demarcaties
Michael ter Maat – Demarcaties
Het thema van ‘Demarcaties’, het debuut van Michael ter Maat, betreft bestaande en bedachte grenzen. Geboren in Ethiopië dreef hij in een biezen mandje de Nijl af en schoot uiteindelijk wortel in Groningen. Paul Roelofsen vindt het een sterk debuut en een verrijking dat je via de QR-code de stem van de dichter hoort die de bundel voorleest.
Lucian Blaga - De grote oversteek
Lucian Blaga - De grote oversteek
‘De grote oversteek’ van de Roemeense Lucian Blaga uit 1924 in de vertaling van Joan Stam laat een mooi tijdsbeeld zien. Tom Veys zegt erover: ‘De gevoelige Lucian Blaga schippert dus tussen platteland en grootstedelijkheid. De symbolische oversteek die we in de titel herkennen, is in veel elementen te vinden. In een leven naar de dood, in een dood naar het leven.’
Hester Knibbe - Barcode van stilte
Hester Knibbe - Barcode van stilte
In de nieuwe bundel van Hester Knibbe, ‘Barcode van stilte’, onderzoekt de dichter of ze de barcode kan ontcijferen van stilte. Johan Reijmerink merkt op: ‘In alle afdelingen treden momenten van bezinning op waarin de ondervinding van vervreemding het zelfbeeld dreigt te ondermijnen. Dan is er toch op het laatst het perspectief van de kinderen die de toekomst symboliseren en de vervreemding doen wegebben. Een longread.
Kenneth Swaenen - Blos
Kenneth Swaenen - Blos
Ellis van Atten bespreekt de tweede bundel van Kenneth Swaenen en zij geeft aan dat ‘Blos’ geen schaamrood op de kaken levert en geen opwinding, maar wel een inkijkje in het leven van de dichter en het herkennen van ervaringen, die kunnen uitnodigen tot zelfreflectie en tot zonder schaamte terugkijken. Van Atten concludeert dat het wat te beschrijvend blijft en te veel aan de oppervlakte naar haar zin.
Maarten Buser - Opgeslagen locaties
Maarten Buser - Opgeslagen locaties
In ‘Opgeslagen locaties’ van Maarten Buser onderzoekt de dichter de wereld aan de hand van beelden die hem zijn bijgebleven. Volgens Peter Vermaat heeft de bundel meer het karakter van een tentoonstelling: ‘Nooit komen we Buser enigszins nabij, hoogstens in plotselinge en kortdurende reflecties in een winkelruit of autospiegel. Dat kan een keuze zijn van de auteur, maar als lezer mag ik daar iets van vinden.’ Een longread.
Tom Veys - Dan strekt de zee in me door
Tom Veys - Dan strekt de zee in me door
In deze longread bespreekt Ivan Sacharov ‘Dan strekt de zee in mij door’, het debuut van Tom Veys. Volgens de dichter is het zijn poëtische biografie. De zee speelt een grote rol. Sacharov komt een gedicht tegen dat meteen voelt als een klassieker. De bundel straalt optimisme uit: ‘De lichtheid van toon en de focus op het zintuigelijke door het beeldende taalgebruik geven soms fraaie resultaten.’
Daniël Vis - Aan wie, deze offers
Daniël Vis - Aan wie, deze offers
Volgens Jac Janssen hebben de gedichten in ‘Aan wie, deze offers’ van Daniël Vis een grote zeggingskracht. Ze raken diepere lagen die in ons allen schuilen: ‘Verlangens die het individu te boven gaan, existentiële twijfel en wanhoop die van alle tijden zijn. Terwijl de intimiteit in sommige regels weer zó dichtbij is dat je er bijna niet naar durft te kijken.’ Janssen vindt het een bundel om te koesteren.