Recensies

Bundels die een grote indruk hebben achtergelaten
Dertig kersen op de taart van ons dertigjarig bestaan. Wat zijn jouw twee favoriete bundels van de laatste dertig jaar? Het lijkt een onmogelijke opdracht om die vraag te beantwoorden, maar onze recensenten gingen de uitdaging aan. We stoffen dertig bundels af die een grote indruk hebben achtergelaten en uitnodigen tot herlezen. Vandaag bespreken Johan Reijmerink en Janine Jongsma hun tweede favoriet.

Astrid de Keulenaar - Als water brandt
Ali Şerik vindt de bundel ‘Als water brandt’ van Astrid de Keulenaar een verrassend debuut omdat de gedichten naar sprookjes en dieren ruiken. Haar poëzie is een omzwerving op zoek naar de essentie van het leven. ‘Ze overhandigt met elk gedicht een cadeau aan de lezer, maar het is aan de lezer om het uit te pakken, zonder het inpakpapier te scheuren: zorgvuldigheid is gewenst.’

Lloyd Haft - Kruipruimte
In de bundel ‘Kruipruimte’ volgen we dichter Lloyd Haft op zijn zoektocht door de ‘krochten’ van het geleefde leven. Ivan Sacharov zegt: ‘’Zijn poëzie verraadt zijn interesse in de psyche en in het transcendente, zijn Amerikaanse oorsprong en zijn vertoeven in verschillende werelddelen. Ik vind Haft een sympathieke dichter. Om het gek te zeggen: er zit een soort ‘zin’ in zijn gedichten, waardoor je zelf als lezer ook zin krijgt.’’

Wout Waanders - We zijn nog lang niet halverwege
In ‘We zijn nog lang niet halverwege’, de tweede bundel van Wout Waanders, komt Hettie Marzak betoverende gedichten tegen: ‘dat universum van Waanders is een bonte verzameling van tot leven gekomen schilderijen van Jeroen Bosch of Dali, vol van intrigerende gebeurtenissen, veel vreemde dieren en fabelwezens.’ De kracht van de dichter is dat je volledig kunt meegaan in zijn fantasie, zonder enig voorbehoud, zegt Marzak.

René Huigen - Noem mij David
Johan Reijmerink bespreekt in deze longread de bundel ‘Noem mij David’ van René Huigen. Hierin is de dichter op een zoektocht naar hoe poëzie zich verhoudt tot de werkelijkheid: ‘Deze poëzie is doortrokken van een werkelijkheid die zich aan de logica onttrekt. Huigen heeft iets van de wetenschapper die langs de weg van intuïtie en serendipiteit tot zijn resultaten komt.’

René Smeets - Zware wolken zwarte randen
René Smeets schrijft in zijn tweede bundel ‘Zware wolken zwarte randen’ poëzie die maatschappelijk en politiek geëngageerd is. Alle onderwerpen waar men zich over kan opwinden komen voorbij in een onheilsopsomming. Marc Bruynseraede haalt een oude wijsheid aan: ‘De mens is een wolf voor zijn medemens’. Hij noemt de bundel 'een poëtisch protest tegenover het grenzeloos geweld, brutaliteit en de malheuren van deze wereld’. Een longread.

Elise Vos - Bolster
Tom Veys zegt over het debuut ‘Bolster’ van Elise Vos, dat de dichter ons naar donkere plaatsen brengt via een sterke, lyrische taal. Een bolster is de stekelige bescherming van een vrucht, denk aan een kastanje. De poëtische vrucht van Vos ontplooit zich rijkelijk in dit debuut: ‘De dichter trekt je in vrijwel elk gedicht mee naar een poëtische schaduwwereld’.
Doina Ioanid - Overgangsgedichten
Jan H. Mysjkin vertaalde de bundel ‘Overgangsgedichten’ van de Roemeense Doina Ioanid. Marc Bruynseraede concludeert dat met deze bundel het nut van prozagedichten is bewezen. ‘De heel liquide, vertellende, transparante stijl is zowat het waarmerk van Ioanid.’ Haar gedichten zijn ‘volstrekt authentiek en bevreemdend.’ Een stem die de Roemeense poëzie van vandaag een frisse bries geeft

Hans Tentije - In het ongewisse
Na het overlijden van Hans Tentije in 2023 is nu het tweede deel uitgekomen van zijn verzameld werk: ‘In het ongewisse’. Taco van Peijpe stelt dat er, ondanks het gebrek aan klank en ritme in de gedichten, er toch een sterke eenheid ontstaat door de bijzondere zinsopbouw: ‘Tentije gebruikt nauwelijks hoofdletters en leestekens en hij schakelt zinnen dikwijls in een vloeiende lijn aan elkaar, doorspekt met tussenzinnen.’